Vertaling van " vereinten nationen restriktiven maßnahmen " (Duits → Nederlands) :

13. weist darauf hin, dass die Vereinten Nationen angemessene Maßnahmen ergreifen müssen, sodass die Tatsache, dass Maßnahmen mit EU-Mitteln unterstützt werden, veröffentlicht wird, damit die Sichtbarkeit und Anerkennung ähnlich wie bei anderen internationalen Gebern sichergestellt werden, sowie dass gleichzeitig gemeinsame Werte der EU und der Vereinten Nationen wie die Förderung der Menschenrechte und der Rechtsstaatlichkeit, das Anheben ökologischer und sozialer Standards und die umfassende Unterstützung einer nachhaltigen Entwicklung und eines inklusiven Wirtschaftswachstums im Rahmen aller Interventionen der Vereinten Nationen verbreitet werden;
13. herinnert eraan dat de VN passende maatregelen moet nemen om bekendheid te geven aan het feit dat bepaalde acties door de EU zijn gefinancierd, zodat de EU dezelfde zichtbaarheid en erkenning krijgt als andere internationale donoren, en om bij elk optreden de waarden van de Unie die door de VN worden gedeeld, zoals de bevordering van de mensenrechten en de rechtsstaat, hoge sociale en milieunormen en algemene steun voor duurzame ontwikkeling en inclusieve economische groei, uit te dragen;

Der Rat aktualisierte die Liste von Personen und Einrichtungen in Afghanistan, die wegen ihrer Verbindung zum Taliban-Regime aufgrund von Beschlüssen des Sanktionsausschusses der Vereinten Nationen restriktiven Maßnahmen unterliegen.
De Raad heeft naar aanleiding van besluiten van het VN-sanctiecomité de lijst geactualiseerd van Afghaanse personen en entiteiten die vanwege hun banden met het Taliban-regime aan beperkende maatregelen zijn onderworpen.

31. fordert die EU und ihre Mitgliedstaaten auf, ein Sonderprogramm zur Unterstützung und Rehabilitierung von Frauen und Mädchen einzurichten, die in den Konfliktgebieten in der MENA-Region und insbesondere in Syrien und im Irak Opfer von sexueller Gewalt und Sklaverei wurden; fordert die Regierungen der Länder der MENA-Region, die Vereinten Nationen, die EU und die betreffenden nichtstaatlichen Organisationen auf, der besonderen Gefährdung weiblicher Flüchtlinge – vor allem, wenn sie von ihren Angehörigen getrennt sind – Rechnung zu tragen, sie angemessen zu schützen und sich stärker für die Unterstützung von Überlebenden sexueller Gewalt einzusetzen sowie sozialpolitische Maßnahmen zu treffen, die diesen Menschen die Wiedereingliederung in die Gesellschaft ermöglichen; fordert die an den bewaffneten Konflikten beteiligten Parteien auf, die Bestimmungen der Resolution 1325 (2000) des Sicherheitsrats der Vereinten Nationen einzuhalten, Maßnahmen zu treffen, um Frauen und Mädchen insbesondere vor sexuellem Missbrauch, Menschenschmuggel und –handel zum Zweck der sexuellen Ausbeutung zu schützen und der Straffreiheit der Täter ein Ende zu setzen; fordert die Regierungen der Länder der MENA-Region nachdrücklich dazu auf, das Übereinkommen von Istanbul zu unterzeichnen und zu ratifizieren, da es eine starke Handhabe bietet, um der Gewalt gegen Frauen und Mädchen, einschließlich häuslicher Gewalt und der Geschlechtsverstümmelung bei Frauen, umfassend zu begegnen;
31. verzoekt de EU en de lidstaten een speciaal programma op te zetten voor de ondersteuning en rehabilitatie van vrouwen en meisjes die het slachtoffer zijn geworden van seksueel geweld en slavernij in de conflictgebieden in de MONA-regio, met name in Syrië en Irak; verzoekt de regeringen van de landen in de MONA-regio, de VN, de EU en de betrokken ngo's rekening te houden met de kwetsbaarheid van gevluchte vrouwen en meisjes, en dan met name van degenen die gescheiden van hun families moeten leven, hun passende bescherming te bieden en alles in het werk te stellen om slachtoffers van seksueel geweld bij te staan, en maatregelen van sociaal beleid vast te stellen, gericht op de herintegratie in de maatschappij van deze vrouwen en meisjes. verzoekt de bij de gewapende conflicten betrokken partijen dringend om de bepalingen van Resolutie 1325 (2000) van de VN-Veiligheidsraad te eerbiedigen, om maatregelen te nemen ter bescherming van vrouwen en meisjes, in het bijzonder tegen seksueel misbruik, mensensmokkel en mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting, alsook de straffeloosheid van de daders aan te pakken; dringt er bij de regeringen van de landen in de MONA-regio op aan dat zij het Verdrag van Istanboel ondertekenen en ratificeren, aangezien dit een krachtig instrument vormt om het geweld tegen vrouwen en meisjes, met inbegrip van huiselijk geweld en genitale verminking, integraal aan te pakken;

