Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Den

Vertaling van "des strafgesetzbuchs schuldig gesprochen wurde " (Duits → Nederlands) :

F. in der Erwägung, dass das Gericht des Stadtbezirks Leninski in Hrodna am 5. Juli 2011 ein Urteil gefällt hat, in dem Andrzej Poczobut vom Vorwurf der Beleidigung des Präsidenten nach Artikel 368 Absatz 1 des Strafgesetzbuchs freigesprochen, aber wegen Verleumdung des Präsidenten nach Artikel 367 Absatz 1 des Strafgesetzbuchs schuldig gesprochen wurde;

F. overwegende dat de Leninski-rechtbank van Grodno op 5 juli 2011 een vonnis heeft geveld waarin de heer Poczobut op grond van deel 1, artikel 368, van het Strafwetboek werd vrijgesproken van belediging van de president, maar op grond van deel 1, artikel 367, van het Strafwetboek schuldig werd bevonden aan smaad van de president;


F. in der Erwägung, dass das Gericht des Stadtbezirks Leninski in Hrodna am 5. Juli 2011 ein Urteil gefällt hat, in dem Andrzej Poczobut vom Vorwurf der Beleidigung des Präsidenten nach Artikel 368 Absatz 1 des Strafgesetzbuchs freigesprochen, aber wegen Verleumdung des Präsidenten nach Artikel 367 Absatz 1 des Strafgesetzbuchs schuldig gesprochen wurde;

F. overwegende dat de Leninski-rechtbank van Grodno op 5 juli 2011 een vonnis heeft geveld waarin de heer Poczobut op grond van deel 1, artikel 368, van het Strafwetboek werd vrijgesproken van belediging van de president, maar op grond van deel 1, artikel 367, van het Strafwetboek schuldig werd bevonden aan smaad van de president;


N. in der Erwägung, dass Viktor Uspaskich am 12. Juli 2013 vom Regionalgericht Wilna schuldig gesprochen wurde, Vergehen gemäß Artikel 24 Absatz 4 in Verbindung mit Artikel 182 Absatz 2 und 222 Absatz 1 des litauischen Strafgesetzbuchs begangen zu haben, und in der Erwägung, dass Viktor Uspaskich dazu verurteilt wurde, vier Jahre Haft in einer Strafvollzugsanstalt zu verbringen;

N. overwegende dat Viktor Uspaskich op 12 juli 2013 door de arrondissementsrechtbank van Vilnius schuldig werd bevonden aan de hem ten laste gelegde feiten als bedoeld in artikel 24, lid 4, junctis de artikelen 182, lid 2, en 222, lid 1, van het Litouwse wetboek van strafrecht, en op grond daarvan werd veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf;


N. in der Erwägung, dass Viktor Uspaskich am 12. Juli 2013 vom Regionalgericht Wilna schuldig gesprochen wurde, Vergehen gemäß Artikel 24 Absatz 4 in Verbindung mit Artikel 182 Absatz 2 und 222 Absatz 1 des Strafgesetzbuchs der Republik Litauen begangen zu haben, und in der Erwägung, dass Viktor Uspaskich dazu verurteilt wurde, vier Jahre Haft in einer Strafvollzugsanstalt zu verbringen;

N. overwegende dat Viktor Uspaskich op 12 juli 2013 door de arrondissementsrechtbank van Vilnius schuldig werd bevonden aan de hem ten laste gelegde feiten als bedoeld in artikel 24, lid 4, junctis de artikelen 182, lid 2, en 222, lid 1, van het wetboek van strafrecht van de Republiek Litouwen, en op grond daarvan werd veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf;


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 13. Januar 2016 in Sachen F.D. gegen M.V., dessen Ausfertigung am 3. Februar 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Gerichts erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 1253ter/5 in fine des Gerichtsgesetzbuches, der die faktisch Zusammenwohnenden eindeutig von seinem Anwendungsbereich ausschließt, insbesondere gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit anderen, überstaatlichen Gesetzesbestimmungen wie der Europäischen ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 13 januari 2016 in zake F.D. tegen M.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 februari 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1253ter/5, in fine, van het Gerechtelijk Wetboek, dat de feitelijk samenwonenden duidelijk van het toepassingsgebied ervan uitsluit, niet met name de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het, in ...[+++]


1. « Verstößt Artikel 301 § 2 Absätze 2 und 3 des Zivilgesetzbuches gegen die Verfassungsvorschriften über Gleichheit und Nichtdiskriminierung im Sinne der Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er einen Unterschied zwischen dem Unterhaltsgläubiger, der ' einen schweren Fehler begangen hat, durch den die Fortsetzung des Zusammenlebens unmöglich gemacht wurde ' (Artikel 301 § 2 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches), einerseits und dem Unterhaltsgläubiger, der einer in den Artikeln 375, 398 bis 400, 402, 403 oder 405 des Strafgesetzbuches er ...[+++]

