Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "des bip ausgegangen wurde " (Duits → Nederlands) :

Unbeschadet der möglichen Anwendung des Grundsatzes der Verhältnismäßigkeit bei der Ausübung der Zuständigkeiten würde die den Gemeinschaften und Regionen durch die Verfassung oder kraft derselben zuerkannte Autonomie keine Bedeutung haben, wenn davon ausgegangen würde, dass ein Behandlungsunterschied zwischen Adressaten von einerseits föderalen Regeln und andererseits regionalen Regeln als solche im Widerspruch zu dem Grundsatz de ...[+++]

Onverminderd de mogelijke toepassing van het evenredigheidsbeginsel bij de bevoegdheidsuitoefening, zou de autonomie die de gemeenschappen en gewesten door of krachtens de Grondwet is toegekend, geen betekenis hebben indien een verschil in behandeling tussen adressaten van, enerzijds, federale regels en, anderzijds, gewestelijke regels als zodanig strijdig zou worden geacht met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie.


Jede Gesetzesänderung würde unmöglich, wenn davon ausgegangen würde, dass eine neue Regelung gegen den Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung verstoßen würde aus dem bloßen Grund, dass sie die Anwendungsbedingungen der vorherigen Regelung ändert.

Elke wetswijziging zou onmogelijk worden, indien zou worden aangenomen dat een nieuwe regeling de gelijkheid en niet-discriminatie zou schenden om de enkele reden dat zij de toepassingsvoorwaarden van de vroegere regeling wijzigt.


Insofern davon ausgegangen würde, dass die gerichtliche elektronische Adresse zum Privatleben gehören, sind die Zuteilung einer solchen Adresse sowie die Festlegung des Wohnsitzes (Artikel 32 Nr. 3 des Gerichtsgesetzbuches) durch die angestrebten Ziele einer geordneten und effizienten Rechtspflege gerechtfertigt.

In zoverre het gerechtelijk elektronisch adres zou worden geacht tot het privéleven te behoren, wordt de toekenning van een dergelijk adres, zoals het vaststellen van de woonplaats (artikel 32, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek), verantwoord door de vooropgestelde doelstellingen van een behoorlijke en efficiënte rechtsbedeling.


Da jedoch davon ausgegangen wurde, dass die Annahme mehrjähriger Pläne einige Zeit in Anspruch nehmen würde, ist in der Verordnung (EU) Nr. 1380/2013 vorgesehen, dass die Kommission delegierte Rechtsakte zur Festlegung von Rückwurfplänen erlässt, die auf einer gemeinsamen Empfehlung der betreffenden Mitgliedstaaten beruhen und für höchstens drei Jahren gelten.

Omdat er echter van uit werd gegaan dat het nog enige tijd zou duren voordat deze meerjarige plannen aangenomen zouden zijn, is in Verordening (EU) nr. 1380/2013 bepaald dat de Commissie tijdelijk door middel van gedelegeerde handelingen teruggooiplannen vaststelt die op een gezamenlijke aanbeveling van de betrokken lidstaten berusten en voor ten hoogste drie jaar gelden.


Unbeschadet der etwaigen Anwendung des Grundsatzes der Verhältnismäßigkeit bei der Ausübung der Zuständigkeiten hätte die Autonomie, die den Regionen durch Artikel 6 § 1 VIII des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen gewährt wurde, nämlich keinen Sinn, wenn davon ausgegangen würde, dass ein Behandlungsunterschied zwischen den Adressaten von einerseits föderalen Regeln und andererseits regionalen Regeln in analogen Angelegenheiten als solcher im Widerspruch zum Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung ...[+++]

Onverminderd de mogelijke toepassing van het evenredigheidsbeginsel bij de bevoegdheidsuitoefening, zou de autonomie die bij artikel 6, § 1, VIII, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen aan de gewesten is toegekend, immers geen betekenis hebben indien een verschil in behandeling tussen adressaten van, enerzijds, federale regels en, anderzijds, gewestelijke regels in analoge aangelegenheden, als zodanig strijdig zou worden geacht met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie.


Folglich, auch wenn davon ausgegangen würde, dass die Verteilung der Ernennungen in einen höheren Dienstgrad zwischen den in Artikel 1 Absatz 2 des Gesetzes vom 30. Juli 1938 vorgesehenen Sprachregelungen Bestandteil des Bereichs der Regelung des « Gebrauchs der Sprachen » im Sinne von Artikel 30 der Verfassung wäre, kann weder das Fehlen einer solchen Regelung, noch das Fehlen einer dem König erteilten Ermächtigung, eine solche Regelung anzunehmen, als unvereinbar mit dieser Verfassungsbestimmung betrachtet werden.

Bijgevolg, ook al werd de verdeling van de benoemingen in een hogere graad tussen de in artikel 1, tweede lid, van de wet van 30 juli 1938 bedoelde taalstelsels geacht tot het regelgevingsgebied van het « gebruik van de talen » in de zin van artikel 30 van de Grondwet te behoren, kan noch de ontstentenis van een dergelijke regelgeving, noch de ontstentenis van een machtiging aan de Koning om een dergelijke regelgeving aan te nemen, als onbestaanbaar met die bepaling van de Grondwet worden beschouwd.


Ein solcher Unterschied beinhaltet an sich keinen Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, denn jegliche Übergangsbestimmung wäre unmöglich, wenn man davon ausgegangen würde, dass solche Bestimmungen aus dem bloßen Grund gegen die vorerwähnten Verfassungsbestimmungen verstoßen würden, dass sie von den Anwendungsbedingungen der neuen Rechtsvorschriften abweichen.

Een dergelijk onderscheid houdt op zich geen schending in van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet : elke overgangsbepaling zou onmogelijk zijn, indien zou worden aangenomen dat zulke bepalingen de voormelde grondwetsbepalingen zouden schenden om de enkele reden dat zij afwijken van de toepassingsvoorwaarden van de nieuwe wetgeving.


Snappe, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 16. September 2013 in Sachen der Staatsanwaltschaft gegen Christophe Briand, dessen Ausfertigung am 30. Oktober 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Polizeigericht Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 62 § 8 [zu lesen ist: Absatz 8] des Gesetzes vom 16. März 1968 über die Straßenverkehrspolizei dadurch, dass er bestimmt, dass die Abschrift der Protokolle den ' Zuwiderhandelnden ' und nicht den ' Zuwiderhandel ...[+++]

Snappe, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 16 september 2013 in zake het openbaar ministerie tegen Christophe Briand, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 oktober 2015, heeft de Politierechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 62, § 8 [lees : achtste lid], van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, in zoverre het bepaalt dat het afschrift van de processen-verbaal binnen een termijn van veertien dagen ' aan de overtreders ' en n ...[+++]


Wenn er diese Entscheidung für nichtig erklärt, muss die Behörde sich an das Urteil des Staatsrates halten - wenn die Behörde eine neue Entscheidung trifft, darf sie die Begründung des Urteils, mit dem die erste Entscheidung für nichtig erklärt wurde, nicht missachten; wenn sie der Nichtigerklärung zustimmt, wird davon ausgegangen, dass dem Betroffenen keine Sanktion auferlegt wurde.

Wanneer hij die beslissing vernietigt, dient de overheid zich te schikken naar het arrest van de Raad van State : indien de overheid een nieuwe beslissing neemt, mag zij de motieven van het arrest dat de eerste beslissing heeft vernietigd, niet negeren; indien zij in de vernietiging berust, wordt de betrokkene geacht niet gestraft te zijn geweest.


Unter Berücksichtigung der Rechtsprechung des Kassationshofes, auf die in B.11.4 verwiesen wurde, und des Umstandes, dass in den Vorarbeiten zu den angefochtenen Bestimmungen selbst bereits angegeben wurde, dass damit nichts Neues eingeführt würde, kann aufgrund der Rechtslage vor dem Inkrafttreten dieser Bestimmungen davon ausgegangen werden, dass deren Rückwirkung nutzlos ist.

Rekening houdend met de rechtspraak van het Hof van Cassatie waarnaar wordt verwezen in B.11.4 en met het feit dat de parlementaire voorbereiding van de bestreden bepalingen zelf aangaf dat zij geen enkele vernieuwing doorvoerden, laat de stand van het recht vóór de inwerkingtreding van die bepalingen toe te oordelen dat de terugwerkende kracht ervan geen nut heeft.


w