Vertaling van "des gesetzbuches eröffnetes " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Zivilgesetzbuch [ Bürgerliches Gesetzbuch ]
burgerlijk wetboek

Konkurse die über ein und dasselbe Vermögen eröffnet werden
faillissmenten terzake van hetzelfde vermogen

individuell eröffnetes Konto
geïndividualiseerde rekening

Friedensrichter des Ortes, in dem die Vormundschaft eröffnet worden ist
vrederechter van de plaats waar de voogdij is opengevallen

im Anschluß an ein anderes Verfahren eröffneter Konkurs
faillietverklaring na een reeds lopende andere regeling | faillissement als gevolg van een reeds lopende andere regeling

Wallonisches Gesetzbuch über die Raumordnung, den Städtebau und das Erbe
Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedebouw en Patrimonium

Gesetzbuch [ Kodifizierung ]
wetboek [ codificatie ]

Gesetzbuch
code

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Gleichzeitig zahlen die in Artikel 488 desselben Gesetzbuches erwähnten Behörden die unter Buchstabe a) erwähnten Beträge auf ein Sonderkonto ein, das zu diesem Zweck von jeder Rechtsanwaltschaft unter der Rubrik ' Entschädigung Rechtsanwälte ' eröffnet wird.
Terzelfder tijd maken de overheden omschreven in artikel 488 van hetzelfde Wetboek de bedragen bedoeld in a) over op een bijzondere rekening die elke balie daartoe onder de rubriek ' vergoeding advocaten ' opent;

2. Sind die Artikel 43, 702 und 860 und folgende des Gerichtsgesetzbuches, an sich oder in Verbindung miteinander und gegebenenfalls juncto Artikel 17 desselben Gesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass sie die Ladung, die irrtümlicherweise an eine andere Person gerichtet wurde als diejenige, an die sie hätte gerichtet werden sollen, von der Regelung der Nichtigkeiten ausschließen, vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der koordinierten Verfassung, indem sie einen Unterschied einführen zwischen der Ladung, die an eine andere juristische Person gerichtet wurde als diejenige, die namentlich hätte anvisiert werden sollen, während die irrtümlicherweise geladene Person Rechtspersönlichkeit besitzt, wobei die Ladung nicht zulässig ist und der begangene Fehler nicht das Recht eröffnet, sich auf die Regelung der Nichtigkeiten zu berufen, und der Ladung, die eine dieser Angaben nicht enthält, einschließlich der Bezeichnung der geladenen Person, wobei diese Unzulänglichkeit im Gegenteil die Berufung auf die genannte Regelung ermöglicht?
2. Zijn de artikelen 43, 702 en 860 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, samen of afzonderlijk en in voorkomend geval juncto artikel 17 van hetzelfde Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat zij de dagvaarding die verkeerdelijk is gericht tegen een andere persoon dan die tegen welke zij had moeten worden gericht, uitsluiten van het stelsel van de nietigheden, bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet in zoverre zij een onderscheid invoeren tussen de dagvaarding die is gericht tegen een andere rechtspersoon dan die welke met name had moeten worden beoogd terwijl de verkeerdelijk gedagvaarde persoon over rechtspersoonlijkheid beschikt, dagvaarding die niet ontvankelijk is en waarvoor de begane vergissing niet het recht opent om zich op het stelsel van de nietigheden te beroepen, en die welke niet een van die vermeldingen, met inbegrip van de benaming van de gedagvaarde persoon, bevat, tekortkoming die het daarentegen wel mogelijk maakt van het genoemde stelsel gebruik te maken ?

Sind die Artikel 43, 702 und 860 und folgende des Gerichtsgesetzbuches, an sich oder in Verbindung miteinander und gegebenenfalls juncto Artikel 17 desselben Gesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass sie die Ladung, die irrtümlicherweise an eine andere Person gerichtet wurde als diejenige, an die sie hätte gerichtet werden sollen, von der Regelung der Nichtigkeiten ausschließen, vereinbar mit den Artikeln 10 und 11 der koordinierten Verfassung, indem sie einen Unterschied einführen zwischen der Ladung, die an eine andere juristische Person gerichtet wurde als diejenige, die namentlich hätte anvisiert werden sollen, während die irrtümlicherweise geladene Person Rechtspersönlichkeit besitzt, wobei die Ladung nicht zulässig ist und der begangene Fehler nicht das Recht eröffnet, sich auf die Regelung der Nichtigkeiten zu berufen, und der Ladung, die an die betreffende Person gerichtet ist, wobei aber die Angaben (genaue Bezeichnung, Wohnsitz oder Gesellschaftssitz, Rechtsform) nicht alle richtig sind, wobei die Ladung zwar nichtig, diese Nichtigkeit aber relativ ist?
Zijn de artikelen 43, 702 en 860 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, samen of afzonderlijk en in voorkomend geval juncto artikel 17 van hetzelfde Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat zij de dagvaarding die verkeerdelijk is gericht tegen een andere persoon dan die tegen welke zij had moeten worden gericht, uitsluiten van het stelsel van de nietigheden, bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet in zoverre zij een onderscheid invoeren tussen de dagvaarding die is gericht tegen een andere rechtspersoon dan die welke met name had moeten worden beoogd terwijl de verkeerdelijk gedagvaarde persoon over rechtspersoonlijkheid beschikt, dagvaarding die niet ontvankelijk is en waarvoor de begane vergissing niet het recht opent om zich op het stelsel van de nietigheden te beroepen, en die welke is gericht tegen de betrokkene wiens gegevens (precieze benaming, woonplaats of maatschappelijke zetel, rechtsvorm) echter niet allemaal juist zijn, dagvaarding die nietig is maar een relatieve nietigheid heeft ?

