Vertaling van "des durchschnittlichen jährlichen transaktionswerts sämtlicher " (Duits → Nederlands) :

(3) Die Mitgliedstaaten können den Zahlungsdienstleistern bis zum 9. Dezember 2020 gestatten, in Bezug auf inländische Debitkartentransaktionen ein gewichtetes durchschnittliches Interbankenentgelt von höchstens 0,2 % des durchschnittlichen jährlichen Transaktionswerts sämtlicher inländischen Debitkartentransaktionen innerhalb eines jeden Kartenzahlverfahrens zu erheben.
3. Tot 9 december 2020 kunnen de lidstaten, met betrekking tot binnenlandse debetkaarttransacties, de betalingsdienstaanbieders toestaan een gewogen gemiddelde afwikkelingsvergoeding toe te passen die niet meer bedraagt dan 0,2 % van de gemiddelde jaarlijkse transactiewaarde van alle binnenlandse debetkaarttransacties binnen elk betaalkaartschema.

3. Die Mitgliedstaaten können den Zahlungsdienstleistern bis zum . gestatten, in Bezug auf inländische Debitkartentransaktionen ein gewichtetes durchschnittliches Interbankenentgelt von höchstens 0,2 % des durchschnittlichen jährlichen Transaktionswerts sämtlicher inländischen Debitkartentransaktionen innerhalb eines jeden Kartenzahlungssystems zu erheben.
3. Tot . kunnen de lidstaten, met betrekking tot binnenlandse debetkaarttransacties, de betalingsdienstaanbieders toestaan een gewogen gemiddelde interbancaire vergoeding toe te passen die niet meer bedraagt dan 0,2 % van de gemiddelde jaarlijkse transactiewaarde van alle binnenlandse debetkaarttransacties binnen elk betaalkaartschema.

Die Mitgliedstaaten können den Zahlungsdienstleistern bis zum .gestatten, in Bezug auf inländische Debitkartentransaktionen ein gewichtetes durchschnittliches Interbankenentgelt von höchstens 0,2 % des durchschnittlichen jährlichen Transaktionswerts sämtlicher inländischen Debitkartentransaktionen innerhalb eines jeden Kartenzahlungssystems zu erheben.
Tot .* kunnen de lidstaten, met betrekking tot binnenlandse debetkaarttransacties, de betalingsdienstaanbieders toestaan een gewogen gemiddelde interbancaire vergoeding toe te passen die niet meer bedraagt dan 0,2 % van de op jaarbasis berekende gemiddelde transactiewaarde van alle binnenlandse debetkaarttransacties binnen elk betaalkaartsysteem.

Daher sollten die Mitgliedstaaten in Bezug auf inländische Debitkartentransaktionen während einer angemessenen Übergangsfrist auf alle inländischen Debitkartentransaktionen in jedem Kartenzahlverfahren ein gewichtetes durchschnittliches Interbankenentgelt von höchstens 0,2 % des durchschnittlichen jährlichen Transaktionswerts aller inländischen Debitkartentransaktionen in jedem Kartenzahlverfahren erheben können.
Daarom moet het de lidstaten mogelijk zijn gedurende een redelijke overgangstermijn met betrekking tot alle binnenlandse debetkaarttransacties binnen elk betaalkaartschema een gewogen gemiddelde afwikkelingsvergoeding van maximum 0,2 % van de gemiddelde jaarlijkse transactiewaarde van alle binnenlandse debetkaarttransacties binnen elk betaalkaartschema toe te passen.

In Bezug auf die Obergrenze des Interbankenentgelts, die anhand des durchschnittlichen jährlichen Transaktionswerts eines Kartenzahlverfahrens berechnet wird, reicht es aus, dass ein Zahlungsdienstleister an einem Kartenzahlverfahren (oder einer anderweitigen Vereinbarung zwischen Zahlungsdienstleistern) beteiligt ist, in dem auf alle inländischen Debitkartentransaktionen ein gewichtetes durchschnittliches Interbankenentgelt von höchstens 0,2 % erhoben wird.
Wanneer de maximale afwikkelingsvergoeding binnen een betaalkaartschema op basis van die gemiddelde jaarlijkse transactiewaarde wordt vastgesteld, volstaat het dat een betalingsdienstaanbieder deelneemt aan een betaalkaartschema (of bepaalde andere soorten overeenkomsten tussen betalingsdienstaanbieders) waarin voor alle binnenlandse debetkaarttransacties een gewogen gemiddelde afwikkelingsvergoeding van maximum 0,2 % wordt toegepast.

Daher sollten die Mitgliedstaaten in Bezug auf inländische Debitkartentransaktionen während einer angemessenen Übergangsfrist auf alle inländischen Debitkartentransaktionen in jedem Kartenzahlungssystem ein gewichtetes durchschnittliches Interbankenentgelt von höchstens 0,2 % des durchschnittlichen jährlichen Transaktionswerts aller inländischen Debitkartentransaktionen in jedem Kartenzahlungssystem erheben können.
Daarom moet het de lidstaten mogelijk zijn gedurende een redelijke overgangstermijn met betrekking tot alle binnenlandse debetkaarttransacties binnen elk betaalkaartschema een gewogen gemiddelde interbancaire vergoeding van maximum 0,2 % van de gemiddelde jaarlijkse transactiewaarde van alle binnenlandse debetkaarttransacties binnen elk betaalkaartschema toe te passen.

In Bezug auf die Obergrenze des Interbankenentgelts, die anhand des durchschnittlichen jährlichen Transaktionswerts eines Kartenzahlungssystems berechnet wird, reicht es aus, dass ein Zahlungsdienstleister an einem Kartenzahlungssystem (oder einer anderweitigen Vereinbarung zwischen Zahlungsdienstleistern) beteiligt ist, in dem auf alle inländischen Debitkartentransaktionen ein gewichtetes durchschnittliches Interbankenentgelt von höchstens 0,2 % erhoben wird.
Wanneer de maximale interbancaire vergoeding binnen een betaalkaartschema op basis van die gemiddelde jaarlijkse transactiewaarde wordt vastgesteld, volstaat het dat een betalingsdienstaanbieder deelneemt aan een betaalkaartschema (of bepaalde andere soorten overeenkomsten tussen betalingsdienstaanbieders) waarin voor alle binnenlandse debetkaarttransacties een gewogen gemiddelde interbancaire vergoeding van maximum 0,2 % wordt toegepast.

Wird die Investition von mehreren Beihilfeempfängern zur Deckung ihres eigenen Kraftstoff- und Energiebedarfs getätigt, so entspricht der jährliche durchschnittliche Verbrauch dem jährlichen durchschnittlichen Verbrauch sämtlicher Beihilfeempfänger zusammengenommen.
Wanneer de investering door meer begunstigden wordt uitgevoerd om in hun eigen behoefte aan biobrandstof en energie te voldoen, is het gemiddelde jaarlijkse verbruik de som van het gemiddelde jaarlijkse verbruik van alle begunstigden.

Der Wert der Lizenz wird auf der Grundlage von 5 % des durchschnittlichen jährlichen Wertes sämtlicher Ausfuhren des Antragstellers in den vorangegangenen drei Jahren ermittelt.
De waarde van de vergunning bedraagt 5 % van de gemiddelde waarde op jaarbasis van alle uitvoer door de aanvrager in de voorbije drie jaar.