(1) Die Kapitäne von Fischereifahrzeugen aus Drittländern oder ihre Vertreter übermitteln den zuständigen Behörden des Mitgliedstaats, dessen bezeichneten Hafen oder Anlandeort sie nutzen wollen, mindestens drei Arbeitstage vor der geschätzten Zeit der Ankunft im Hafen folgende Angaben:
1. De kapiteins van vissersvaartuigen van derde landen of hun vertegenwoordigers doen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waarvan zij een aangewezen haven of aanlandingsvoorzieningen wensen te gebruiken, ten minste 3 werkdagen vóór de geschatte tijd van aankomst in de haven de volgende gegevens toekomen: