(2) Die für einen geregelten Markt zuständige Behörde darf die Nutzung einer zentralen Gegenpartei, einer Clearingstelle und/oder eines ►C1 Abwicklungssystems ◄ in einem anderen Mitglied-staat nicht untersagen, es sei denn, dies ist für die Aufrechterhaltung des ordnungsgemäßen Funktionierens dieses geregelten Markts unumgänglich; die Bedingungen des Artikels 34 Absatz 2 für den Rückgriff auf ►C1 Abwicklungssysteme ◄ sind zu berücksichtigen.
2. De voor een gereglementeerde markt bevoegde autoriteit mag de gebruikmaking van centrale tegenpartijen, clearinginstellingen en/of afwikkelingssystemen uit andere lidstaten niet verbieden, tenzij kan worden aangetoond dat zulks noodzakelijk is om de ordelijke werking van de gereglementeerde markt te handhaven, rekening houdend met de in artikel 34, lid 2, bepaalde voorwaarden voor afwikkelingssystemen.