Traduction de « neuen polizei eingegliedert würden » (Allemand → Néerlandais) :

17. bekräftigt seine Sorge, was die Anzahl der rechtsextremen, nationalistischen und fremdenfeindlichen Politiker in der neuen ukrainischen Regierung und das Unvermögen der ukrainischen Regierung betrifft, die Bewegung des Rechten Sektors unter Kontrolle zu bringen; hält es für besorgniserregend, dass irreguläre bewaffnete Kräfte mit einem nationalistischen und rechtsextremen Hintergrund in die ukrainischen Sicherheitsstrukturen eingegliedert wurden, und fordert die ukrainische Regierung auf, diesen Umstand zu ändern; unterstützt den dringenden Appell von Amnesty International an die ukrainische Regierung, den Übergriffen und Kriegsverbrechen, die von den auf Seiten der regulären ukrainischen Streitkräften operierenden Freiwilligenbataillons begangen werden, ein Ende zu setzen;
17. spreekt nogmaals zijn bezorgdheid uit over de ruime vertegenwoordiging van extreem-rechtse, extreem-nationalistische en xenofobe politici in de nieuwe Oekraïense regering en over het ​​falen van de Oekraïense regering om de Rechtse Sector onder de duim te houden; acht het verontrustend dat illegale gewapende troepen met een nationalistische en extreem-rechtse achtergrond zijn geïntegreerd in de Oekraïense veiligheidsstructuren, en dringt er bij de Oekraïense regering om deze situatie te veranderen; steunt de dringende oproep van Amnesty International aan de Oekraïense regering om een ​​einde te maken aan de mishandelingen en oorlogsmisdaden gepleegd door vrijwilligersbataljons die naast de reguliere Oekraïense strijdkrachten opereren;

4. ist zutiefst besorgt darüber, dass Berichten von Menschenrechtsorganisationen zufolge die politisch motivierte Gewalt und die Drangsalierung der Opposition zunimmt, und über die starken Einschränkungen und Einschüchterungen, mit denen Menschenrechtsverteidiger konfrontiert sind, die oft von der Polizei geschlagen und aufgrund falscher Beschuldigungen festgenommen werden; bedauert, dass seit den letzten Wahlen und der Annahme der neuen Verfassung im Jahr 2013 im Hinblick auf die Rechtsstaatlichkeit und insbesondere die Reform des Bereichs Menschenrechte wenige Fortschritte erzielt wurden;
4. is ernstig bezorgd over meldingen van mensenrechtenorganisaties van toenemend politiek geweld en intimidatie van de politieke oppositie, alsmede over de ernstige beperkingen en intimidatie waar mensenrechtenactivisten mee te maken hebben, die vaak worden geslagen door de politie en worden gearresteerd op grond van valse beschuldigingen; betreurt dat sinds de vorige verkiezingen en de goedkeuring van de nieuwe grondwet in 2013 weinig vooruitgang is geboekt met betrekking tot de rechtsstaat en in het bijzonder met de verbetering van de mensenrechtensituatie;

(b) wiederholt seine Forderung, den Dienst für außenpolitische Instrumente (FPIS), der die Krisenreaktionsmaßnahmen gemäß Artikel 3 des Instruments für Stabilität plant und programmiert, in die Strukturen des EAD für die Krisenbewältigung und die Friedenssicherung zu integrieren und im Einzelnen die ehemaligen Relex/A2-Stellen, die in das Referat 2 der neuen außenpolitischen Instrumente eingegliedert wurden (12 AD-Stellen und 5 AST-Stellen), in den EAD zu verlagern; weist darauf hin, dass diese Verlagerung die Bedingung für die Rücknahme des Vorbehalts zu der entsprechenden Haushaltslinie der Kommission ist;
(b) herhaalt zijn verzoek om de Dienst Instrumenten buitenlands beleid (FPIS) die belast is met de planning en programmering van de crisisresponsmaatregelen in het kader van artikel 3 van het stabiliteitsinstrument te integreren in de crisisbeheersings- en vredesopbouwstructuren van de EDEO, en met name om de voormalige Relex/A2-posten die zijn toegewezen aan Eenheid 2 van de nieuwe instrumenten voor buitenlands beleid (12 AD's en 5 AST's), naar de EDEO over te hevelen; herinnert eraan dat deze overheveling een voorwaarde is voor de intrekking van het voorbehoud voor de desbetreffende begrotingslijn van de Commissie;

wiederholt seine Forderung, den Dienst für außenpolitische Instrumente (FPIS), der die Krisenreaktionsmaßnahmen gemäß Artikel 3 des Instruments für Stabilität plant und programmiert, in die Strukturen des EAD für die Krisenbewältigung und die Friedenssicherung zu integrieren und im Einzelnen die ehemaligen Relex/A2-Stellen, die in das Referat 2 der neuen außenpolitischen Instrumente eingegliedert wurden (12 AD-Stellen und 5 AST-Stellen), in den EAD zu verlagern; weist darauf hin, dass diese Verlagerung die Bedingung für die Rücknahme des Vorbehalts zu der entsprechenden Haushaltslinie der Kommission ist;
herhaalt zijn verzoek om de Dienst Instrumenten buitenlands beleid (FPIS) die belast is met de planning en programmering van de crisisresponsmaatregelen in het kader van artikel 3 van het stabiliteitsinstrument te integreren in de crisisbeheersings- en vredesopbouwstructuren van de EDEO, en met name om de voormalige Relex/A2-posten die zijn toegewezen aan Eenheid 2 van de nieuwe instrumenten voor buitenlands beleid (12 AD's en 5 AST's), naar de EDEO over te hevelen; herinnert eraan dat deze overheveling een voorwaarde is voor de intrekking van het voorbehoud voor de desbetreffende begrotingslijn van de Commissie,