30. fordert die EU und ihre Mitgliedstaaten auf, ein Sonderprogramm zur Unterstützung und Rehabilitierung von Frauen und Mädchen einzurichten, die in den Konfliktgebieten in der MENA-Region und insbesondere in Syrien und im Irak Opfer von sexueller Gewalt und Sklaverei wurden; fordert die Regierungen der Länder der MENA-Region, die Vereinten Nationen, die EU und die betreffenden nichtstaatlichen Organisationen auf, der besonderen Gefährdung weiblicher Flüchtlinge – vor allem, wenn sie von ihren Angehörigen getrennt sind – Rechnung zu tragen, sie angemessen zu schützen und sich stärker für die Unterstützung von Überlebenden sexueller Gewalt einzusetzen sowie sozialpolitische Maßnahmen zu treffen, die diesen Menschen die Wiedereingliederung in die Gesellschaft ermöglichen; fordert die an den bewaffneten Konflikten beteiligten Parteien auf, die Bestimmungen der Resolution 1325 (2000) des Sicherheitsrats der Vereinten Nationen einzuhalten, Maßnahmen zu treffen, um Frauen und Mädchen insbesondere vor sexuellem Missbrauch, Menschenschmuggel und -handel zum Zweck der sexuellen Ausbeutung zu schützen und der Straffreiheit der Täter ein Ende zu setzen; fordert die Regierungen der Länder der MENA-Region nachdrücklich dazu auf, das Übereinkommen von Istanbul zu unterzeichnen und zu ratifizieren, da es eine starke Handhabe bietet, um der Gewalt gegen Frauen und Mädchen, einschließlich häuslicher Gewalt und der Geschlechtsverstümmelung bei Frauen, umfassend zu begegnen;
30. verzoekt de EU en de lidstaten een speciaal programma op te zetten voor de ondersteuning en rehabilitatie van vrouwen en meisjes die het slachtoffer zijn geworden van seksueel geweld en slavernij in de conflictgebieden in de MONA-regio, met name in Syrië en Irak; verzoekt de regeringen van de landen in de MONA-regio, de VN, de EU en de betrokken ngo's rekening te houden met de kwetsbaarheid van gevluchte vrouwen en meisjes, en dan met name van degenen die gescheiden van hun families moeten leven, hun passende bescherming te bieden en alles in het werk te stellen om slachtoffers van seksueel geweld bij te staan, en maatregelen van sociaal beleid vast te stellen, gericht op de herintegratie in de maatschappij van deze vrouwen en meisjes. verzoekt de bij de gewapende conflicten betrokken partijen dringend om de bepalingen van Resolutie 1325 (2000) van de VN-Veiligheidsraad te eerbiedigen, om maatregelen te nemen ter bescherming van vrouwen en meisjes, in het bijzonder tegen seksueel misbruik, mensensmokkel en mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting, alsook de straffeloosheid van de daders aan te pakken; dringt er bij de regeringen van de landen in de MONA-regio op aan dat zij het Verdrag van Istanboel ondertekenen en ratificeren, aangezien dit een krachtig instrument vormt om het geweld tegen vrouwen en meisjes, met inbegrip van huiselijk geweld en genitale verminking, integraal aan te pakken;

