(4) Wird bei den amtlichen Kontrollen gemäß Absatz 2 Buchstabe b ein Verstoß festgestellt, der nicht vor der Fahrt durch eine entsprechend geänderte Planung der langen Beförderung durch den Organisator des Transports behoben wird, so untersagen die zuständigen Behörden die lange Beförderung.
4. Wanneer een geval van niet-naleving wordt vastgesteld naar aanleiding van de officiële controles als bedoeld in lid 1, onder b), die vóór het lange transport niet op passende wijze door de organisator van het vervoer is hersteld door passende wijzigingen aan de vervoersmodaliteiten aan te brengen, verbieden de bevoegde autoriteiten het lange transport.