Wie aus den Erwägungen des Verweisungsurteils ersichtlich wird, geht das vorlegende Rechtsprechungsorgan davon aus, dass Artikel 40 § 2 des Dekrets vom 22. Dezember 1995 derart weit auszulegen sei, dass er die territoriale Zuständigkeit des Richters bei jedem Streitfall über die Leerstandsabgabe regeln würde.
Zoals blijkt uit de overwegingen van het verwijzingsvonnis, oordeelt het verwijzende rechtscollege dat artikel 40, § 2, van het decreet van 22 december 1995 zo ruim moet worden geïnterpreteerd dat het de territoriale bevoegdheid van de rechter zou regelen bij elke betwisting over de leegstandsheffing.