103. bekräftigt erneut die in dem inoffiziell an die Öffentlichkeit gelangten Bericht des Hohen Kommissars der Vereinten Nationen für Menschenrechte 2006 geäußerte Sorge hinsichtlich der Einschränkung der Meinungs-, Versammlungs- und Vereinigungsfreiheit in der Westsahara; nimmt die Behauptung Marokkos, dass es Sitzstreiks und andere Formen des Protests erlaubt, zur Kenntnis; bedauert Marokkos offensichtliche institutionelle Blockade nichtstaatlicher Organisationen, die sich für die Unabhängigkeit der Westsahara einsetzen, indem ihre amtliche Eintragung und Anerkennung, die sie für einen wirksamen Einsatz innerhalb ihrer Gemeinschaften benötigen, verhindert wird; verurteilt die oftmals hohen Strafen für die „Untergrabung der territorialen Integrität Marokkos“, eine Rechtsvorschrift, die Berichten zufolge gegen Saharauis eingesetzt wird, die friedlich für die Unabhängigkeit eintreten; verweist auf die Ergebnisse eines unabhängigen Experten der Vereinten Nationen für kulturelle Rechte, laut denen die marokkanischen Behörden bestimmte Ausdrucksformen der saharauischen Kultur unterdrücken; wiederholt den Aufruf des unabhängigen Experten der Vereinten Nationen, diese Maßnahmen abzuschaffen und die uneingeschränkte kulturelle Vielfalt zu fördern; nimmt jedoch in diesem Zusammenhang die Bestimmungen der neuen marokkanischen Verfassung, die auf die Achtung der kulturellen Rechte abzielen, erfreut zur Kenntnis; begrüßt den Aufbau eines rein saharauischen Fernsehsenders; empfiehlt dringend die vollständige Umsetzung dieser Bestimmungen;
103. wijst nogmaals op de zorgen in het onofficieel naar buiten gebrachte verslag van de OHCHR van 2006 inzake beperkingen van de vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging in de Westelijke Sahara; neemt kennis van de bewering van Marokko dat het sit-indemonstraties en andere vormen van protest toestaat; betreurt dat Marokko ngo's die zich voor onafhankelijkheid uitspreken klaarblijkelijk via institutionele weg tegenwerkt door hun wettelijke registratie en erkenning te verhinderen, die zij nodig hebben om zich effectief in te zetten binnen hun gemeenschappen; veroordeelt de vaak strenge straffen voor „ondermijning van de Marokkaanse territoriale integriteit”, een wetgevingsinstrument dat naar verluidt wordt gebruikt om Sahrawi´s die voor onafhankelijkheid pleiten, te dwarsbomen; herinnert aan de bevindingen van de onafhankelijke deskundige van de VN inzake culturele rechten dat de Marokkaanse autoriteiten bepaalde aspecten van de Sahrawi-cultuur onderdrukken; herhaalt de oproep van deze onafhankelijke VN-deskundige om een einde aan deze maatregelen te maken en volledige culturele diversiteit te bevorderen; neemt in dit verband verheugd kennis van de in de nieuwe Marokkaanse grondwet opgenomen bepalingen inzake de eerbiediging van culturele rechten; is ingenomen met de oprichting van een Sahrawi-televisiestation; dringt met klem aan op volledige tenuitvoerlegging van deze bepalingen;

