Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Autoimmun
Betriebliche Umweltpolitik
Dem gegenüber Rechnung abgelegt wird
Einfühlsam gegenüber dem Produktionsteam sein
Gegenüber dem eigenen Organismus immun
Gerichtsgesetzbuch
Passagiere zuvorkommend behandeln
SVU
Sich Fahrgästen gegenüber freundlich verhalten
Soziale Verantwortung von Unternehmen
Unternehmensumweltpolitik
Verantwortung des Unternehmens gegenüber der Umwelt
Verbindlichkeit gegenüber Dritten
Verbinglichkeit gegenüber Dritten
Wirksam Dritten gegenüber
Wirksamkeit gegenüber Dritten
Wirkung gegenüber Dritten
ökologische Verantwortung des Unternehmens

Vertaling van "des gerichtsgesetzbuches gegenüber " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE




Wirksamkeit gegenüber Dritten | Wirkung gegenüber Dritten

werking jegens derden


soziale Verantwortung von Unternehmen [ betriebliche Umweltpolitik | ökologische Verantwortung des Unternehmens | SVU | Unternehmensumweltpolitik | Verantwortung des Unternehmens gegenüber der Gesellschaft | Verantwortung des Unternehmens gegenüber der Umwelt ]

sociale verantwoordelijkheid van ondernemingen [ ecologische verantwoordelijkheid | maatschappelijk verantwoord ondernemen | milieubeleid van een bedrijf | milieubeleid van een onderneming ]


Verbindlichkeit gegenüber Dritten | Verbinglichkeit gegenüber Dritten

verplichting ten opzichte van derden


autoimmun | gegenüber dem eigenen Organismus immun

auto-immuun | met betrekking tot afweerstoffen gericht tegen de eigen lichaamsweefsels


dem gegenüber Rechnung abgelegt wird

aan wie de rekening gedaan is


wirksam Dritten gegenüber

aan derden kunnen worden tegengeworpen


einfühlsam gegenüber dem Produktionsteam sein

empathie hebben voor het productieteam


Passagiere zuvorkommend behandeln | sich Fahrgästen gegenüber freundlich verhalten

vriendelijk zijn tegen passagiers | vriendelijk zijn tegen reizigers
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Aus der Akte, die dem Gerichtshof übermittelt wurde, und dem Wortlaut der Vorabentscheidungsfrage geht hervor, dass der Gerichtshof gebeten wird, über die Vereinbarkeit der Beträge der Mittel, die durch das Gesetz vom 4. März 2013 und durch das Gesetz vom 24. Juni 2013 gegenüber der Zuweisung 56.11.34.41.45 des Haushalts des Föderalen Öffentlichen Dienstes Justiz eingetragen sind, mit Artikel 23 Absatz 3 Nr. 2 der Verfassung zu befinden, insofern durch die Beträge der vorerwähnten Mittel, da der Wert des in den vorerwähnten Artikeln 5 ...[+++]

Uit het aan het Hof overgezonden dossier en uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag blijkt dat het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met artikel 23, derde lid, 2°, van de Grondwet, van de bedragen van de kredieten die bij de wet van 4 maart 2013 en bij de wet van 24 juni 2013 tegenover basisallocatie 56.11.34.41.45 van de begroting van de Federale Overheidsdienst Justitie zijn ingeschreven, in zoverre, door de waarde van het punt waarvan sprake is in de voormelde artikelen 508/19 van het Gerechtelijk Wetboek en 2 van het koninklijk besluit van 20 december 1999, tot 25,76 euro te beperken, de bedragen v ...[+++]


b) Verstößt in dem Fall, dass Artikel 1022 Absatz 7 des Gerichtsgesetzbuches, dahin ausgelegt, dass er auf Artikel 2 beziehungsweise auf die Artikel 2 und 3, und nicht ausschließlich auf Artikel 3 des königlichen Erlasses vom 26. Oktober 2007 zur Festlegung des Tarifs der in Artikel 1022 des Gerichtsgesetzbuches erwähnten Verfahrensentschädigung und zur Festlegung des Datums des Inkrafttretens der Artikel 1 bis 13 des Gesetzes vom 21. April 2007 über die Rückforderbarkeit der Rechtsanwaltshonorare und -kosten verweist, nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstößt, diese ...[+++]

b. Indien artikel 1022, zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat het verwijst naar artikel 2, en zelfs naar de artikelen 2 en 3, en niet uitsluitend naar artikel 3 van het koninklijk besluit van 26 oktober 2007 tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat, niet strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, schendt diezelfde bepaling, in die interpretatie, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, aangezien zij het mogelijk z ...[+++]


