Da der Ministerrat einräume, dass das in der oben zitierten Rechtsprechung vorgeschlagene Prinzip anwendbar sei, wenn die Steuer der Eheleute nach Anwendung der Regel des Ehequotienten berechnet werde, werde die hilfsweise durch den Hof gestellte Frage, « ob keine ungleiche Behandlung von zwei Kategorien von Eheleuten vorliegt, und, wenn ja, ob diese ungleiche Behandlung gerechtfertigt ist », bedeutungslos und müsse die Rechtssache dem Verweisungsrichter zurückverwiesen werden.
Vermits de Ministerraad aanneemt dat het in de hiervoor geciteerde rechtspraak gesuggereerde beginsel toepassing vindt wanneer de belasting van de echtgenoten wordt berekend na toepassing te hebben gemaakt van de regel van het huwelijksquotiënt, verliest de subsidiair door het Hof gestelde vraag « of er geen ongelijke behandeling is tussen twee categorieën van echtgenoten en, in bevestigend geval, of die ongelijke behandeling verantwoord is », haar belang en moet de zaak naar de verwijzende rechter worden teruggestuurd.
