Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Den

Vertaling van "desselben gesetzbuches erwähnten tat gewesen " (Duits → Nederlands) :

Eine Ausnahme zu diesem breiten Ermessensspielraum ist der Fall partnerschaftlicher Gewalt; vorbehaltlich aussergewöhnlicher Umstände wird dem Antrag auf vorrangige Zuweisung stattgegeben, wenn er von dem Ehegatten eingereicht wurde, der Opfer einer in den Artikeln 375, 398 bis 400, 402, 403 oder 405 des Strafgesetzbuches erwähnten Tat oder eines Versuchs einer in den Artikeln 375, 393, 394 oder 397 desselben Gesetzbuches erwähnten Tat gewesen ist.

Een uitzondering op die ruime appreciatiemarge is de hypothese van partnergeweld : behoudens uitzonderlijke omstandigheden, wordt het verzoek tot toewijzing bij voorrang ingewilligd indien het uitgaat van de echtgenoot die slachtoffer is van een feit als bedoeld in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek of van een poging tot een feit als bedoeld in de artikelen 375, 393, 394 of 397 van hetzelfde Wetboek.


Die in Artikel 488 desselben Gesetzbuches erwähnten Behörden teilen dem Minister ebenfalls pro Rechtsanwaltschaft und für das ganze Königreich die in Artikel 2 Nr. 2 Buchstabe a) zweiter und dritter Gedankenstrich erwähnten Informationen mit.

Tenslotte delen de overheden bedoeld in artikel 488 van hetzelfde Wetboek, eveneens per balie en voor het gehele Rijk, aan de minister de gegevens mee die zijn omschreven in artikel 2, 2°, a, tweede en derde streepje;


« Verstößt Artikel 1253ter/5 in fine des Gerichtsgesetzbuches (und zwar Absatz 3 bezüglich der partnerschaftlichen Gewalt), der die faktisch Zusammenwohnenden ausdrücklich von seinem Anwendungsbereich ausschließt, insbesondere gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit anderen, überstaatlichen Gesetzesbestimmungen wie der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem er in einem faktischen Rahmen, in dem der Tatsachenrichter, bei dem konkurrierende Anträge auf Zuweisung der Nutzung der ungeteilten Immobi ...[+++]

« Schendt artikel 1253ter/5, in fine, van het Gerechtelijk Wetboek (namelijk het derde lid met betrekking tot partnergeweld), dat de feitelijk samenwonenden uitdrukkelijk van het toepassingsgebied ervan uitsluit, niet met name de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het, in een feitelijke context waarin de bodemrechter, bij wie concurrerende vorderingen zijn ingesteld om, gedurende de tijd dat de verrichtingen van vereffening-verdeling plaatsvinden, het genot van het gebouw in onverdeeldheid toegewe ...[+++]


Was die in Absatz 1 Nr. 3 erwähnte Festlegung von getrennten Wohnorten betrifft, wird, wenn ein Ehepartner oder gesetzlich Zusammenwohnender sich dem Partner gegenüber einer in den Artikeln 375, 398 bis 400, 402, 403 oder 405 des Strafgesetzbuches erwähnten Tat schuldig gemacht hat oder versucht hat, eine in den Artikeln 375, 393, 394 oder 397 desselben Gesetzbuches erwähnte Tat zu begehen, oder wenn es ernsthafte Indizien für solche Verhaltensweisen gibt, dem anderen Ehepartner oder gesetzlich Zusammenwohnenden, ...[+++]

Wat betreft de in het eerste lid, 3°, bedoelde vaststelling van de afzonderlijke verblijfplaats, indien een echtgenoot of een wettelijk samenwonende zich tegenover de andere schuldig gemaakt heeft aan een feit als bedoeld in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek, of heeft gepoogd een feit te plegen als bedoeld in de artikelen 375, 393, 394 of 397 van hetzelfde Wetboek, of indien er ernstige aanwijzingen voor dergelijke gedragingen bestaan, krijgt de andere echtgenoot of wettelijk samenwonende behalve bij uitzonderlijke omstandigheden, het genot van de echtelijke of de gemeenschappelijke verblijfplaats toegewezen, indien hij daarom ...[+++]


« Verstößt Artikel 1253ter/5 in fine des Gerichtsgesetzbuches, der die faktisch Zusammenwohnenden eindeutig von seinem Anwendungsbereich ausschließt, insbesondere gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit anderen, überstaatlichen Gesetzesbestimmungen wie der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem er in dem Fall, dass ein faktisch zusammenwohnender Partner sich seinem Lebenspartner gegenüber einer in Artikel 375, 398 bis 400, 402, 403 oder 405 des Strafgesetzbuches ...[+++]

« Schendt artikel 1253ter/5, in fine, van het Gerechtelijk Wetboek, dat de feitelijk samenwonenden duidelijk van het toepassingsgebied ervan uitsluit, niet met name de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het, in het geval dat een feitelijk samenwonende zich tegenover de andere schuldig zou hebben gemaakt aan een feit als bedoeld in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek, of heeft gepoogd een feit te plegen als bedoeld in de artikelen 375, 393, 394 of 397 van hetzelfde W ...[+++]


