2. Ein Unternehmen eines Drittlands, das seine als ökologisch gekennzeichneten Erzeugnisse nach Absatz 1 in der Gemeinschaft in Verkehr bringen will, muss seine Tätigkeit einer Kontrollbehörde oder Kontrollstelle nach Artikel 9, soweit diese Kontrollen in dem Drittland der Produktion der Erzeugnisse vornimmt, oder einer nach Absatz 5 des vorliegenden Artikels anerkannten Kontrollstelle unterstellen.
2. Een marktdeelnemer uit een derde land die zijn producten op grond van lid 1 in de Gemeenschap in de handel wil brengen met de vermelding “biologisch” op het etiket, moet zijn activiteiten onderwerpen aan controle door een controle-instantie of –organisatie als bedoeld in artikel 9, mits de betrokken instantie of organisatie in het derde land van productie controles verricht, dan wel door een op grond van lid 5 van dit artikel erkende controleorganisatie.