In den Vorarbeiten zu dieser Bestimmung wird erläutert, dass « mit dem Aufnehmen von Privatgesprächen in einer Wohnung bezweckt wird, [.] eine passende polizeiliche Antwort auf eine Gegenstrategie zu bieten, die immer häufiger in kriminellen Kreisen angewandt wird: das Verschlüsseln von Telefongesprächen, was deren Abhören natürlich unmöglich macht » (Parl. Dok., Kammer, 2001-2002, DOC 50-1688/001, S. 62).
In de parlementaire voorbereiding van die bepaling wordt gepreciseerd dat « het opnemen van privé-communicatie in een woning beoogt [.] een passend politioneel antwoord te bieden op een contrastrategie, die thans meer en meer opgang maakt in het crimineel milieu; de codering van telefoongesprekken, wat het afluisteren ervan uiteraard onmogelijk maakt » (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1688/001, p. 62).