1. « Schendt artikel 301, § 2, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek de grondwettelijke bepalingen van gelijkheid en niet-discriminatie bedoeld in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het een onderscheid maakt tussen, enerzijds, de onderhoudsschuldeiser die een ' fout heeft begaan die de voortzetting van de samenleving onmogelijk heeft gemaakt ' (artikel 301, § 2, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek) en, anderzijds, de onderhoudsschuldeiser die schuldig werd bevonden aan een in de artikelen 375, 398 tot 400, 4 ...[+++]


2. « Verstößt Artikel 301 § 2 Absatz 3 des Zivilgesetzbuches in Verbindung mit den Artikeln 1447 Absatz 2 und 223 Absatz 3 des Zivilgesetzbuches gegen die Verfassungsvorschriften über Gleichheit und Nichtdiskriminierung im Sinne der Artikel 10 und 11 der Verfassung, und ist insbesondere die Unterscheidung zwischen Artikel 301 § 2 Absatz 3 des Zivilgesetzbuches, der das Recht auf Unterhalt ausschließt für den Unterhaltsgläubiger, ' der einer in den Artikeln 375, 398 bis 400, 402, 403 oder 405 des Strafgesetzbuches erwähnten Tat, die gegen [den] Beklagten begangen wurde, oder des ...[+++]

2. « Schendt artikel 301, § 2, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, in samenhang gelezen met de artikelen 1447, tweede lid, en 223, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, de grondwettelijke bepalingen van gelijkheid en niet-discriminatie bedoeld in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en is, meer bepaald, het onderscheid gemaakt tussen, enerzijds, artikel 301, § 2, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, dat van het recht op de uitkering tot levensonderhoud de onderhoudsschuldeiser uitsluit die ' schuldig werd bevonden aan een in d ...[+++]


E. in der Erwägung, dass inzwischen nahezu 30 % der Beschwerden, die gegenwärtig beim Europäischen Gerichtshof für Menschenrechte anhängig sind, Russland betreffen, was eine deutlich höhere Zahl als im Falle anderer Länder ist; in der Erwägung, dass der Europäische Gerichtshof für Menschenrechte mehr als 150 Urteile gefällt hat, in denen Russland schwerwiegender Menschenrechtsverletzungen in Tschetschenien schuldig gesprochen wurde; in der Erwägung, dass Russland den Opfern zwar weiterhin die vorgeschriebene fin ...[+++]

E. overwegende dat ongeveer 30% van de zaken die momenteel wachten op behandeling door het Europees Hof voor de rechten van de mens betrekking heeft op Rusland, dat is meer dan van welk ander land dan ook; overwegende dat het Europees Hof voor de rechten van de mens meer dan 150 uitspraken heeft gedaan waarin Rusland verantwoordelijk wordt geacht voor ernstige mensenrechtenschendingen in Tsjetsjenië; overwegende dat Rusland de slachtoffers weliswaar financieel schadeloosstelt, maar nog altijd niet zorgt voor een gedegen uitvoering v ...[+++]


In keinem Fall wird der Unterhalt dem Ehegatten zuerkannt, der einer in den Artikeln 375, 398 bis 400, 402, 403 oder 405 des Strafgesetzbuches erwähnten Tat, die gegen die Person des Beklagten begangen wurde, oder des Versuchs, eine in den Artikeln 375, 393, 394 oder 397 desselben Gesetzbuches erwähnte Tat gegen dieselbe Person zu begehen, für schuldig befunden wurde.

In geen geval wordt de uitkering tot levensonderhoud toegekend aan de echtgenoot die schuldig werd bevonden aan een in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek bedoeld feit dat is gepleegd tegen de persoon van de verweerder of aan een poging tot het plegen van een in de artikelen 375, 393, 394 of 397 van hetzelfde Wetboek bedoeld feit tegen diezelfde persoon.


In keinem Fall wird der Unterhalt dem Ehegatten zuerkannt, der einer in den Artikeln 375, 398 bis 400, 402, 403 oder 405 des Strafgesetzbuches erwähnten Tat, die gegen die Person des Beklagten begangen wurde, oder des Versuchs, eine in den Artikeln 375, 393, 394 oder 397 desselben Gesetzbuches erwähnte Tat gegen dieselbe Person zu begehen, für schuldig befunden wurde.

In geen geval wordt de uitkering tot levensonderhoud toegekend aan de echtgenoot die schuldig werd bevonden aan een in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetboek bedoeld feit dat is gepleegd tegen de persoon van de verweerder of aan een poging tot het plegen van een in de artikelen 375, 393, 394 of 397 van hetzelfde Wetboek bedoeld feit tegen diezelfde persoon.


w