2) door artikel 60, § 1, eerste lid, 3°, van het voormelde decreet van 1 februari 1993 en door artikel 50, § 1, eerste lid, 3°, van het voormelde decreet van 6 juni 1994, in die zin geïnterpreteerd dat de inrichtende macht de mogelijkheid heeft om tot een tijdelijke aanwerving (of benoeming) in een vacante betrekking van e
en bevorderingsambt over te gaan en zulks in afwachting van een aanwerving (of
benoeming) in vaste dienst, ofwel van de begunstigde zelf van de tijdelijke aanwerving (of benoeming), hoewel hij, op het ogenblik van di
...[+++]e aanwerving (of die benoeming) aan alle voorwaarden voldoet om een aanwerving (of benoeming) in vaste dienst te krijgen, ofwel van een andere kandidaat,