« 1. a) Verstößt Artikel 1022 Absatz 7 des Gerichtsgesetzbuches, dahin ausgelegt, dass er auf Artikel 2 beziehungsweise auf die Artikel 2 und 3, und nicht ausschließlich auf Artikel 3 des königlichen Erlasses vom 26. Oktober 2007 zur Festlegung des Tarifs der in Artikel 1022 des Gerichtsgesetzbuches erwähnten Verfahrensentschädigung und zur Festlegung des Datums des Inkrafttretens der Artikel 1 bis 13 des Gesetzes vom 21. April 2007 über die Rückforderbarkeit der Rechtsanwaltshonorare und -kosten verweist, gegen die Artikel 10 und 1 ...[+++]

« 1. a. Schendt artikel 1022, zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat het verwijst naar artikel 2, en zelfs naar de artikelen 2 en 3, en niet uitsluitend naar artikel 3 van het koninklijk besluit van 26 oktober 2007 tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de schuldena ...[+++]


Verstößt Artikel 1122 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er dazu führt, dass die durch eine Schiedsentscheidung benachteiligten Dritten vom Vorteil des Dritteinspruchs ausgeschlossen werden, während ein Schiedsspruch Dritten gegenüber die gleichen Folgen hat wie ein Urteil und die durch ein Urteil benachteiligten Dritten ein Dritteinspruchsverfahren einleiten können?

Schendt artikel 1122 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het ertoe leidt de door een arbitrale beslissing benadeelde derden uit te sluiten van het voordeel van het derdenverzet, terwijl een arbitrale uitspraak voor de derden dezelfde gevolgen heeft als een vonnis en de door een vonnis benadeelde derden een procedure tot derdenverzet kunnen instellen ?


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
« Verstößt Artikel 1253ter/5 in fine des Gerichtsgesetzbuches, der die faktisch Zusammenwohnenden eindeutig von seinem Anwendungsbereich ausschließt, insbesondere gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit anderen, überstaatlichen Gesetzesbestimmungen wie der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem er in dem Fall, dass ein faktisch zusammenwohnender Partner sich seinem Lebenspartner gegenüber einer in Artikel 37 ...[+++]

« Schendt artikel 1253ter/5, in fine, van het Gerechtelijk Wetboek, dat de feitelijk samenwonenden duidelijk van het toepassingsgebied ervan uitsluit, niet met name de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het, in het geval dat een feitelijk samenwonende zich tegenover de andere schuldig zou hebben gemaakt aan een feit als bedoeld in de artikelen 375, 398 tot 400, 402, 403 of 405 van het Strafwetb ...[+++]


Verstößt Artikel 1122 des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er dazu führt, dass die durch eine Schiedsentscheidung benachteiligten Dritten vom Vorteil des Dritteinspruchs ausgeschlossen werden, während ein Schiedsspruch Dritten gegenüber die gleichen Folgen hat wie ein Urteil und die durch ein Urteil benachteiligten Dritten ein Dritteinspruchsverfahren einleiten können?

Schendt artikel 1122 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het ertoe leidt de door een arbitrale beslissing benadeelde derden uit te sluiten van het voordeel van het derdenverzet, terwijl een arbitrale uitspraak voor de derden dezelfde gevolgen heeft als een vonnis en de door een vonnis benadeelde derden een procedure tot derdenverzet kunnen instellen ?