2° die Eintragung des Immobiliengutes in der Schutzliste, wenn es unter Denkmalschutz steht oder aufgrund des Wallonischen Gesetzbuches über das Erbe oder aufgrund der im deutschen Sprachgebiet anwendbaren Gesetzgebung vorläufig den Wirkungen der Unterschutzstellung unterliegt, seine Lage in einem in Artikel 209 desselben Gesetzbuches erwähnten Schutzgebiet, seine Lokalisierung in einem in den Artikeln D.V.I, D.V.7 oder D.V.9 erwähnten Areal, in einem Ent ...[+++]

2° de opneming van het onroerend goed op de beschermingslijst, als het beschermd is of voorlopig onderworpen is aan de gevolgen van de bescherming krachtens het Waalse Erfgoedwetboek of krachtens de in het Duitse taalgebied toepasselijke wetgeving, zijn toestand in een beschermingsgebied bedoeld in artikel 209 van genoemd Wetboek, zijn lokalisatie in een omtrek vermeld in de artikelen D.V.I. D.V.7, of D.V.9., in een onteigeningsplan of indien het goed in artikel D.IV.57 beoogd wordt.


2° seit mindestens zwei Jahren Inhaber einer gültigen Zulassung sein, die gemäss Artikel 583 ff. des Wallonischen Gesetzbuches über die Raumordnung, den Städtebau, das Erbe und die Energie erhalten wurde, und nicht Gegenstand einer Mahnung oder einer in Artikel 602 desselben Gesetzbuches erwähnten Strafmassnahme gewesen sein;

2° sinds minstens twee jaar houder zijn van een geldige erkenning, verkregen overeenkomstig de artikelen 583 en volgende van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie, en niet het voorwerp zijn geweest van een aanmaning of een sanctie bedoeld in artikel 602 van hetzelfde Wetboek;


Der Gerichtshof wird zur Vereinbarkeit von Artikel 159bis des WGBRSE mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 6 Absatz 1 und 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention, befragt, insofern diese Gesetzesbestimmung einen Behandlungsunterschied zwischen zwei Kategorien von Personen einführe, die, nachdem sie auf einem Grundstück, dessen Eigentümer sie seien, eine festen Anlage errichtet hätten, ohne die durch Artikel 84 § 1 Nr. 1 des WGBRSE vorgeschriebene Städtebaugenehmigung erhalten zu haben, einen Antrag auf Genehmigung an die Gemeinde richteten: einerseits diejenigen, bei denen der in Artikel 154 Absatz 1 Nr. 1 des Wal ...[+++]

Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met de artikelen 6.1 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, van artikel 159bis van het WWROSP, in zoverre die wetskrachtige bepaling een verschil in behandeling creëert tussen twee categorieën van personen die, nadat zij op een terrein waarvan zij eigenaar zijn een vaste installatie hebben geplaatst zonder de stedenbouwkundige vergunning te hebben verkregen die is vereist bij artikel 84, § 1, 1°, van het WWR ...[+++]


2. « Verstößt Artikel 301 § 2 Absatz 3 des Zivilgesetzbuches in Verbindung mit den Artikeln 1447 Absatz 2 und 223 Absatz 3 des Zivilgesetzbuches gegen die Verfassungsvorschriften über Gleichheit und Nichtdiskriminierung im Sinne der Artikel 10 und 11 der Verfassung, und ist insbesondere die Unterscheidung zwischen Artikel 301 § 2 Absatz 3 des Zivilgesetzbuches, der das Recht auf Unterhalt ausschließt für den Unterhaltsgläubiger, ' der einer in den Artikeln 375, 398 bis 400, 402, 403 oder 405 des Strafgesetzbuches ...[+++]

2. « Schendt artikel 301, § 2, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, in samenhang gelezen met de artikelen 1447, tweede lid, en 223, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, de grondwettelijke bepalingen van gelijkheid en niet-discriminatie bedoeld in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en is, meer bepaald, het onderscheid gemaakt tussen, enerzijds, artikel 301, § 2, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, dat van het recht op de uitkering tot levensonderhoud de onderhoudsschuldeiser uitsluit die ' schuldig werd bevonden aan een in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek bedoeld feit dat is gepleegd tegen [.] ...[+++]


1. « Verstößt Artikel 301 § 2 Absätze 2 und 3 des Zivilgesetzbuches gegen die Verfassungsvorschriften über Gleichheit und Nichtdiskriminierung im Sinne der Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er einen Unterschied zwischen dem Unterhaltsgläubiger, der ' einen schweren Fehler begangen hat, durch den die Fortsetzung des Zusammenlebens unmöglich gemacht wurde ' (Artikel 301 § 2 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches), einerseits und dem Unterhaltsgläubiger, der einer in den Artikeln 375, 398 bis 400, 402, 403 oder 405 des Strafgesetzbuches erwähnten ...[+++]

1. « Schendt artikel 301, § 2, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek de grondwettelijke bepalingen van gelijkheid en niet-discriminatie bedoeld in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het een onderscheid maakt tussen, enerzijds, de onderhoudsschuldeiser die een ' fout heeft begaan die de voortzetting van de samenleving onmogelijk heeft gemaakt ' (artikel 301, § 2, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek) en, anderzijds, de onderhoudsschuldeiser die schuldig werd bevonden aan een in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek bedoeld feit dat is gepleegd tegen de verweerder of aan een poging tot het plegen van een i ...[+++]


w