Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "desselben gesetzbuches vorgesehenen obergrenze " (Duits → Nederlands) :

Angesichts des in B.2.2 dargelegten Ziels ist es vernünftig gerechtfertigt, eine Gesellschaft, die den in Artikel 201 Absatz 1 Nr. 1 des EStGB 1992 festgelegten Kriterien eines KMB entspricht und die das Nutzungsrecht der erworbenen Anlagen an eine Gesellschaft abtritt, die nicht die besagten Kriterien erfüllt und folglich keinen Anspruch auf den in den Artikeln 68 ff. desselben Gesetzbuches vorgesehenen Investitionsabzug erheben könnte, wenn sie die Anlagen selbst erworben hätte, vom Investitionsabzug auszuschließen.

Rekening houdend met het in B.2.2 omschreven doel, is het redelijk verantwoord om een vennootschap die beantwoordt aan de criteria van een kmo zoals gedefinieerd in artikel 201, eerste lid, 1°, van het WIB 1992 en die het recht van gebruik van de verkregen vaste activa overdraagt aan een vennootschap die niet beantwoordt aan die criteria en derhalve geen aanspraak zou kunnen maken op de investeringsaftrek bepaald in de artikelen 68 en volgende van hetzelfde Wetboek indien zij zelf de vaste activa zou hebben verkregen, uit te sluiten van de investeringsaftrek.


Art. 18. In Titel II, Kapitel III, Abschnitt 1, Unterabschnitt 2 octodecies desselben Gesetzbuches wird ein Artikel 145mit folgendem Wortlaut eingefügt: "Art. 145 - § 1. Die in Artikel 145erwähnte Ermäßigung wird unter folgenden Bedingungen gewährt: 1° die in Artikel 145 § 1 erwähnten Ausgaben wurden zum Erwerb des Eigentums der Wohnung getätigt, die am 31. Dezember des Jahres des Abschlusses des Anleihevertrags die einzige Wohnung des Steuerpflichtigen ist, und die er an diesem Datum persönlich bewohnt; 2° die Hypothekenanleihe und ggf. der Lebensversicherungsvertrag erwähnt in Artikel 145 § 1, wurden vom Steuerpflichtigen bei einem ...[+++]

Art. 18. In titel II, Hoofdstuk III, afdeling 1, onderafdeling 2 octodecies van hetzelfde Wetboek, wordt een artikel 145 ingevoegd, luidend als volgt: « Art. 145. § 1. De vermindering bedoeld in artikel 145 wordt tegen de volgende voorwaarden toegekend : 1° de uitgaven bedoeld in artikel 145, § 1, moeten gedaan zijn voor de woning die op 31 december van het jaar waarin de leningsovereenkomst is afgesloten, de enige woning is van de belastingplichtige die hij zelf betrekt; 2° de hypothecaire lening en in voorkomend geval het levensverzekeringscontract die zijn bedoeld in artikel 145, § 1, zijn door de belastingplichtige aangegaan bij ...[+++]


». b. In seinem Entscheid vom 24. Juni 2015 in Sachen Robert Peeters gegen den belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 18. August 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 57 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 (EStGB 1992) in Verbindung mit Artikel 53 Nr. 2 desselben Gesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der koordinierten Verfassung in Verbindung mit deren Artikeln 170 und 172, indem die Abzugsfähigkeit in der Steuer der ...[+++]

». b. Bij arrest van 24 juni 2015 in zake Robert Peeters tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 augustus 2015, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 57 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) in combinatie met artikel 53, 2° van het zelfde wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Gecoördineerde Grondwet in samenhang met de artikelen 170 en 172 van dezelfde Grondwet, doordat de fiscale aftrekbaarheid in de personenbelasting van een aantal kosten vermeld in artikel 57 WIB 1992 afhankelijk wordt gesteld van de verantwoording door individuele fiches en een samenvattende opgave die overgelegd moeten worden in de vorm en bin ...[+++]


Die klagende Partei vor dem vorlegenden Richter bittet den Hof, diese Frage bejahend zu beantworten unter Berücksichtigung der Situation der Gesellschaften, die von der Anwendung des ermässigten Satzes der Gesellschaftssteuer ausgeschlossen seien, weil die Entlohnung des Unternehmensleiters niedriger sei als diejenige, die in Artikel 215 Absatz 3 Nr. 4 des EStGB 1992 vorgesehen sei, obwohl ihr steuerpflichtiger Gewinn nicht über der in Artikel 215 Absatz 2 desselben Gesetzbuches vorgesehenen Obergrenze liege.

De eisende partij voor de verwijzende rechter verzoekt het Hof om die vraag bevestigend te beantwoorden en rekening te houden met de situatie van vennootschappen die zijn uitgesloten van de toepassing van het verlaagde tarief van de vennootschapsbelasting omdat de bezoldiging van de bedrijfsleider minder bedraagt dan die bedoeld in artikel 215, derde lid, 4°, van het WIB 1992, terwijl nochtans hun belastbare winst het in artikel 215, tweede lid, van hetzelfde Wetboek bepaalde grensbedrag niet overschrijdt.


Art. 6 - Artikel R.93ter desselben Gesetzbuches, eingefügt durch den Erlass der Wallonischen Regierung vom 5. Februar 2015, wird um einen wie folgt verfassten Absatz ergänzt: « Die in Absatz 1 genannten Bediensteten werden mit der Ermittlung und Feststellung der Verstöße gegen die in Artikel D.396 Ziffer 1 und 2, Artikel D.397 und Artikel D.398 des Wallonischen Gesetzbuches über die Landwirtschaft vorgesehenen Bestimmungen beauftragt».

