Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «dezember 2006 bestätige nach darlegung » (Allemand → Néerlandais) :

Der angefochtene Artikel 110 des Gesetzes vom 26. Dezember 2015 stelle nach Darlegung des Ministerrates nur eine Kodifizierung dar und beinhalte keinerlei inhaltliche Änderung an der geltenden Mehrwertsteuerregelung, da die Chiropraktiker und die Osteopaten bereits zuvor mehrwertsteuerpflichtig gewesen seien.

Het bestreden artikel 110 van de wet van 26 december 2015 zou, volgens de Ministerraad, enkel de codificatie daarvan vormen en zou geen enkele inhoudelijke wijziging aanbrengen aan de geldende btw-regeling, aangezien de chiropractors en de osteopaten reeds voorheen aan de btw-plicht waren onderworpen.


Nach Darlegung des Ministerrates sei der angefochtene Artikel 110 des Gesetzes vom 26. Dezember 2015 so zu verstehen, dass der Umstand, ob die Bedingungen für einen Anspruch auf Beteiligung erfüllt seien oder nicht, ausschließlich die Frage betreffe, ob Behandlungen grundsätzlich für die Erstattung in Frage kommen könnten, ungeachtet der Frage, ob der betreffende Patient hierfür konkret in Frage komme.

Volgens de Ministerraad dient het bestreden artikel 110 van de wet van 26 december 2015 zo te worden begrepen dat het al dan niet beantwoorden aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming uitsluitend de vraag raakt of behandelingen principieel in aanmerking kunnen komen voor terugbetaling, ongeacht de vraag of de patiënt in kwestie hiervoor concreet in aanmerking komt.


Nach Darlegung der vor dem vorlegenden Rechtsprechungsorgan klagenden Parteien und der vor dem Gerichtshof intervenierenden Partei sei die fragliche Bestimmung keine Auslegungsbestimmung, sondern eine rückwirkende Bestimmung, die dazu diene, den zeitlichen Anwendungsbereich der Änderungen, die durch das Gesetz vom 14. Januar 2013 in Artikel 10 des Gesetzes vom 31. Dezember 1963 vorgenommen worden seien, auf die Beiträge auszudehnen, die für die Jahre 2006 bis 2012 geschuldet ...[+++]

Volgens de verzoekende partijen voor het verwijzende rechtscollege en de tussenkomende partij voor het Hof zou de in het geding zijnde bepaling geen interpretatieve bepaling maar wel een retroactieve bepaling zijn die ertoe strekt het temporele toepassingsgebied van de wijzigingen die bij de wet van 14 januari 2013 werden aangebracht in artikel 10 van de wet van 31 december 1963, uit te breiden tot de bijdragen verschuldigd voor de jaren 2006 tot 2012.


Nach Darlegung der klagenden Partei sei die angefochtene Bestimmung keine Auslegungsbestimmung, sondern handele es sich um eine rückwirkende Bestimmung, die dazu diene, den zeitlichen Anwendungsbereich der Änderungen, die durch das Gesetz vom 14. Januar 2013 in Artikel 10 des Gesetzes vom 31. Dezember 1963 vorgenommen worden seien, auf die Beiträge auszudehnen, die für die Jahre 2006 bis 2012 geschuldet gewesen seien.

Volgens de verzoekende partij is de bestreden bepaling geen interpretatieve bepaling, doch betreft het een retroactieve bepaling die ertoe strekt het temporele toepassingsgebied van de wijzigingen die bij de wet van 14 januari 2013 werden aangebracht in artikel 10 van de wet van 31 december 1963, uit te breiden tot de bijdragen verschuldigd voor de jaren 2006 tot 2012.


Nach Darlegung des Ministerrates sei der Gerichtshof nicht befugt, über die Vorabentscheidungsfrage zu befinden, da die fragliche Rückwirkung sich nicht aus dem Billigungsgesetz vom 7. Mai 2009, sondern aus der Anwendung von Artikel 3 des Zusatzabkommens vom 12. Dezember 2008 ergebe.

Volgens de Ministerraad zou het Hof niet bevoegd zijn om van de prejudiciële vraag kennis te nemen, vermits de in het geding zijnde terugwerkende kracht niet zou voortvloeien uit de instemmingswet van 7 mei 2009, maar uit de toepassing van artikel 3 van het Avenant van 12 december 2008.


Nach Darlegung der Regierung der Region Brüssel-Hauptstadt wiesen die klagenden Parteien nicht das rechtlich erforderliche Interesse an der Nichtigerklärung der Artikel 20 und 21 der Ordonnanz vom 18. Dezember 2015 nach, da sie keine Kritik in Bezug auf diese Bestimmungen anführten.

Volgens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering zouden de verzoekende partijen niet doen blijken van het rechtens vereiste belang bij de vernietiging van de artikelen 20 en 21 van de ordonnantie van 18 december 2015, aangezien zij geen kritiek ten aanzien van die bepalingen formuleren.


