Insbesondere in seinem Urteil zur Rechtssache Pfleiderer von 2011 hat der Gerichtshof der Europäischen Union (nachfolgend: ‚der Gerichtshof’)[7] festgehalten, dass es in Ermangelung einschlägiger EU-Rechtsvorschriften dem einzelstaatlichen Gericht obliegt, auf der Grundlage einzelstaatlicher Rechtsvorschriften oder auf Einzelfallbasis zu entscheiden, ob Akten - einschließlich im Rahmen des Kronzeugenprogramms - offenzulegen sind oder nicht.
Met name in het Pfleiderer-arrest uit 2011 heeft het Europees Hof van Justitie (hierna "het Hof" genoemd)[7] geoordeeld dat, bij gebrek aan EU-recht, de nationale rechter op basis van nationaal recht en per geval moet oordelen om de openbaarmaking van documenten, met inbegrip van clementiestukken, al dan niet toe te staan.