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 13. Januar 2016 in Sachen F.D. gegen M.V., dessen Ausfertigung am 3. Februar 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Gerichts erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 1253ter/5 in fine des Gerichtsgesetzbuches, der die faktisch Zusammenwohnenden eindeutig von seinem Anwendungsbereich ausschließt, insbesondere gegen die Artikel 10 und 11 der Verfa ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 13 januari 2016 in zake F.D. tegen M.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 3 februari 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 1253ter/5, in fine, van het Gerechtelijk Wetboek, dat de feitelijk samenwonenden duidelijk van het toepassingsgebied ervan uitsluit, niet met name de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het, in ...[+++]


« Verstösst die Bestimmung von Artikel 1017 Absatz 1 des Gerichtsgesetzbuches in Verbindung mit den Artikeln 1018 und 1022 desselben Gesetzbuches in der zurzeit geltenden Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, dahingehend ausgelegt, dass in einer Streitsache vor dem Zivilrichter in Bezug auf Rechtsdurchsetzungsmassnahmen im Sinne von Titel VI Kapitel I Abschnitte 5 und 7 des Flämischen Raumordnungskodex die die Wiederherstellung beantragende Behörde, die eine Wiederherstellungsklage eingeleitet hat, oder die Flämische Re ...[+++]

« Schendt de bepaling van artikel 1017, eerste lid Ger.W., gelezen in samenhang met de artikelen 1018 Ger.W. en 1022 Ger.W., zoals op heden van toepassing, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie dat in een geschil voor de burgerlijke rechter aangaande handhavingsmaatregelen, zoals bepaald in Titel VI, Hoofdstuk I, afdeling 5 en afdeling 7 van de VCRO, de herstelvorderende overheid die een herstelvordering heeft ingeleid dan wel het Vlaams Gewest tegen wie de opheffing van een bekrachtigd stakingsbevel wordt gevorderd als de in het ongelijk gestelde partij in de zin van artikel 1017, eerste lid Ger.W. niet kan worden v ...[+++]


Der erste Klagegrund ist gegen das vollständige Kapitel II des Gesetzes vom 25. April 2007 « zur Abänderung des Gerichtsgesetzbuches, insbesondere der Bestimmungen bezüglich des Gerichtspersonals der Stufe A, der Greffiers und der Sekretäre sowie der Bestimmungen bezüglich des Gerichtswesens » (nachstehend: Gesetz vom 25. April 2007 zur Abänderung des Gerichtsgesetzbuches) gerichtet und abgeleitet aus einem Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikel 151 § 1 und mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, da die Bestimmungen dieses ...[+++]

Het eerste middel is gericht tegen het volledige hoofdstuk II van de wet van 25 april 2007 « tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzonderheid met betrekking tot bepalingen inzake het gerechtspersoneel van het niveau A, de griffiers en de secretarissen en inzake de rechterlijke organisatie » (hierna : wet van 25 april 2007 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek), en is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 151, § 1, ervan en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat de bepalingen van dat hoofdstuk een achteruitgang zouden inhouden ...[+++]


Mit Artikel 1288 Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches, in der durch das obengenannte Gesetz vom 30. Juni 1994 eingefügten Fassung, hat der Gesetzgeber in Anbetracht der Unterhaltspflicht der geschiedenen Ehegatten ihren unterhaltsberechtigten Kindern im Sinne von Artikel 1254 des Gerichtsgesetzbuches gegenüber die Möglichkeit geschaffen, den Beitrag eines jeden der beiden Ehegatten zum Lebensunterhalt, zur Erziehung und zur angemessenen Ausbildung dieser Kinder abändern zu lassen, wenn sich aufgrund neuer, vom Willen der Parteien unabhängiger Umstände ihre Lage oder die Lage ihrer Kinder einschneidend ändert.

Met artikel 1288, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals ingevoegd bij de voormelde wet van 30 juni 1994, heeft de wetgever de mogelijkheid gecreëerd om, gelet op de jegens de uitkeringsgerechtigde kinderen, bedoeld in artikel 1254 van het Gerechtelijk Wetboek, bestaande onderhoudsverplichting van de uit de echt gescheiden echtgenoten, de bijdrage van elk van beide echtgenoten in het levensonderhoud, de opvoeding en de passende opleiding van die kinderen, te laten wijzigen wanneer nieuwe omstandigheden buiten de wil van de partijen hun toestand of die van hun kinderen ingrijpend wijzigen.


w