Vertaling van "dezember 2007 veröffentlichten fassung möchte " (Duits → Nederlands) :

Bezüglich der zwei wesentlichen Fragen (die Prioritäten des ITRE-Ausschusses angesichts der neuen Befugnisse des Parlaments und der Übergang vom Verfahren der Konsultation zum Verfahren der Mitentscheidung), die Sie in Ihrem Arbeitsdokument in der Anlage zu dem genannten Schreiben gestellt haben, und auf der Grundlage des Wortlauts des Vertrags von Lissabon in der im Amtsblatt C306 vom 17. Dezember 2007 veröffentlichten Fassung möchte ich Folgendes bemerken:
Wat betreft de "twee belangrijke vraagstukken", d.w.z. de prioriteiten van ITRE met het oog op de nieuwe bevoegdheden van het Parlement en de, in uw bij de genoemde brief gevoegde werkdocument vermelde de overgang van raadpleging naar medebeslissing, alsmede op grond van de tekst van het Verdrag van Lissabon (VvL), die is gepubliceerd in PB C 306 van 17 december 2007, zou ik de volgende kanttekeningen willen plaatsen:

Mit der im Dezember 2007 veröffentlichten Verordnung (EG) Nr. 1370/2007 über öffentliche Personenverkehrsdienste auf Schiene und Straße wird ein Rahmen für die Vergabe öffentlicher Dienstleistungsaufträge und die Ausgleichsleistungen für gemeinwirtschaftliche Verpflichtungen aufgestellt, aber kein gemeinsames Konzept für die Vergabe von Aufträgen für den Schienenpersonenverkehr festgelegt.
Bij Verordening (EG) nr. 1370/2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg, gepubliceerd in december 2007, is een kader gecreëerd voor de gunning van openbaredienstcontracten en de toekenning van compensaties voor openbaredienstverplichtingen, maar er is tot op heden nog geen gemeenschappelijke aanpak voor de gunning van contracten voor passagiersvervoer per spoor.

– unter Hinweis auf den von UNICEF im Dezember 2007 veröffentlichten Bericht "Zur Lage der Kinder in der Welt 2008",
– gezien het door UNICEF in december 2007 gepubliceerde verslag "The state of the world's children 2008",

– unter Hinweis auf den von UNICEF im Dezember 2007 veröffentlichten Bericht „Zur Lage der Kinder in der Welt 2008“,
– gezien het door UNICEF in december 2007 gepubliceerde verslag "The state of the world's children 2008",

unter Hinweis auf das Schreiben seines Präsidenten vom 27. März 2008, mit dem die Interinstitutionelle Vereinbarung in der von der Konferenz der Präsidenten am 12. Dezember 2007 angenommenen Fassung übermittelt worden ist,
gezien het schrijven van de Voorzitter van 27 maart 2008 ter toezending van het interinstitutioneel akkoord zoals goedgekeurd door de Conferentie van voorzitters op 12 december 2007,

In ihrem am 11. Dezember 2007 veröffentlichten Strategiebericht über die erneuerte Strategie von Lissabon schlägt die Kommission vor, die bestehenden Grundzüge der Wirtschaftspolitik für den Zeitraum 2008-2010 als Teil der Integrierten Leitlinien zu bestätigen.
In haar Strategisch verslag over de hernieuwde Lissabon-strategie, dat op 11 december 2007 is gepubliceerd, stelt de Commissie voor om de bestaande globale richtsnoeren voor het economisch beleid opnieuw te bevestigen voor de periode 2008-2010, als onderdeel van de geïntegreerde richtsnoeren.

