2.6.3. Das Antigen wird ohne Bezug auf die Zellkonzentration aufbereitet. Seine Empfindlichkeit ist jedoch im Verhältnis zum OIEISS so zu standardisieren, dass entweder eine 50 % Agglutination mit einer Serum-Endverdünnung zwischen 1/600 und 1/1000 oder eine 75 % Agglutination mit einer Serum-Endverdünnung zwischen 1/500 und 1/750 gewährleistet ist.
2.6.3. Het antigeen wordt bereid zonder rekening te houden met de celconcentratie, maar de gevoeligheid ervan moet worden gekalibreerd ten opzichte van het OIEISS op zodanige wijze dat hetzij een 50 %-agglutinatie optreedt bij een eindverdunning van het OIEISS tussen 1/600 en 1/1000, hetzij een 75 %-agglutinatie bij een eindverdunning van het OIEISS tussen 1/500 en 1/750.