Nach Darlegung der klagenden Partei gehe deutlich aus den Vorarbeiten zum Dekret der Wallonischen Region vom 11. Dezember 2013, auf das der Dekretgeber bei der Annahme der angefochtenen Dekrete Bezug genommen habe, hervor, dass die Zielsetzung des Dekretgebers darin bestehe, in einer Regionalsteuer die Steuern zu konsolidieren, die zuvor Gemeindesteuern gewesen seien, um den Gemeinden durch eine Umverteilung über den Gemeindefonds stabile Einnahmen zu gewährleisten, die durch die kommunalen Steuerverordnungen nicht gewährleistet gewe ...[+++]

Volgens de verzoekende partij blijkt uit de parlementaire voorbereiding van het decreet van het Waalse Gewest van 11 december 2013, waarnaar de decreetgever heeft verwezen om de bestreden decreten aan te nemen, duidelijk dat het door de decreetgever nagestreefde oogmerk erin bestaat belastingen die voordien gemeentelijk waren, in een gewestelijke belasting te consolideren, teneinde aan de gemeenten, door middel van een herverdeling via het Gemeentefonds, stabiele ontvangsten te waarborgen die de gemeentelijke belastingreglementen, die in meerderheid door de burgerlijke en administratieve rechtscolleges werden afgekeu ...[+++]


Nach Darlegung der Regierung der Region Brüssel-Hauptstadt wiesen die klagenden Parteien nicht das rechtlich erforderliche Interesse an der einstweiligen Aufhebung und der Nichtigerklärung der Artikel 20 und 21 der Ordonnanz vom 18. Dezember 2015 nach, da sie keine Kritik in Bezug auf diese Bestimmungen anführten.

Volgens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering zouden de verzoekende partijen niet doen blijken van het rechtens vereiste belang bij de schorsing en de vernietiging van de artikelen 20 en 21 van de ordonnantie van 18 december 2015, aangezien zij geen kritiek ten aanzien van die bepalingen formuleren.


Nach Darlegung der Flämischen Regierung sei der sechste Teil des Klagegrunds nicht zulässig, weil die klagende Partei keine Nichtigkeitsklage beim Staatsrat gegen den Erlass der Flämischen Regierung vom 9. Januar 2015 « zur Abänderung des Erlasses der Flämischen Regierung vom 17. März 2006 über die Leitung der Pflege und des Beistands zur Sozialeingliederung von Personen mit Behinderung und über die Anerkennung und Bezuschussung einer Flämischen Plattform von Vereinigungen für Personen mit Behinderung, bezüglich der Einführung des Beschwerdeverfahrens u ...[+++]

Volgens de Vlaamse Regering zou het zesde onderdeel van het middel niet ontvankelijk zijn, vermits de verzoekende partij geen beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State zou hebben ingesteld van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 januari 2015 « tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 betreffende de regie van de zorg en bijstand tot sociale integratie van personen met een handicap en betreffende de erkenning en subsidiëring van een Vlaams Platform van verenigingen van personen met een handicap, wat betreft de invoering van de beroepsprocedure en de verankering van de toetsingscriteria » (Belgis ...[+++]


Der Gerichtshof prüft die Klagegründe in der nachstehenden Reihenfolge: In Bezug auf die Zulässigkeit (B.2-B.7): - In Bezug auf die Zuständigkeit des Gerichtshofes (B.3-B.5); - In Bezug auf die Darlegung der Klage- und Beschwerdegründe (B.6-B.7); Zur Hauptsache (B.8-B.63): - In Bezug auf das Anhörungsrecht (Rechtssache Nr. 6187) (B.8-B.24): 1. Das Anhörungsrecht in erster und letzter Verwaltungsinstanz (B.11-B.19); a) Die Artikel 10 und 11 der Verfassung (B.13-B.14); b) Artikel 23 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 3 und 9 des Aarhus-Übereinkommens (B.15-B.19); 2. Die Aufhebung von Kapitel VII (Artikel 4.7 ...[+++]

Het Hof onderzoekt de middelen in de onderstaande volgorde : Ten aanzien van de ontvankelijkheid (B.2-B.7) : - Wat de bevoegdheid van het Hof betreft (B.3-B.5); - Wat de uiteenzetting van de middelen en de grieven betreft (B.6-B.7); Ten gronde (B.8-B.63) : - Wat het hoorrecht betreft (zaak nr. 6187) (B.8-B.24) : 1. Het hoorrecht in eerste en laatste administratieve aanleg (B.11-B.19); a) De artikelen 10 en 11 van de Grondwet (B.13-B.14); b) Artikel 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 3 en 9 van het Verdrag van Aarhus (B.15-B.19); 2. De opheffing van hoofdstuk VII (artikelen 4.7.1 tot 4.7.26/1) van de VCRO (artikel 336 van het Omgevingsvergunningsdecreet) en van het Milieuvergunningsdecreet (artikel 386 ...[+++]




D'autres ont cherché : vom 26 dezember     dezember     stelle nach     stelle nach darlegung     nach     nach darlegung     vom 31 dezember     jahre     vom 12 dezember     mai     vom 18 dezember     vom 11 dezember     märz     richtlinie     darlegung     dezember 2006 bestätige nach darlegung     


datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'dezember 2006 bestätige nach darlegung' ->

Date index: 2021-11-22
w