D. in der Erwägung, dass in dem in den USA von der NIE (National Intelligence Estimate) am 3. Dezember 2007 veröffentlichten Bericht hervorgehoben wurde, dass das Programm der Nutzung von Atomenergie zu militärischen Zwecken im Iran 2003 eingestellt und bis Mitte 2007 nicht wieder aufgenommen wurde, was in der Tat zeigt, dass Pläne für die Herstellung von Atomwaffen bestehen, ohne dass ausgeschlossen werden kann, dass hoch angereichertes Uran künftig für einen potenziellen Einsatz von Nuklearwaffen dienen könnte,
D. overwegende dat het Amerikaanse NIE-verslag (National Intelligence Estimate), dat op 3 december 2007 is gepubliceerd, aan het licht heeft gebracht dat het militaire kernenergieprogramma in Iran in 2003 was stilgelegd en tot en met medio 2007 niet opnieuw is opgestart, hetgeen de facto bewijst dat er plannen zijn voor de productie van kernwapens, zonder uit te sluiten dat een hoog niveau van verrijking van uranium in de toekomst kan worden gebruikt voor de vervaardiging van kernwapens,

2. « Verstösst der Gesetzeserlass vom 29. Dezember 1945 in der im Belgischen Staatsblatt vom 4. Januar 1946 veröffentlichten Fassung in Anbetracht seiner im vorhergehenden ' rapport au Régent ' dargelegten Zielsetzung und in Anbetracht des Verhältnismässigkeitsgrundsatzes, unter anderem dadurch, dass er unterschiedslos auf alle Arten von Anschlägen abzielt, gegen die Artikel 10 und/oder 11 und/oder 21 der Verfassung, in Verbindung mit dem Recht auf freie Meinungsäusserung, wie dargelegt u.a., aber nicht ausschliesslich, in Artikel 19 der Verfassung, in Artikel 10 der Europäischen Menschenrechtskonvention und in Artikel 19 des Internationalen Paktes vom 19. Dezember 1966 über bürgerliche und politische Rechte, und führt dieser Gesetzeserlass eine unverhältnismässige Behandlung der Kategorie von Bürgern, die ihre Meinung durch Plakatierung ohne vorherige Zustimmung des Eigentümers oder des Nutzungsberechtigten verbreiten wollen, einerseits und der Kategorie von Bürgern, die ihre Meinung durch andere Kanäle, darunter die modernen Kommunikationsmittel wie Fax, E-Mail, SMS und dergleichen verbreiten wollen und daher nicht an die durch den Gesetzeserlass vom 29. Dezember 1945 auferlegten Beschränkungen gebunden sind, und die es ebenfalls ohne vorherige schriftliche Zustimmung des Eigentümers und/oder des Benutzers des Trägers der Mitteilung tun, andererseits ein?
2. « Is de besluitwet van 29 december 1945, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 januari 1946, gelet op de doelstelling ervan, zoals omschreven in het voorafgaandelijk ' rapport au régent ' en gelet op het evenredigheidsbeginsel, onder meer doordat alle soorten van affichage, zonder onderscheid, geviseerd worden, strijdig met de artikelen 10 en/of 11, en/of 21 van de Grondwet, gelezen in samenhang met het recht op vrije meningsuiting zoals omschreven in o.a., doch niet uitsluitend, het artikel 19 van de Grondwet, het artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het artikel 19 van het Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake burgerrechten en politieke rechten en voert deze besluitwet een onevenredige behandeling in tussen, enerzijds, de categorie van burgers die hun mening verspreiden door middel van een affiche zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de eigenaar of de gebruiksgerechtigde en, anderzijds, de categorie van burgers die hun mening verspreiden via andere kanalen waaronder moderne communicatiemiddelen zoals fax, e-mail, SMS en dergelijke en derhalve niet gebonden zijn aan de beperkingen, opgelegd door de besluitwet van 29 december 1945, en die dit eveneens doen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de eigenaar en/of gebruiker van de drager van de boodschap ?

