Der Verfasser des Ordonnanzvorschlags erinnert daran, dass sie « bezweckt, ein Gremium zu schaffen, das die Qualität der Dienstleistungen überwachen soll; die Bestimmungen des Zivilgesetzbuches bezüglich des Miteigentums werden nicht geändert » (ebenda).
De auteur van het voorstel van ordonnantie herinnert eraan dat die « ertoe strekt een orgaan in het leven te roepen dat belast is met de controle van de kwaliteit van de dienstverlening : de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake mede-eigendom worden niet gewijzigd » (ibid. ).
