Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «des estgb 1992 ergibt » (Allemand → Néerlandais) :

Aus diesen Artikeln des EStGB 1992 ergibt sich, dass eine interkommunale Struktur, die nachweist, dass sie kein Unternehmen beziehungsweise keine Geschäfte mit gewinnbringendem Zweck betreibt, oder die sich in einer der spezifischen Situationen im Sinne der Artikel 181 und 182 desselben Gesetzbuches befindet, nicht der Gesellschaftssteuer, sondern weiterhin der Steuer der juristischen Personen unterliegt.

Uit die artikelen van het WIB 1992 kan worden afgeleid dat een intercommunale structuur die aantoont dat zij geen onderneming exploiteert of zich niet met verrichtingen van winstgevende aard bezighoudt of die zich bevindt in één van de specifieke situaties bepaald bij de artikelen 181 en 182 van hetzelfde Wetboek, niet aan de vennootschapsbelasting is onderworpen en aan de rechtspersonenbelasting onderworpen blijft.


Aus der Verbindung der Artikel 378, 380, 381 und 382 des EStGB 1992 ergibt sich, dass die in Artikel 381 Absatz 1 vorgesehene Verpflichtung zur Zustellung der Beschwerde bezweckt - neben der Information der Gegenpartei, das heißt der besteuernden Behörde -, die Behörde, die über den Widerspruch geurteilt hat, zu verpflichten, die Schriftstücke der Akte bei der Kanzlei des Appellationshofes zu hinterlegen und am selben Tag den Beschwerdeführer über diese Hinterlegung zu informieren (Artikel 380).

Uit de combinatie van de artikelen 378, 380, 381 en 382 van het WIB 1992 vloeit voort dat de in artikel 381, eerste lid, bedoelde verplichting tot betekening van het beroep ertoe strekt - naast het informeren van de tegenpartij, namelijk de belastingheffende overheid - de overheid die zich over het bezwaar heeft uitgesproken, ertoe te verplichten de stukken van het dossier ter griffie van het hof van beroep neer te leggen, waarna de indiener van het beroep dezelfde dag op de hoogte wordt gebracht van die neerlegging (artikel 380).


Die identische Behandlung dieser beiden Kategorien von Personen ergibt sich nicht aus dem durch den angefochtenen Artikel 86 Nr. 1 des Programmgesetzes vom 10. August 2015 eingefügten Artikel 180 Nr. 1 des EStGB 1992, der nicht bezweckt, deren Steuersystem zu regeln.

De identieke behandeling van die twee categorieën van personen volgt niet uit het bij artikel 86 van de programmawet van 10 augustus 2015 ingevoegde artikel 180, 1°, van het WIB 1992, dat niet ten doel heeft hun fiscaal stelsel te regelen.


Die fragliche identische Behandlung ergibt sich aus dem Umstand, dass diese zwei Kategorien von Personen als Gesellschaften im Sinne von Artikel 2 § 1 Nr. 5 Buchstabe a) des EStGB 1992 betrachtet werden und somit der Gesellschaftssteuer unterliegen in Anwendung von Artikel 179 desselben Gesetzbuches.

De in het geding zijnde identieke behandeling komt voort uit de omstandigheid dat die twee categorieën van personen als vennootschappen in de zin van artikel 2, § 1, 5°, a), van het WIB 1992 worden beschouwd en dus aan de vennootschapsbelasting zijn onderworpen met toepassing van artikel 179 van hetzelfde Wetboek.


Die identische Behandlung der beiden in B.30 beschriebenen Kategorien von Personen ergibt sich nicht aus dem angefochtenen, durch Artikel 86 Nr. 1 des Programmgesetzes vom 10. August 2015 eingefügten Artikel 180 Nr. 1 des EStGB 1992, der nicht bezweckt, deren Steuersystem zu regeln.

Die identieke behandeling van de twee in B.30 beschreven categorieën van personen volgt niet uit het bij artikel 86, 1°, van de programmawet van 10 augustus 2015 ingevoegde bestreden artikel 180, 1°, van het WIB 1992, dat niet ten doel heeft hun fiscaal stelsel te regelen.


Die identische Behandlung dieser beiden Kategorien von Personen ergibt sich nicht aus dem durch den angefochtenen Artikel 86 des Programmgesetzes vom 10. August 2015 eingefügten Artikel 180 Nr. 1 des EStGB 1992, der nicht bezweckt, deren Steuersystem zu regeln.

De identieke behandeling van die twee categorieën van personen volgt niet uit het bij het bestreden artikel 86 van de programmawet van 10 augustus 2015 ingevoegde artikel 180, 1°, van het WIB 1992, dat niet ten doel heeft hun fiscaal stelsel te regelen.