Ausgangspunkt für die Strategie waren - sowohl im Rahmen von EU-Initiativen als auch in direkter Zusammenarbeit zwischen den Mitgliedstaaten im Ostseeraum entwickelte Projekte und Initiativen, die dann in den neuen Rahmen der Zusammenarbeit eingegliedert wurden und auf den Prinzipien eines integrierten Ansatzes der umgesetzten Politik beruhen.
Het uitgangspunt voor de strategie waren reeds bestaande projecten en initiatieven in de regio, zowel in het kader van EU-initiatieven als in de context van rechtstreekse samenwerking tussen de lidstaten in het Oostzeegebied.

Der Kläger in der Rechtssache Nr. 2493 bemängelt, dass die bestätigten Artikel XII. II. 18 und XII. II. 25 des königlichen Erlasses einen Behandlungsunterschied zwischen den Adjutanten und Oberadjutanten der Gendarmerie schüfen, die nicht die in Artikel 29 § 1 Absatz 2 des königlichen Erlasses vom 24. Oktober 1983 über das Besoldungsstatut der Mitglieder des Personals der Gendarmerie vorgesehene Zulage erhielten, und denjenigen, die sie erhielten, da die Erstgenannten in den mittleren Kader der neuen Polizei eingegliedert würden, während die Letztgenannten in den Offizierskader eingegliedert würden.
De verzoeker in de zaak nr. 2493 verwijt het bekrachtigde artikel XII. II. 18 alsmede het bekrachtigde artikel XII. II. 25 van het koninklijk besluit dat ze een verschil in behandeling in het leven roepen tussen de adjudanten en adjudant-chefs bij de rijkswacht die niet de toelage genieten bedoeld in artikel 29, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 24 oktober 1983 betreffende de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de rijkswacht en diegenen die ze wel genieten, aangezien eerstgenoemden in het middenkader van de nieuwe politie worden geïntegreerd, terwijl laatstgenoemden in het officierskader worden geïntegreerd.

Diese Situation erweise sich als besonders diskriminierend, wenn man sie mit derjenigen der Adjutanten und Oberadjutanten der Gendarmerie vergleiche, die nicht Brigadekommandanten seien und allesamt diese automatische Beförderung nach vier Jahren erhalten könnten, weil sie in die Gehaltstabelle M7 der neuen Polizei eingegliedert würden.
Die situatie zou meer bepaald discriminerend lijken als men ze vergelijkt met die van de adjudanten en de adjudant-chefs bij de rijkswacht, niet-brigadecommandanten, die allen die automatische bevordering kunnen genieten, om reden van het feit dat zij worden ingeschaald in de loonschaal M7 van de nieuwe politie.

Die klagende Partei in der Rechtssache Nr. 2481 bemängelt, dass die bestätigten Artikel XII. II. 35 und XII. II. 60 des königlichen Erlasses vom 30. März 2001 eine Diskriminierung der Personalmitglieder des Verwaltungs- und Logistikkaders der Stufe 2 aus einer wallonischen Gemeinde, die die allgemeine Anpassung der Gehaltstabellen angewandt habe, einführten, wobei diese Personalmitglieder nach Auffassung der klagenden Partei zu Unrecht in die Stufe D der neuen Polizei eingegliedert würden.
De verzoekende partij in de zaak nr. 2481 verwijt de bekrachtigde artikelen XII. II. 35 en XII. II. 60 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 dat ze een discriminatie in het leven roepen ten aanzien van de personeelsleden van het administratief en logistiek kader van niveau 2 die afkomstig zijn van een Waalse gemeente die de algemene herziening van de weddeschalen heeft toegepast, en die, ten onrechte volgens de verzoekende partij, zouden zijn opgenomen in niveau D in de nieuwe politie.

Infolge des bestätigten Artikels XII. II. 18 des königlichen Erlasses vom 30. März 2001 sowie des Anhangs 11 dieses Erlasses wurden die Kläger in den Rechtssachen Nrn. 2469 und 2470 in den Dienstgrad eines Hauptinspektors der Polizei in den mittleren Kader der neuen Polizei eingegliedert.
Door de werking van artikel XII. II. 18 van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 alsmede van bijlage 11 van dat besluit, zijn de verzoekers in de zaken nrs. 2469 en 2470 in het middenkader van de nieuwe politie geïntegreerd in de graad van hoofdinspecteur van politie.

So wurden die Kommissare, die nicht Korpschef waren, aus den Gemeinden der Klasse 20 und darunter als Polizeikommissare eingegliedert, während die Kommissare, die nicht Korpschef waren, aus den Gemeinden der Klassen 21 und 22 im Dienstgrad eines Abteilungskommissars in die neue Polizei eingegliedert wurden.
Aldus worden de commissarissen niet-korpschefs van de gemeenten van klasse 20 en lager geïntegreerd in de graad van commissaris van politie, terwijl de commissarissen niet-korpschefs van de gemeenten van klasse 21 en 22 in de nieuwe politie worden geïntegreerd in de graad van afdelingscommissaris.