Traduction de «dezember 1995 ihren » (Allemand → Néerlandais) :

Die Empfehlung der Kommission für einen Beschluss des Rates betrifft den Beitritt Kroatiens zu dem Übereinkommen 90/436/EWG vom 23. Juli 1990 über die Beseitigung der Doppelbesteuerung im Falle von Gewinnberichtigungen zwischen verbundenen Unternehmen (das sogenannte Schiedsübereinkommen) in der mit dem Übereinkommen vom 21. Dezember 1995 über den Beitritt Österreichs, Finnlands und Schwedens zu dem Schiedsübereinkommen, dem Protokoll vom 25. Mai 1999 zur Änderung des Schiedsübereinkommens, dem am 8. Dezember 2004 von der Tschechischen Republik, Estland, Zypern, Lettland, Litauen, Ungarn, Malta, Polen, Slowenien und der Slowakei unterzeichneten Übereinkommen über ihren Beitritt zum Schiedsübereinkommen und dem Beschluss des Rates vom 23. Juni 2008 über den Beitritt Bulgariens und Rumäniens zum Schiedsabkommen geänderten Fassung.
De aanbeveling van de Commissie voor een besluit van de Raad betreft de toetreding van Kroatië tot het Verdrag 90/436/EEG van 23 juli 1990 ter afschaffing van dubbele belasting in geval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen (het zogenaamde 'arbitrageverdrag'), als gewijzigd door het verdrag van 21 december 1995 betreffende de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden tot het arbitrageverdrag, het protocol van 25 mei 1999 tot wijziging van het arbitrageverdrag, de ondertekening van het verdrag op 8 december 2004 door Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije bij hun toetreding tot het arbitrageverdrag en het Besluit van de Raad van 23 juni 2008 betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot het arbitrageverdrag.

– unter Hinweis auf die Europa-Mittelmeer-Assoziationsabkommen zwischen der Gemeinschaft und ihren Mitgliedstaaten einerseits und Tunesien, Israel, Marokko, Jordanien, Ägypten, dem Libanon und Algerien andererseits, das Europa-Mittelmeer-Interimsassoziationsabkommen über Handel und Zusammenarbeit zwischen der Gemeinschaft und der PLO (zugunsten der Palästinensischen Autonomiebehörde) andererseits, unter Hinweis auf den Beschluss 1/95 des Assoziationsrates EG-Türkei vom 22. Dezember 1995 über die Durchführung der Endphase der Zollunion (96/142/EG),
– gezien de Euromediterrane associatieovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschappen en haar lidstaten enerzijds en Tunesië, Israël, Marokko, Jordanië, Egypte, Libanon en Algerije anderzijds, en gezien de Euromediterrane interimassociatieovereenkomst voor handel en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de PLO (handelend namens de Palestijnse Autoriteit); gezien Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije van 22 december 1995 inzake de instelling van de definitieve fase van de douane-unie (96/142/EG),

– unter Hinweis auf die Europa-Mittelmeer-Assoziationsabkommen zwischen den Europäischen Gemeinschaften und ihren Mitgliedstaaten einerseits und Tunesien, Israel, Marokko, Jordanien, Ägypten, dem Libanon und Algerien andererseits sowie das Europa-Mittelmeer-Interimsassoziationsabkommen über Handel und Zusammenarbeit zwischen der Europäischen Gemeinschaft und der PLO (zugunsten der Palästinensischen Autonomiebehörde); unter Hinweis auf den Beschluss Nr. 1/95 des Assoziationsrates EG-Türkei vom 22. Dezember 1995 über die Durchführung der Schlussphase der Zollunion (96/142/EG),
– gezien de Europees-mediterrane associatieovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschappen en haar lidstaten enerzijds en Tunesië, Israël, Marokko, Jordanië, Egypte, Libanon en Algerije anderzijds en gezien de Euromediterrane interim-associatieovereenkomst voor handel en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de PLO (handelend namens de Palestijnse Autoriteit); gezien Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije van 22 december 1995 inzake de instelling van de definitieve fase van de douane-unie (96/142/EG),

Auf Grund des Königlichen Erlasses vom 20. März 1975 betreffend die Anerkennung der Dienste für geistige Gesundheit und der Zuschussvergabe zu ihren Gunsten, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 2. August 1976, 31. März 1977, 8. März 1978 und 18. Dezember 1978, den Erlass der Exekutive vom 9. Mai 1990 und durch die Erlasse der Regierung vom 20. Dezember 1995, 18. Dezember 1997 30. November 1998, 9. Februar 1999, 22. Juni 2001, 18. März 2002, 28. März 2002 und vom 17. Dezember 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 maart 1975 betreffende de erkenning en subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, gewijzigd bij de Koninklijke besluiten van 2 augustus 1976, 31 maart 1977, 8 maart 1978 en 18 december 1978, het besluit van de Executieve van 9 mei 1990 en de besluiten van de Regering van 20 december 1995, 18 december 1997, 30 november 1998, 9 februari 1999, 22 juni 2001, 18 maart 2002, 28 maart 2002 en 17 december 2002;

