Jeder Mitgliedstaat hat die Amtssprache bzw. die Amtssprachen der Organe der Europäischen Gemeinschaft anzugeben, die er außer seiner bzw. seinen eigenen für die Ausfuellung des Formblatts zulässt.
Elke lidstaat doet opgave van de officiële taal of talen van de instellingen van de Europese Gemeenschap, andere dan zijn eigen taal of talen, die voor de invulling van de formulieren worden aanvaard.