4. den möglichen Instandhaltungsrückstand, die für dessen Abbau vorgesehenen Ausgaben sowie die Vermögenswerte, die außer Betrieb genommen werden und dadurch unterschiedliche Finanzströme freisetzen;
4. de omvang van de onderhoudsachterstand, de uitgaven om die weg te werken en de activa die buiten bedrijf zullen worden gesteld en waardoor financiële middelen vrijkomen;