Traduction de «des thomas more-gebäudes » (Allemand → Néerlandais) :

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Richters A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 19. November 2014 in Sachen Anne Marie Van Roy gegen die VoG « Thomas More Mechelen-Antwerpen », dessen Ausfertigung am 27. November 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Arbeitsgerichtshof Antwerpen folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 127 des Dekrets vom 13. Juli 1994 über die Hochschulen in der Flämischen Gemeinschaft gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung und die Charta der Grundrechte, dahingehend ausgelegt, dass die Einstellung von Teilzeitgastprofessoren unbegrenzt verlängert werden kann, wodurch es bei der Beendigung eines befristeten Vertrags auch dann, wenn für einen Zeitraum von mehr als drei Jahren Verträge abgeschlossen wurden, keinen Anspruch auf eine Entlassungsentschädigung gibt, während bei Arbeitnehmern, die im Rahmen eines dem Gesetz über die Arbeitsverträge unterliegenden Arbeitsvertrags beschäftigt werden, der Arbeitsvertrag nach einigen Verlängerungen in einen unbefristeten Arbeitsvertrag umgesetzt wird, so dass sie Anspruch auf eine Entlassungsentschädigung haben, insofern sie nicht unter die gesetzlich festgelegten Ausnahmen fallen ?
Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 19 november 2014 in zake Anne Marie Van Roy tegen de vzw « Thomas More Mechelen-Antwerpen », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 november 2014, heeft het Arbeidshof te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 127 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en het Handvest van de Grondrechten, in die interpretatie dat de aanstelling van deeltijdse gastprofessoren onbeperkt kan verlengd worden waardoor er bij het beëindigen van een overeenkomst voor bepaalde duur, zelfs indien er voor een periode van meer dan drie jaar overeenkomsten werden afgesloten, geen recht is op een opzeggingsvergoeding terwijl werknemers die tewerkgesteld worden met een arbeidsovereenkomst die geregeld wordt door de Arbeidsovereenkomstenwet na enkele verlengingen hun overeenkomst omgezet zien in een overeenkomst voor onbepaalde duur en derhalve recht hebben op een opzeggingsvergoeding voor zover ze niet vallen onder de wettelijk bepaalde uitzonderingen?

*die Pressevertreter werden gebeten, den Eingang des Thomas-More-Gebäudes des Gerichtshofes am Boulevard Konrad Adenauer zu benutzen.
* de pers wordt verzocht gebruik te maken van de ingang van het gebouw Thomas Moore, Boulevard Konrad Adenauer.

* die Pressevertreter werden gebeten, den Eingang des Thomas-More-Gebäudes des Gerichtshofes am Boulevard Konrad Adenauer zu benutzen.
* de pers wordt verzocht gebruik te maken van de ingang van het gebouw Thomas More, Boulevard Konrad Adenauer.

die Presse gebeten wird, den Eingang des Gebäudes Thomas More am Boulevard Konrad Adenauer (gegenüber der Europäischen Investitionsbank) zu benutzen,
de pers wordt verzocht gebruik te maken van de ingang van het gebouw Thomas More, Boulevard Konrad Adenauer;

4. stellt fest, dass der Gerichtshof, wie im Schreiben des Kanzlers vom 8. Mai 1989 an die zuständigen luxemburgischen Behörden zum Ausdruck kam, den Bezug des Thomas More-Gebäudes und von Nebengebäude C ohne schriftlichen Mietvertrag und zu den von den Luxemburger Behörden geforderten übermäßig teuren Mietbedingungen für diese Gebäude vermeiden wollte, ein Faktor, der die Verhandlungen nur hinauszögern konnte;
4. neemt kennis van de wens van het Hof, zoals verwoord in de brief van de griffier van 8 mei 1989 aan de Luxemburgse autoriteiten, om te voorkomen dat het Thomas More-gebouw en bijgebouw C zouden worden betrokken zonder schriftelijke huurovereenkomst; neemt voorts kennis van de door de Luxemburgse autoriteiten gestelde buitensporige huurvoorwaarden voor de gebouwen, een factor die de onderhandeling alleen maar langer maakte;

– in Kenntnis des Sonderberichts Nr. 5/2000 des Rechnungshofes über die Ausgaben für Gebäude des Europäischen Gerichtshofes (Nebengebäude "Erasmus", "Thomas More" und "Nebengebäude C ") zusammen mit den Antworten des Gerichtshofes ,
– gezien het speciaal verslag van de Rekenkamer nr. 5/2000 over de uitgaven voor gebouwen van het Hof van Justitie (bijgebouwen Erasmus en Thomas More, bijgebouw C), vergezeld van de antwoorden van het Hof van Justitie ,

Antwort des Berichterstatters: Als der Rechnungshof im Jahr 2000 seinen Sonderbericht über die Ausgaben für Gebäude des Europäischen Gerichtshofes (Nebengebäude „Erasmus“, „Thomas More“ und „Nebengebäude C“) veröffentlichte, empfahl er in dessen Punkt 21 (a): „Die europäischen Gemeinschaftsorgane müssen unabhängig von Form, Gegenstand (Miete, Mietkauf, Erwerb usw.) stets die vorherige Genehmigung der Haushaltsbehörde einholen, bevor sie Verpflichtungen für ein umfangreiches Immobilienvorhaben eingehen“.
In haar in 2000 gepubliceerd speciaal verslag over de uitgaven voor gebouwen van het Hof van Justitie (bijgebouwen Erasmus en Thomas Moore, bijgebouw C) deed de Rekenkamer in paragraaf 21 (a) de volgende aanbeveling: “alvorens zich in een groot vastgoedproject van welke vorm of met welk doel ook (huur, huurkoop, aankoop enz.) te begeven, moeten de communautaire instellingen altijd vooraf toestemming van de begrotingsautoriteit krijgen;

– in Kenntnis des Sonderberichts Nr. 5/2000 des Rechnungshofes über die Ausgaben für Gebäude des Europäischen Gerichtshofes (Nebengebäude „Erasmus“, „Thomas More“ und „Nebengebäude C „) zusammen mit den Antworten des Gerichtshofes,
– gezien het speciaal verslag van de Rekenkamer nr. 5/2000 over de uitgaven voor gebouwen van het Hof van Justitie (bijgebouwen Erasmus en Thomas Moore, bijgebouw C), vergezeld van de antwoorden van het Hof van Justitie,

- in Kenntnis des Jahresberichts des Rechnungshofs zum Haushaltsjahr 1999 zusammen mit den Antworten der Organe (C5-0617/2000 ) und den Sonderbericht Nr. 5/2000 über die Ausgaben für Gebäude des Europäischen Gerichtshofes (Nebengebäude Erasmus, Thomas More und Nebengebäude C), zusammen mit den Antworten des Gerichtshofes,
- gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de activiteiten in het kader van de algemene begroting, vergezeld van de antwoorden van de instellingen (C5-0617/2000 ) en speciaal verslag nr. 5/2000 over de uitgaven voor gebouwen van het Hof van Justitie (bijgebouwen Erasmus en Thomas More, bijgebouw C), vergezeld van de antwoorden van het Hof van Justitie ,

In seinem Entscheid vom 19. November 2014 in Sachen Anne Marie Van Roy gegen die VoG « Thomas More Mechelen-Antwerpen », dessen Ausfertigung am 27. November 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Arbeitsgerichtshof Antwerpen folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt:
Bij arrest van 19 november 2014 in zake Anne Marie Van Roy tegen de vzw « Thomas More Mechelen-Antwerpen », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 27 november 2014, heeft het Arbeidshof te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld :