(1a) Jede Handelsregelung der Mitgliedstaaten, die geeignet ist, den innergemeinschaftlichen Handel unmittelbar oder unmittelbar, tatsächlich oder potentiell zu behindern, ist als Maßnahme mit gleicher Wirkung wie mengenmäßige Einfuhrbeschränkungen anzusehen und damit nach Artikel 28 des Vertrags verboten.
(1 bis) Iedere handelsregeling van de lidstaten die de intracommunautaire handel al dan niet direct of indirect, feitelijk of potentieel kan belemmeren, dient als een maatregel van gelijke werking als kwantitatieve beperkingen van de invoer te worden beschouwd en is als zodanig uit hoofde van artikel 28 van het Verdrag verboden.