20. spricht sich gegen eine einheitliche Definition des Sitzes von Gesellschaften in der Brüssel-I-Verordnung aus, da eine Definition mit derart weit reichenden Folgen im Zusammenhang mit der Entwicklung eines europäischen Gesellschaftsrechts erörtert und beschlossen werden sollte;
20. wijst een eenvormige definitie van de vestigingsplaats van vennootschappen in de verordening-Brussel I van de hand, omdat een definitie met zo ver reikende gevolgen in de ontwikkeling van een Europese vennootschapswet besproken en aangenomen moet worden ;