14. In ihrem Herkunftsmitgliedstaat zugelassene Kreditinstitute sollten die Gesamtheit oder einen Teil der in der Liste in Anhang I aufgeführten Tätigkeiten überall in der Gemeinschaft durch die Errichtung einer Zweigniederlassung oder im Wege der Dienstleistung ausüben dürfen.
(14) Het moet kredietinstellingen waaraan in een lidstaat van herkomst vergunning is verleend, worden toegestaan alle werkzaamheden die in de in bijlage I opgenomen lijst zijn vermeld, of een deel daarvan, door vestiging van een bijkantoor of het verrichten van diensten overal in de Gemeenschap uit te oefenen.