Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «des zivilgesetzbuches vorgesehene verjährungsfrist » (Allemand → Néerlandais) :

Für die Zwecke von Absatz 1 Buchstabe f dieses Artikels gilt für den Ausschluss eines Wirtschaftsteilnehmers und/oder die Verhängung finanzieller Sanktionen gegen ihn die in Artikel 3 der Verordnung (EG, Euratom) Nr. 2988/95 vorgesehene Verjährungsfrist.

Voor de toepassing van lid 1, onder f), van dit artikel geldt de verjaringstermijn voor uitsluiting en/of het opleggen van financiële sancties aan ondernemers die is vastgelegd in artikel 3 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95.


Die in vorliegendem Artikel vorgesehene Verjährungsfrist gilt nicht für Klagen, die auf Artikel 329bis begründet sind ».

De in dit artikel bepaalde verjaringstermijn geldt niet voor de op artikel 329bis gegronde vorderingen ».


Die in Artikel 2262bis des Zivilgesetzbuches vorgesehene gemeinrechtliche Verjährung betrifft die gemeinrechtliche Haftung des Architekten oder Bauunternehmers, die aufgrund von Artikel 1147 des Zivilgesetzbuches nach der Abnahme geltend gemacht werden kann wegen leichter Mängel, insbesondere Unzulänglichkeiten, die nicht die Festigkeit der Gebäude gefährden.

De in artikel 2262bis van het Burgerlijk Wetboek bedoelde gemeenrechtelijke verjaring heeft betrekking op de gemeenrechtelijke aansprakelijkheid van de architecten of aannemers die, op grond van artikel 1147 van het Burgerlijk Wetboek, na de oplevering aangevoerd kan worden wegens lichte gebreken, namelijk tekortkomingen die de stevigheid van de gebouwen niet in gevaar brengen.


« Verstoßen Artikel 350, Artikel 356-1 Absatz 2 und Artikel 356-4 des Zivilgesetzbuches, an sich oder in Verbindung miteinander, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit anderen, überstaatlichen Gesetzesbestimmungen wie der Europäischen Menschenrechtskonvention, insbesondere mit Artikel 8 dieser Konvention, insofern die Feststellung der Abstammung eines nachher adoptierten Kindes mit keiner anderen Folge als den Verbotsbestimmungen der Artikel 161 bis 164 des Zivilgesetzbuches einhergeht, im Gegensatz ...[+++]

« Schenden artikel 350, artikel 356-1, tweede lid, en artikel 356-4 van het Burgerlijk Wetboek, al dan niet in samenhang gelezen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met name artikel 8 ervan, in zoverre aan de vaststelling van de afstamming van een nadien geadopteerd kind geen ander gevolg toekomt dan de verbodsbepalingen van de artikelen 161 tot 164 van het Burgerlijk Wetboek, dit in tegenstelling tot een dergelijke vaststelling van de afstamming ten aanzien van een niet-geadopteerd natuurlijk kind, waa ...[+++]


« Wenn die mit der Mehrwertsteuer beauftragte Verwaltung vorhat, die in Artikel 81bis § 1 Absatz 2 Nr. 4 vorgesehene Verjährungsfrist anzuwenden, ist sie zur Vermeidung der Nichtigkeit der Berichtigung verpflichtet, die betreffende Person vorab schriftlich und genau von den gegen sie vorliegenden Indizien der Steuerhinterziehung für den betreffenden Zeitraum in Kenntnis zu setzen ».

« Indien zij voornemens is de verjaringstermijn bepaald in artikel 81bis, § 1, tweede lid, 4°, toe te passen, moet de administratie belast met de belasting over de toegevoegde waarde, op straffe van nietigheid van de rechtzetting, voorafgaandelijk aan de betrokkene schriftelijk en nauwkeurig kennis geven van de vermoedens van belastingontduiking die tegen hem bestaan in de betreffende periode ».


Die Übergangsentschädigung, die von dem beim Landesamt für Arbeitsbeschaffung eingerichteten Fonds für die Entschädigung der bei Unternehmensschließungen entlassenen Arbeitnehmer gezahlt wird, unterscheidet sich nicht in dem Maße von den anderen Sozialleistungen, dass es gerechtfertigt wäre, auf die Rückforderung der nichtgeschuldeten Entschädigung die in Artikel 2262bis des Zivilgesetzbuches vorgesehene Verjährungsfrist anzuwenden, während für andere vergleichbare, rechtsgrundlos gezahlte Sozialleistungen die Verjährungsfrist, je nach den Fällen, sechs Monate, drei Jahre oder fünf Jahre beträgt.