Art. 6. Artikel R.93ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 5 februari 2015, wordt aangevuld met volgend lid : « De personeelsleden bedoeld in het eerste lid worden belast met de opsporing en de vaststelling van overtredingen van de bepalingen waarin de artikelen D.396, 1° en 2°, D.397 en D.398 van het Waalse landbouwwetboek voorzien».


Aufgrund der Artikel 171 Nr. 3quinquies und 269 Absatz 1 Nr. 5 des EStGB 1992 werden die Einkünfte aus Spareinlagen, die höher sind als die in Artikel 21 Nr. 5 desselben Gesetzbuches festgesetzte Obergrenze, mit einem Vorabzug von 15 Prozent belastet, während diejenigen, die unter dieser Obergrenze liegen, aufgrund derselben Bestimmung von diesem Vorabzug befreit sind.

De artikelen 171, 3°quinquies, en 269, eerste lid, 5°, van het WIB 1992 onderwerpen de inkomsten met betrekking tot de spaardeposito's boven de bij artikel 21, 5°, van hetzelfde Wetboek vastgestelde grens aan een voorheffing van 15 pct., waarbij die onder die grens, krachtens dezelfde bepaling, van die heffing zijn vrijgesteld.


Art. 57 - In Artikel 45 desselben Dekrets werden die Wörter "im Rahmen der in Artikel 70 des Wallonischen Gesetzbuches über die Raumordnung, den Städtebau, das Erbe und die Energie vorgesehenen Grenzen" durch die Wörter "im Rahmen der in den Artikeln D.VI.38 ff. des GRE vorgesehenen Grenzen" ersetzt.

Art. 57. In artikel 45 van hetzelfde decreet, worden de woorden "binnen de bij artikel 70 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie gestelde perken" vervangen door de woorden "binnen de bij de artikelen D.VI.38 en volgende van het Wetboek gestelde perken".


« Verstösst Artikel 295 § 1 des Einkommensteuergesetzbuches 1964, in Verbindung mit Artikel 75 desselben Gesetzbuches, wenn dieser Artikel 295 § 1 dahingehend ausgelegt werden soll, dass die in der Heberolle festgesetzte Veranlagung nach der Trennung oder der Ehescheidung auf den Namen eines der Ehegatten oder der früheren Ehegatten erfolgt (nachstehend ' der in der Heberolle erwähnte Ehegatte ') für die Berufseinkünfte, die er während der Ehe zu einem Zeitpunkt, wo die Ehegatten getrennt lebten, bezog, einen vollstreckbaren Titel dem ...[+++]

« Schendt artikel 295, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, in samenhang gelezen met artikel 75 van hetzelfde Wetboek, indien dat artikel 295, § 1, in die zin moet worden geïnterpreteerd dat het kohier van een belasting vastgesteld na de feitelijke scheiding of de echtscheiding ten name van een enkele van de echtgenoten of ex-echtgenoten (hierna ' de in het kohier vermelde echtgenoot ') ten aanzien van de beroepsinkomsten die deze heeft verwezenlijkt tijdens het huwelijk op een ogenblik dat de echtgenoten feitelijk gescheiden waren, een uitvoerbare titel tegenover de andere echtgenoot of ex-echtgenoot (hierna ' de niet ...[+++]


« Verstösst Artikel 295 § 1 des Einkommensteuergesetzbuches 1964, in Verbindung mit Artikel 75 desselben Gesetzbuches, wenn dieser Artikel 295 § 1 dahingehend ausgelegt werden soll, dass die in der Heberolle festgesetzte Veranlagung nach der Trennung oder der Ehescheidung auf den Namen eines der Ehegatten oder der früheren Ehegatten erfolgt (nachstehend ' der in der Heberolle erwähnte Ehegatte ') für die Berufseinkünfte, die er während der Ehe zu einem Zeitpunkt, wo die Ehegatten getrennt lebten, bezog, einen vollstreckbaren Titel dem ...[+++]

« Schendt artikel 295, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, in samenhang gelezen met artikel 75 van hetzelfde Wetboek, indien dat artikel 295, § 1, in die zin moet worden geïnterpreteerd dat het kohier van een belasting vastgesteld na de feitelijke scheiding of de echtscheiding ten name van een enkele van de echtgenoten of ex-echtgenoten (hierna 'de in het kohier vermelde echtgenoot ') ten aanzien van de beroepsinkomsten die deze heeft verwezenlijkt tijdens het huwelijk op een ogenblik dat de echtgenoten feitelijk gescheiden waren, een uitvoerbare titel tegenover de andere echtgenoot of ex-echtgenoot (hierna 'de niet in ...[+++]


Der Gesetzgeber hat, um die Interessen der Staatskasse zu gewährleisten und im Hinblick auf eine effiziente Steuererhebung, urteilen können, dass es hinsichtlich der grossen Anzahl von Steuerschuldnern notwendig war, die Staatskasse von dem in Artikel 1153 des Zivilgesetzbuches vorgesehenen Mahnbescheid oder von dem in Artikel 1378 desselben Gesetzbuches vorgesehenen Nachweis freizustellen.

De wetgever heeft ter vrijwaring van de belangen van de Schatkist en met het oog op een efficiënte belastinginning kunnen oordelen dat het, mede gelet op het grote aantal fiscale schuldenaars, nodig was de fiscus vrij te stellen van de aanmaning bedoeld in artikel 1153 van het Burgerlijk Wetboek of van het bewijs bedoeld in artikel 1378 van datzelfde wetboek.


w