(5) Im Falle der Ergreifung auf frischer Tat bei Verübung eines Verbrechens hat die Behörde dem Präsidenten des Nationalrates sogleich die geschehene Verhaftung bekanntzugeben.
(5) Ingeval een lid van de Nationalrat bij ontdekking op heterdaad van het plegen van een misdrijf wordt aangehouden, dient de bevoegde autoriteit de voorzitter van de Nationalrat daarvan onverwijld in kennis te stellen.