1. « Verstösst der Gesetzeserlass vom 29. Dezember 1945 in der im Belgischen Staatsblatt vom 4. Januar 1946 veröffentlichten Fassung in Anbetracht seiner im vorhergehenden ' rapport au Régent ' dargelegten Zielsetzung und in Anbetracht des Verhältnismässigkeitsgrundsatzes, unter anderem dadurch, dass er unterschiedslos auf alle Arten von Anschlägen abzielt, gegen die Artikel 10 und/oder 11 und/oder 21 der Verfassung, in Verbindung mit dem Recht auf freie Meinungsäusserung, wie dargelegt u.a., aber nicht ausschliesslich, in Artikel 19 der Verfassung, in Artikel 10 der Europäischen Menschenrechtskonvention und in Artikel 19 des Internationalen Paktes vom 19. Dezember 1966 über bürgerliche und politische Rechte, und führt dieser Gesetzeserlass eine unverhältnismässige Behandlung der Kategorie von Bürgern, die ihre Meinung durch Plakatierung verbreiten wollen, einerseits und der Kategorie von Bürgern, die ihre Meinung durch andere Kanäle verbreiten wollen, andererseits ein?
1. « Is de besluitwet van 29 december 1945, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 januari 1946, gelet op de doelstelling ervan, zoals omschreven in het voorafgaandelijk ' rapport au régent ' en gelet op het evenredigheidsbeginsel, onder meer doordat alle soorten van affichage, zonder onderscheid, geviseerd worden, strijdig met de artikelen 10 en/of 11, en/of 21 van de Grondwet, gelezen in samenhang met het recht op vrije meningsuiting zoals omschreven in o.a., doch niet uitsluitend, het artikel 19 van de Grondwet, het artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het artikel 19 van het Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake burgerrechten en politieke rechten en voert deze besluitwet een onevenredige behandeling in tussen, enerzijds, de categorie van burgers die hun mening wensen te verspreiden door middel van een affiche en, anderzijds, de categorie van burgers die hun mening wensen te verspreiden via andere kanalen ?

2. « Verstösst der Gesetzeserlass vom 29. Dezember 1945 in der im Belgischen Staatsblatt vom 4. Januar 1946 veröffentlichten Fassung in Anbetracht seiner im vorhergehenden ' rapport au Régent ' dargelegten Zielsetzung und in Anbetracht des Verhältnismässigkeitsgrundsatzes, unter anderem dadurch, dass es unterschiedslos auf alle Arten von Anschlägen abzielt, gegen die Artikel 10 und/oder 11 und/oder 21 der Verfassung, in Verbindung mit dem Recht auf freie Meinungsäusserung, wie dargelegt u.a., aber nicht ausschliesslich, in Artikel 19 der Verfassung, in Artikel 10 der Europäischen Menschenrechtskonvention und in Artikel 19 des Internationalen Paktes vom 19. Dezember 1966 über bürgerliche und politische Rechte, und führt dieser Gesetzeserlass eine unverhältnismässige Behandlung der Kategorie von Bürgern, die ihre Meinung durch Plakatierung ohne vorherige Zustimmung des Eigentümers oder des Nutzungsberechtigten verbreiten wollen, einerseits und der Kategorie von Bürgern, die ihre Meinung durch andere Kanäle,darunter die modernen Kommunikationsmittel wie Fax, E-Mail, SMS und dergleichen verbreiten wollen und daher nicht an die durch den Gesetzeserlass vom 29. Dezember 1945 auferlegten Beschränkungen gebunden sind, und die es ebenfalls ohne vorherige schriftliche Zustimmung des Eigentümers und/oder des Benutzers des Trägers der Mitteilung tun, andererseits ein?
2. « Is de besluitwet van 29 december 1945, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 januari 1946, gelet op de doelstelling ervan, zoals omschreven in het voorafgaandelijk 'rapport au régent' en gelet op het evenredigheidsbeginsel, onder meer doordat alle soorten van affichage, zonder onderscheid, geviseerd worden, strijdig met de artikelen 10 en/of 11, en/of 21 van de Grondwet, gelezen in samenhang met het recht op vrije meningsuiting zoals omschreven in o.a., doch niet uitsluitend, het artikel 19 van de Grondwet, het artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het artikel 19 van het Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake burgerrechten en politieke rechten en voert deze besluitwet een onevenredige behandeling in tussen, enerzijds, de categorie van burgers die hun mening verspreiden door middel van een affiche zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de eigenaar of de gebruiksgerechtigde en, anderzijds, de categorie van burgers die hun mening verspreiden via andere kanalen waaronder moderne communicatiemiddelen zoals fax, e-mail, SMS en dergelijke en derhalve niet gebonden zijn aan de beperkingen, opgelegd door de besluitwet van 29 december 1945, en die dit eveneens doen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de eigenaar en/of gebruiker van de drager van de boodschap ?