Ausgehend von dem Postulat, wonach die Situation der Personen, die in den Genuss von Massnahmen des Ausscheidens aus dem Dienst gelangt seien, nicht in Frage gestellt werden könne, wird im Schriftsatz geschlussfolgert, dass die Rückwirkung der angefochtenen Gesetze in Wirklichkeit nur jene Bestimmungen betreffe, die darin als « Ausschlussklauseln » bezeichnet würden, und dass dies keineswegs mit der Sorge um Rechtssicherheit gerechtfertigt werden könne.
Uit het postulaat dat de situatie van de personen die afvloeiingsmaatregelen hebben genoten niet opnieuw in het geding kon worden gebracht, leidt de memorie af dat de terugwerkende kracht van de betwiste wetten in werkelijkheid alleen betrekking heeft op die bepalingen die in de memorie « uitsluitingsclausules » worden genoemd, en dat hij niet kan worden verantwoord door de bekommernis om rechtszekerheid.