106. bekräftigt erneut die in dem inoffiziell an die Öffentlichkeit gelangten Bericht des Hohen Kommissars der Vereinten Nationen für Menschenrechte 2006 geäußerte Sorge hinsichtlich der Einschränkung der Meinungs-, Versammlungs- und Vereinigungsfreiheit in der Westsahara; nimmt die Behauptung Marokkos, dass es Sitzstreiks und andere Formen des Protests erlaubt, zur Kenntnis; bedauert Marokkos offensichtliche institutionelle Blockade nichtstaatlicher Organisationen, die sich für die Unabhängigkeit der Westsahara einsetzen, indem ihre amtliche Eintragung und Anerkennung, die sie für einen wirksamen Einsatz innerhalb ihrer Gemeinschaften benötigen, verhindert wird; verurteilt die oftmals hohen Strafen für die „Untergrabung der territorialen Integrität Marokkos“, eine Rechtsvorschrift, die Berichten zufolge gegen Saharauis eingesetzt wird, die friedlich für die Unabhängigkeit eintreten; verweist auf die Ergebnisse eines unabhängigen Experten der Vereinten Nationen für kulturelle Rechte, laut denen die marokkanischen Behörden bestimmte Ausdrucksformen der saharauischen Kultur unterdrücken; wiederholt den Aufruf des unabhängigen Experten der Vereinten Nationen, diese Maßnahmen abzuschaffen und die uneingeschränkte kulturelle Vielfalt zu fördern; nimmt jedoch in diesem Zusammenhang die Bestimmungen der neuen marokkanischen Verfassung, die auf die Achtung der kulturellen Rechte abzielen, erfreut zur Kenntnis; begrüßt den Aufbau eines rein saharauischen Fernsehsenders; empfiehlt dringend die vollständige Umsetzung dieser Bestimmungen;
106. wijst nogmaals op de zorgen in het onofficieel naar buiten gebrachte verslag van de OHCHR van 2006 inzake beperkingen van de vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging in de Westelijke Sahara; neemt kennis van de bewering van Marokko dat het sit-indemonstraties en andere vormen van protest toestaat; betreurt dat Marokko ngo's die zich voor onafhankelijkheid uitspreken klaarblijkelijk via institutionele weg tegenwerkt door hun wettelijke registratie en erkenning te verhinderen, die zij nodig hebben om zich effectief in te zetten binnen hun gemeenschappen; veroordeelt de vaak strenge straffen voor "ondermijning van de Marokkaanse territoriale integriteit", een wetgevingsinstrument dat naar verluidt wordt gebruikt om Sahrawi´s die voor onafhankelijkheid pleiten, te dwarsbomen; herinnert aan de bevindingen van de onafhankelijke deskundige van de VN inzake culturele rechten dat de Marokkaanse autoriteiten bepaalde aspecten van de Sahrawi-cultuur onderdrukken; herhaalt de oproep van deze onafhankelijke VN-deskundige om een einde aan deze maatregelen te maken en volledige culturele diversiteit te bevorderen; neemt in dit verband verheugd kennis van de in de nieuwe Marokkaanse grondwet opgenomen bepalingen inzake de eerbiediging van culturele rechten; is ingenomen met de oprichting van een Sahrawi-televisiestation; dringt met klem aan op volledige tenuitvoerlegging van deze bepalingen;

Der Rat hat einen Gemeinsamen Standpunkt zur Verlängerung der restriktiven Maßnahmen gegen Côte d'Ivoire (Dok. 14671/07) angenommen, um die mit der Resolution 1782(2007) des Sicherheitsrats der Vereinten Nationen verhängten Maßnahmen umzusetzen.
De Raad heeft een gemeenschappelijk standpunt vastgesteld (14671/07) tot verlenging van tegen Ivoorkust ingestelde beperkende maatregelen, teneinde uitvoering te geven aan Resolutie 1782(2007) van de VN-Veiligheidsraad.

Die Europäische Union unterstützt den Vorschlag Indiens, im Rahmen der Vereinten Nationen ein allgemeines Übereinkommen gegen den internationalen Terrorismus auszuarbeiten, das die Wirkung der in den letzten 25 Jahren unter der Ägide der Vereinten Nationen durchgeführten Maßnahmen verstärken soll.
De Europese Unie steunt het Indiase voorstel om in de Verenigde Naties een algemeen verdrag tegen het internationale terrorisme op te stellen dat het effect van de in de afgelopen 25 jaar onder auspiciën van de Verenigde Naties uitgevoerde acties zal moeten versterken.

Am 26. Februar hat der Rat den Gemeinsamen Standpunkt 2001/154/GASP über die in der Resolution 1333(2000) des Sicherheitsrates der Vereinten Nationen vorgesehenen Maßnahmen angenommen (siehe Pressemitteilung Dok. 6506/01 Presse 61, S. V).
De Raad heeft op 26 februari Gemeenschappelijk Standpunt 2001/154/GBVB betreffende de in UNSC Resolutie 1333 (2000) omschreven maatregelen aangenomen (zie mededeling aan de pers nr. 6506/01 Presse 61, blz. V).

Mit dieser Verordnung wird der vom Rat am 15. November 1999 angenommene Gemeinsame Standpunkt zu den in der Resolution 1267 (1999) des Sicherheitsrates der Vereinten Nationen dargelegten Maßnahmen umgesetzt.
Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan het op 15 november 1999 door de Raad aangenomen gemeenschappelijk standpunt betreffende de maatregelen waartoe de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in Resolutie 1267 (1999) heeft besloten.