1. Die in Artikel 11 Absatz 1 Buchstabe a vorgesehenen Durchführungsbestimmungen sind so auszulegen, dass bei der Kombination von Raumdatensätzen und der Interaktion von Diensten eine kohärente Verknüpfung von Raumdatensätzen und -diensten ermöglicht wird, die einen Mehrwert darstellt, ohne spezifische Anstrengungen des Betreibers bzw. den Einsatz einer Maschine zu erfordern.
1. De in artikel 11, lid 1, onder a), vermelde regels voor de tenuitvoerlegging worden zo opgesteld dat verzamelingen ruimtelijke gegevens zodanig kunnen worden gecombineerd en dat diensten zodanig op elkaar kunnen inwerken dat het resultaat een coherente combinatie van verzamelingen ruimtelijke gegevens of diensten met toegevoegde waarde is, zonder dat dit een specifieke inspanning van een mens of machine vergt.