». b. In seinem Entscheid vom 24. Juni 2015 in Sachen Robert Peeters gegen den belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 18. August 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 57 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 (EStGB 1992) in Verbindung mit Artikel 53 Nr. 2 desselben Gesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der koordinierten Verfassung in Verbindung mit deren Artikeln 170 und 172, indem die Abzugsfähigkeit in der Steuer der natürlichen Personen für gewisse in Artikel 57 des EStGB 1992 erwähnte Ausgaben vom Nachweis durch Indivi ...[+++]

». b. Bij arrest van 24 juni 2015 in zake Robert Peeters tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 augustus 2015, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 57 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) in combinatie met artikel 53, 2° van het zelfde wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Gecoördineerde Grondwet in samenhang met de artikelen 170 en 172 van dezelfde Grondwet, doordat de fiscale aftrekbaarheid in de persone ...[+++]


Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Richters A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfragen und Verfahren In zwei Entscheiden vom 24. März 2015 in Sachen Roland Thienpont gegen den belgischen Staat, deren Ausfertigungen am 3. April 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen sind, hat der Appellationshof Gent folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 171 Nr. 5 Buchstabe c) des EStGB 1992 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem es keine objektive und vernünftige Recht ...[+++]

Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij twee arresten van 24 maart 2015 in zake Roland Thienpont tegen de Belgische Staat, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 3 april 2015, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt art. 171, 5°, c) WIB 92 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat er geen objectieve en redelijke verantwoording bestaat voor het gemaakte onderscheid tussen enerzijds compensatievergoedingen die na de stopzetting werden bekomen (art. 28 eerste lid ...[+++]


Der in B.4 beschriebene Behandlungsunterschied entbehrt nicht einer vernünftigen Rechtfertigung, da aus dem in B.2 Erwähnten hervorgeht, dass das durch die fragliche Bestimmung (Artikel 171 Nr. 5 Buchstabe c) des EStGB 1992) eingeführte System der Ausgleichsentschädigungen analog zu dem System ist, das für die Einkünfte aus der Berufstätigkeit eingeführt wurde (Artikel 171 Nr. 5 Buchstabe b) desselben Gesetzbuches) und da sich im Übrigen aus dem in B.7 Erwähnten ergibt, dass die ...[+++]

Het in B.4 beschreven verschil in behandeling is niet zonder redelijke verantwoording, aangezien uit hetgeen in B.2 is vermeld, blijkt dat het bij de in het geding zijnde bepaling (artikel 171, 5°, c), van het WIB 1992) ingevoerde stelsel van de compensatievergoedingen analoog is aan het stelsel dat voor de inkomsten uit de beroepswerkzaamheid is ingevoerd (artikel 171, 5°, b), van hetzelfde Wetboek) en aangezien, voor het overige, uit hetgeen in B.7 is vermeld, blijkt dat de belastingplichtigen die winst of baten genieten, worden behandeld op een wijze die analoog is aan die waarin is voorzien voor de belastingplichtigen die bezoldiging ...[+++]


Aus dem in B.10 und B.11.1 Erwähnten ergibt sich, dass Artikel 7 des Gesetzes vom 23. Dezember 1986 und Artikel 378 des EStGB 1992, ausgelegt in dem Sinne, dass dadurch in Bezug auf Gemeindesteuern nicht die Zustellung der Beschwerde beim Appellationshof an den Ständigen Ausschuss vorgeschrieben wird, zur Folge haben - obwohl der Ständige Ausschuss über den bei ihm durch den Beschwerdeführer eingereichten Widerspruch geurteilt hat -, dass es dieser Behörde nicht ermöglicht wird, ihre Akte an die Kanzlei des Appellationshofes zu überm ...[+++]

Uit B.10 en B.11.1 vloeit voort dat artikel 7 van de wet van 23 december 1986 en artikel 378 van het WIB 1992, in die zin geïnterpreteerd dat zij inzake gemeentelijke fiscaliteit niet vereisen dat het beroep voor het hof van beroep aan de bestendige deputatie moet worden betekend, tot gevolg hebben - ook al heeft de bestendige deputatie uitspraak gedaan over het bezwaar dat door de auteur van het beroep bij haar is ingediend - dat zij die overheid niet in staat stellen haar dossier over te zenden aan de griffie van het hof van beroep, zoals voorgeschreven bij artikel 380 van het WIB 1992.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'des estgb 1992 ergibt' ->

Date index: 2022-05-10
w