Die Empfehlung der Kommission für einen Beschluss des Rates betrifft den Beitritt Bulgariens und Rumäniens zu dem Übereinkommen 90/436/EWG vom 23. Juli 1990 über die Beseitigung der Doppelbesteuerung im Falle von Gewinnberichtigungen zwischen verbundenen Unternehmen (das so genannte Schiedsübereinkommen) in der mit dem Übereinkommen vom 21. Dezember 1995 über den Beitritt Österreichs, Finnlands und Schwedens zu dem Schiedsübereinkommen, dem Protokoll vom 25. Mai 1999 zur Änderung des Schiedsübereinkommens und dem am 8. Dezember 2004 von der Tschechischen Republik, Estland, Zypern, Lettland, Litauen, Ungarn, Malta, Polen, Slowenien und der Slowakei unterzeichneten Übereinkommen über ihren Beitritt zum Schiedsübereinkommen geänderten Fassung.
De aanbeveling van de Commissie voor een besluit van de Raad betreft de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot het Verdrag 90/436/EEG van 23 juli 1990 ter afschaffing van dubbele belasting in geval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen (het zogenaamde "arbitrageverdrag"), als gewijzigd door het verdrag van 21 december 1995 betreffende de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden tot het arbitrageverdrag, het protocol van 25 mei 1999 tot wijziging van het arbitrageverslag en de ondertekening van het verdrag op 8 december 2004 door Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije bij hun toetreding tot het arbitrageverdrag.

– gestützt auf die Europa-Mittelmeer-Assoziationsabkommen zwischen der Europäischen Gemeinschaft und ihren Mitgliedstaaten einerseits und Tunesien, Israel, Marokko, Jordanien, Ägypten, dem Libanon und Algerien andererseits, das Europa-Mittelmeer-Interimsassoziations­abkommen über Handel und Zusammenarbeit zwischen der Europäischen Gemeinschaft einerseits und der Palästinensischen Befreiungsorganisation (PLO) zugunsten der Palästinensischen Behörde für das Westjordanland und den Gaza-Streifen andererseits sowie den Beschluss 1/95 des Assoziationsrates EG-Türkei vom 22. Dezember 1995 über die Durchführung der Endphase der Zollunion (96/142/EG),
– gezien de euromediterrane associatieovereenkomsten tussen de EG en haar lidstaten en Tunesië, Israël, Marokko, Jordanië, Egypte, Libanon en Algerije en de Euromediterrane Interim-associatieovereenkomst voor handel en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de PLO (ten behoeve van de Palestijnse Autoriteit); gezien Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije van 22 december 1995 inzake de instelling van de definitieve fase van de douane-unie (96/142/EG),

(8) Die Kommission hat gegenüber dem Europäischen Parlament und dem Rat in dem Grünbuch vom 11. Januar 1995 und dem Weißbuch vom 13. Dezember 1995 ihren Standpunkt zur Zukunft der Energiepolitik in der Gemeinschaft sowie zu der Rolle dargelegt, die hierbei den erneuerbaren Energieträgern zukommen sollte.
(8) De Commissie heeft in het groenboek van 11 januari 1995 en het witboek van 13 december 1995 het Europees Parlement en de Raad haar standpunt te kennen gegeven over de toekomst van het energiebeleid in de Gemeenschap en over de rol die duurzame energiebronnen moeten vervullen.

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 20. März 1975 betreffend die Anerkennung der Dienste für geistige Gesundheit und der Zuschussvergabe zu ihren Gunsten, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 2. August 1976, 31. März 1977, 8. März 1978 und 18. Dezember 1978, den Erlass der Exekutive vom 9. Mai 1990 und durch die Erlasse der Regierung vom 20. Dezember 1995, 18. Dezember 1997 30. November 1998 und 9. Februar 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 maart 1975 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 augustus 1976, 31 maart 1977, 8 maart 1978 en 18 december 1978, bij het besluit van de Executieve van 9 mei 1990 en bij de besluiten van de Regering van 20 december 1995, 18 december 1997, 30 november 1998 en 9 februari 1999;

(7) Die Kommission hat gegenüber dem Europäischen Parlament und dem Rat in dem Grünbuch vom 11. Januar 1995 und dem Weißbuch vom 13. Dezember 1995 ihren Standpunkt zur Zukunft der Energiepolitik in der Gemeinschaft sowie zu der Rolle dargelegt, die hierbei den erneuerbaren Energieträgern zukommen sollte.
(7) Overwegende dat de Commissie in het Groenboek van 11 januari 1995 en het Witboek van 13 december 1995 het Europees Parlement en de Raad haar standpunt te kennen heeft gegeven over de toekomst van het energiebeleid in de Gemeenschap en over de rol die hernieuwbare energiebronnen moeten vervullen;

Von der für die Behörden vorgesehenen Möglichkeit, die Betriebe dazu zu verpflichten, ihren Dünger zu exportieren oder zu verarbeiten, könne angesichts der Nicht-Familienviehzüchtereien ausführlicher Gebrauch gemacht werden als angesichts der Familienviehzüchtereien (Artikel 9 des Dekrets vom 20. Dezember 1995 in Verbindung mit dem Erlass der Flämischen Regierung vom 20. Dezember 1995 zur Durchführung von Artikel 9 2 und 3 des Dekrets vom 23. Januar 1991).
van de mogelijkheid voor de overheid om bedrijven te verplichten hun mest te exporteren of te verwerken kan uitgebreider gebruik worden gemaakt ten aanzien van de niet-gezinsveeteeltbedrijven dan ten aanzien van de gezinsveeteeltbedrijven (artikel 9 van het decreet van 20 december 1995, gelezen in samenhang met het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 1995 houdende uitvoering van artikel 9, 2 en 3, van het decreet van 23 januari 1991);