Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
.
Anastomose
Berührungslinie zweier Walzen
Berühungspunkt zweier Walzen
Cross-infection
Induktiver Kopplungsgrad zweier Stromkreise
Klemmpunkt
Klemmstelle
Konkubinat
Kopplungsgrad zweier Stromkreise
Potenzierung
Verbindung zweier Hohlorgane oder zweier Nerven
Verpflichtung zum Zusammenwohnen
Verstärkte Wirkung zweier gleichzeitig verabreichter
Walzenspalt
Wilde Ehe
Zusammenwohnen

Vertaling van "des zusammenwohnens zweier " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
Anastomose | Verbindung zweier Hohlorgane oder zweier Nerven

anastomose | vaatverbinding


Berührungslinie zweier Walzen | Berühungspunkt zweier Walzen | Klemmpunkt | Klemmstelle | Walzenspalt

nip


induktiver Kopplungsgrad zweier Stromkreise | Kopplungsgrad zweier Stromkreise

inductieve koppelfactor van twee stroomkringen | koppelfactor van twee stroomkringen




Cross-infection | gegenseitige Ansteckung zweier an verschiedenen Infekti

kruisinfectie | besmetting opgelopen binnen het ziekenhuis


Potenzierung | verstärkte Wirkung zweier gleichzeitig verabreichter

potentialisering | versterking van de werking van een geneesmiddel door een ander


Verpflichtung zum Zusammenwohnen

verplichting tot samenwoning


Personen, die unverheiratet zusammenwohnen

personen die ongehuwd samenwonen


IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Der Gesetzgeber versteht unter « Haushalt » « jedes Zusammenwohnen zweier Personen [.], die im ersten, zweiten oder dritten Grad weder miteinander verwandt noch verschwägert sind » (Artikel 7 § 3 Absatz 1).

De wetgever verstaat onder « huishouden » « elke samenwoning van twee personen die geen bloed- of aanverwant zijn in de eerste, tweede of derde graad » (artikel 7, § 3, eerste lid).


Die Bestimmungen von Artikel 56bis § 2 Absatz 1 der durch den königlichen Erlass vom 19. Dezember 1939 koordinierten Gesetze über die Familienzulagen für Arbeitnehmer verstossen nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie eine Vermutung einführen, dass ein Haushalt gebildet wird, im Falle des Zusammenwohnens zweier Personen unterschiedlichen Geschlechts (ausser bei Blutsverwandten und Verschwägerten bis in den dritten Grad), wohingegen diese Vermutung im Falle des Zusammenwohnens gleichgeschlechtlicher Personen nicht existiert.

De bepalingen van artikel 56bis, § 2, eerste lid, van de bij koninklijk besluit van 19 december 1939 samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, doordat zij een vermoeden dat een huishouden wordt gevormd instellen bij samenwoning van twee personen van een verschillend geslacht (behalve bij bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad), terwijl dat vermoeden niet bestaat bij samenwoning van personen van hetzelfde geslacht.


Der Verweisungsrichter fragt den Hof, ob Artikel 56bis § 2 Absatz 1 des Familienzulagengesetzes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstosse, indem eine gesetzliche Vermutung, dass ein Haushalt gebildet werde, nur im Falle des Zusammenwohnens zweier Personen unterschiedlichen Geschlechts - ausser bei Blutsverwandten und Verschwägerten bis in den dritten Grad - eingeführt werde, wohingegen diese Vermutung im Falle des Zusammenwohnens gleichgeschlechtlicher Personen nicht existiere.

De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 56bis, § 2, eerste lid, van de kinderbijslagwet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat uitsluitend een wettelijk vermoeden dat een huishouden wordt gevormd, wordt ingesteld bij samenwoning van twee personen van verschillend geslacht, bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad uitgezonderd, terwijl dat vermoeden niet bestaat bij samenwoning van personen van hetzelfde geslacht.


« Inwieweit verstossen die Bestimmungen von Artikel 56bis § 2 Absatz 1 der durch den königlichen Erlass vom 19. Dezember 1939 koordinierten Gesetze über die Familienzulagen für Arbeitnehmer gegen die Artikel 10 und 11 der koordinierten Verfassung, indem nur im Falle des Zusammenwohnens zweier Personen unterschiedlichen Geschlechts (ausser bei Blutsverwandten und Verschwägerten bis in den dritten Grad) eine gesetzliche Vermutung des Vorhandenseins eines Haushaltes eingeführt wird, während diese Vermutung im Falle des Zusammenwohnens gleichgeschlechtlicher Personen nicht existiert?

« In hoeverre schenden de bepalingen van artikel 56bis, § 2, eerste lid, van de bij koninklijk besluit van 19 december 1939 samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, doordat er uitsluitend een wettelijk vermoeden dat er huishouden wordt gevormd wordt ingesteld bij samenwoonst van twee personen van een verschillend geslacht (behalve bij bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad) terwijl dat vermoeden niet bestaat bij samenwoonst van personen van hetzelfde geslacht ?


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
« Inwieweit verstossen die Bestimmungen von Artikel 56bis § 2 Absatz 1 der durch den königlichen Erlass vom 19. Dezember 1939 koordinierten Gesetze über die Familienzulagen für Arbeitnehmer gegen die Artikel 10 und 11 der koordinierten Verfassung, indem nur im Falle des Zusammenwohnens zweier Personen unterschiedlichen Geschlechts (ausser bei Blutsverwandten und Verschwägerten bis in den dritten Grad) eine gesetzliche Vermutung des Vorhandenseins eines Haushaltes eingeführt wird, während diese Vermutung im Falle des Zusammenwohnens gleichgeschlechtlicher Personen nicht existiert?

« In hoeverre schenden de bepalingen van artikel 56bis, § 2, eerste lid, van de bij koninklijk besluit van 19 december 1939 samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, doordat er uitsluitend een wettelijk vermoeden dat er huishouden wordt gevormd wordt ingesteld bij samenwoonst van twee personen van een verschillend geslacht (behalve bij bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad) terwijl dat vermoeden niet bestaat bij samenwoonst van personen van hetzelfde geslacht ?


w