De overbruggingsvergoeding die wordt gestort door het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, dat werd opgericht bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, verschilt niet dermate van de andere sociale prestaties dat het verantwoord zou zijn de terugvordering van de onverschuldigd betaalde vergoeding aan de verjaringstermijn van artikel 2262bis van het Burgerlijk Wetboek te onderwerpen terwijl, voor andere vergelijkbare onverschuldigd betaalde sociale uitkeringen de verjaringstermijn, naar gelang van de gevallen, zes maanden, drie jaar of vijf jaar bedraagt.


In seinem Urteil Nr. 147/2008 vom 30. Oktober 2008 hat der Hof für Recht erkannt, dass Artikel 29 § 1 des vorerwähnten Gesetzes vom 26. Mai 2002 vor seiner Abänderung durch das Gesetz vom 30. Dezember 2009 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstiess, insofern die darin erwähnte Verjährungsfrist über die in Artikel 2277 des Zivilgesetzbuches vorgesehene Verjährungsfrist von fünf Jahren hinausgeht.

In zijn arrest nr. 147/2008 van 30 oktober 2008 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 29, § 1, van de voormelde wet van 26 mei 2002, vóór de wijziging ervan bij de wet van 30 december 2009, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schond in zoverre de verjaringstermijn waarnaar het verwijst, de in artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde verjaringstermijn van vijf jaar overschrijdt.


Die Entschädigung, die bei Säumigkeit des Arbeitgebers von dem beim Landesamt für Arbeitsbeschaffung eingerichteten Fonds für die Entschädigung der bei Unternehmensschliessungen entlassenen Arbeitnehmer gezahlt wird, unterscheidet sich nicht in dem Masse von den anderen Sozialleistungen, dass es gerechtfertigt wäre, auf die Rückforderung der nichtgeschuldeten Entschädigung die in Artikel 2277 des Zivilgesetzbuches vorgesehene Verjährungsfrist anzuwenden, während für andere vergleichbare, rechtsgrundlos gezahlte Sozialleistungen die Verjährungsfrist, je nach den Fällen, sechs Monate, drei Jahre oder fünf Jahre beträgt.

De vergoeding die, bij nalatigheid vanwege de werkgever, wordt gestort door het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, dat werd opgericht bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, verschilt niet dermate van de andere sociale prestaties dat het verantwoord zou zijn de terugvordering van de onverschuldigd betaalde vergoeding aan de verjaringstermijn van artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek te onderwerpen terwijl, voor andere vergelijkbare onverschuldigd betaalde sociale uitkeringen de verjaringstermijn, naar gelang van de gevallen, zes maanden, drie jaar of vijf jaar bedraagt.


Der fragliche Artikel 34 § 2 geht somit über den Rahmen der vertraglichen Zivilhaftung hinaus, auf die die in Artikel 2262bis § 1 Absatz 1 des Zivilgesetzbuches vorgesehene Verjährungsfrist Anwendung findet.

Het in het geding zijnde artikel 34, § 2, overschrijdt aldus het kader van de contractuele burgerlijke aansprakelijkheid waarop de in artikel 2262bis, § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek bedoelde verjaringstermijn van toepassing is.


Vor der Annahme des Gesetzes vom 26. Mai 2002 wurde die Verjährungsfrist der Forderung auf Rückzahlung des gezahlten Existenzminimums - und, wie später in Erinnerung gerufen wird, ist die Verjährungsfrist der Forderung auf Rückzahlung der gezahlten Sozialhilfe daraus abgeleitet - unter Bezugnahme auf die in Artikel 2277 des Zivilgesetzbuches für regelmässige Schulden vorgesehene Verjährungsfrist von fünf Jahren festgelegt.

Vóór de aanneming van de wet van 26 mei 2002 werd de verjaringstermijn van de vordering tot terugbetaling van het uitgekeerde bestaansminimum - en, zoals later eraan zal worden herinnerd, de verjaringstermijn van de vordering tot terugbetaling van de uitbetaalde maatschappelijke dienstverlening bouwt erop voort - vastgelegd onder verwijzing naar de vijfjarige verjaringstermijn bedoeld in artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek voor de periodieke schulden.


w