Aus dem Urteil geht hervor, dass sich der vor dem Staatsrat angefochtene Akt auf den Beschluss des Hohen Justizrates im Rahmen des Verfahrens des dritten Zugangsweges zum Amt eines Magistrats bezieht, welches durch das Gesetz vom 7. April 2005 zur Einfügung der Artikel 187bis, 187ter, 191bis, 191ter, 194bis und 194ter in das Gerichtsgesetzbuch und zur Abänderung der Artikel 259bis -9 und 259bis -10 desselben Gesetzbuches eröffnet wurde.
Uit het arrest blijkt dat de voor de Raad van State bestreden akte betrekking heeft op de beslissing die door de Hoge Raad voor de Justitie is genomen in het raam van de procedure van de derde toegangsweg tot het ambt van magistraat die is opengesteld bij de wet van 7 april 2005 tot invoeging van de artikelen 187bis, 187ter, 191bis, 191ter, 194bis en 194ter in het Gerechtelijk Wetboek en tot wijziging van de artikelen 259bis -9 en 259bis -10 van hetzelfde Wetboek.

7° eigene Finanzmittel: die von einer Gesellschaft gehaltenen Barmittel, ausserhalb derjenigen, die auf ihr bei der Wallonischen Gesellschaft in Anwendung von Artikel 135 § 3 des Gesetzbuches eröffnetes laufendes Konto eingezahlt werden, mit Ausnahme der Beträge, die dem Reinerlös der Abtretung entsprechen, und der unmittelbar bezogenen Investitionszuschüsse;
7° eigen thesaurie : de middelen waarover een maatschappij beschikt met uitzondering van de op haar lopende rekening die bij de Waalse Huisvestingsmaatschappij wordt geopend, gestorte middelen overeenkomstig artikel 135, § 3, van de Code, met uitsluiting van bedragen die overeenkomen met de netto-opbrengst van de overdracht en van de investeringstoelagen die rechtstreeks worden ontvangen;

In Abweichung von § 1 beläuft sich der Immobiliensteuervorabzug für die Immobiliengüter, deren Renovierung mit dem Zweck, sie in Passivhäuser umzubauen, den Anspruch auf die Gewährung der in Artikel 145/24, § 2, Absatz 1, 3° vorliegenden Gesetzbuches vorgesehenen Steuerermässigung eröffnet hat, die spätestens am 31. Dezember 2012 zum ersten Mal als Passivhäuser bewohnt worden sind, und die am 1. Januar des Steuerjahres die einzige Wohnung des Steuerpflichtigen im Sinne von Artikel 257, Absatz 1, 1° sind, die er an diesem Datum persönlich bewohnt, auf den folgenden Prozentsatz des am 1. Januar des Steuerjahres festgestellten Katastereinkommens, dies in Ubereinstimmung mit Artikel 518:
Voor de onroerende goederen waarvan de vernieuwing met het oog op hun verbouwing tot passiefhuizen het recht heeft geopend op de toekenning van de belastingvermindering bepaald bij artikel 145/24, § 2, eerste lid, 3°, van dit Wetboek, die voor het eerst uiterlijk 31 december 2012 als passiefhuizen werden bewoond, die op 1 januari van het aanslagjaar de enige woning van de belastingplichtige vormen in de zin van artikel 257, eerste lid, 1°, en die hij op dezelfde datum persoonlijk bewoont, bedraagt de onroerende voorheffing, in afwijking van § 1, volgend percentage van het kadastraal inkomen, zoals vastgelegd op 1 januari van het aanslagjaar, overeenkomstig artikel 518: