Traduction de «des angefochtenen artikels 71 abweichen » (Allemand → Néerlandais) :

Aus dem bloßen Umstand, dass im angefochtenen Artikel 2 in der französischen Fassung der Ausdruck « geste ou comportement » (« Geste oder Verhalten ») und in Artikel 3 der Begriff « comportement » (« Verhalten ») verwendet werden, kann nicht abgeleitet werden, dass der Gesetzgeber vom geläufigen Sinne des Wortes « comportement » abweichen und die « gestes » (« Gesten ») daraus hätte ausschließen wollen.
Uit de loutere omstandigheid dat in het bestreden artikel 2, in de Franse versie ervan, de uitdrukking « geste ou comportement » (« gebaar of handeling ») en in artikel 3 de term « comportement » (« gedrag ») worden gebruikt, kan niet worden afgeleid dat de wetgever heeft willen afwijken van de courante betekenis van het woord « comportement » en de « gestes » (« gebaren ») ervan heeft willen uitsluiten.

Obwohl der Gesetzgeber vorgesehen hat, dass der Minister oder sein Beauftragter unter « aussergewöhnlichen Umständen » von der obligatorischen Anwendung des angefochtenen Artikels 71 abweichen kann, ist nicht festgelegt, dass er verpflichtet ist, unter den vorstehend beschriebenen « aussergewöhnlich schwerwiegenden Umständen » davon abzuweichen.
Alhoewel de wetgever erin heeft voorzien dat de minister of diens gemachtigde in « bijzondere omstandigheden » kan afwijken van de verplichte toepassing van het bestreden artikel 71, is niet gepreciseerd dat hij in de hierboven beschreven « uitzonderlijke ernstige omstandigheden » hiervan dient af te wijken.

Um diese Anerkennung zu erhalten, muss das Unternehmen - das eine lokale Beschäftigungsagentur sein kann - sich unter anderem verpflichten, die Bestimmungen von Artikel 7septies Absatz 2 und Artikel 7octies Absatz 2 des Gesetzes vom 20. Juli 2001 einzuhalten, ebenso wie die Lohn- und Arbeitsbedingungen, die auf dieses Unternehmen anwendbar sind gemäss dem obengenannten Gesetz und seinen Ausführungserlassen (Artikel 2 § 2 Absatz 1 Buchstaben b) und d) des Gesetzes vom 20. Juli 2001 in der durch den angefochtenen Artikel 71 eingefügten Fassung).
Teneinde die erkenning te verkrijgen, moet de onderneming - die een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap kan zijn - zich onder meer ertoe verbinden de bepalingen van de artikelen 7septies, tweede lid, en 7octies, tweede lid, van de wet van 20 juli 2001 na te leven, alsmede de loons- en arbeidsvoorwaarden die op haar van toepassing zijn overeenkomstig voormelde wet en haar uitvoeringsbesluiten (artikel 2, § 2, eerste lid, b) en d), van de wet van 20 juli 2001, zoals ingevoegd bij het bestreden artikel 71).

Im übrigen kann die Föderalbehörde auf Antrag einer Region oder Gemeinschaft mittels eines bilateralen Zusammenarbeitsabkommens als zusätzliche Anerkennungsbedingung für die Arbeitnehmer der Kategorie A eine Mindestdauer des Arbeitsvertrags (eine Woche oder ein Monat) vorschreiben, die ab dem zweiten Beschäftigungsmonat verlangt wird (Artikel 2 § 2 Absatz 3 erster Gedankenstrich des Gesetzes vom 20. Juli 2001 in der durch den angefochtenen Artikel 71 eingefügten Fassung).
Overigens kan, op verzoek van een gewest of gemeenschap, de federale overheid via een bilateraal samenwerkingsakkoord als bijkomende erkenningsvoorwaarde voor de werknemers van categorie A een minimale duur van de arbeidsovereenkomst (één week of één maand) opleggen, die vereist wordt vanaf de tweede maand van de tewerkstelling (artikel 2, § 2, derde lid, eerste streepje, van de wet van 20 juli 2001, zoals ingevoegd bij het bestreden artikel 71).

Dies ergebe sich aus Artikel 2 § 2 Absatz 3 zweiter Gedankenstrich des Gesetzes vom 20. Juli 2001 in der durch den angefochtenen Artikel 71 eingefügten Fassung.
Dat zou ook voortvloeien uit artikel 2, § 2, derde lid, tweede streepje, van de wet van 20 juli 2001, zoals ingevoegd bij het bestreden artikel 71.

Der Ministerrat stellt ebenfalls die Zulässigkeit der ersten zwei Klagegründe mit der Begründung in Abrede, sie bemängelten in Wirklichkeit Bestimmungen aus der Zeit vor dem angefochtenen Artikel 71, insbesondere Artikel 54 § 3 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 in der durch das Gesetz vom 15. Juli 1996 abgeänderten Fassung; die Klagegründe seien daher unzulässig.
De Ministerraad betwist de ontvankelijkheid van de eerste twee middelen ook omdat daarin, in werkelijkheid, kritiek zou worden geleverd op bepalingen die van vóór het bestreden artikel 71 dateren, inzonderheid artikel 54, § 3, van de wet van 15 december 1980, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1996; die middelen zouden bijgevolg onontvankelijk zijn.