Die klagende Partei ist der Auffassung, dass der Dekretgeber dadurch, dass er die aktive Kenntnis der niederländischen Sprache auf Seiten des Verantwortlichen und eines der Kinderbetreuer vorschreibe, um die Genehmigung zum Organisieren einer Kinderbetreuung zu erlangen, eine Maßnahme zur Regelung des Sprachengebrauchs ergriffen habe.
De verzoekende partij is van mening dat door de actieve kennis van het Nederlands bij de verantwoordelijke en bij een van de kinderbegeleiders te vereisen voor het verkrijgen van de vergunning om kinderopvang te organiseren, de decreetgever een maatregel heeft genomen die het gebruik van de talen regelt.