Vertaling van " kvarner-region vertrieben wurde " (Duits → Nederlands) :

In zahlreichen schriftlichen Quellen wird erwähnt, dass überschüssiges Öl von der Insel Cres Mitte und Ende des 19. Jahrhunderts in der Kvarner-Region vertrieben wurde (Eco del Litorale Ungarico, 1843, Fiume, No 1, S. 4; No 7, S. 4; Giambattista Cubich, 1874., Notizie naturali e storiche sull’isola di Veglia, Trieste, S. 149; Dragutin Hirc, 1891, Hrvatsko primorje, Zagreb, S. 155 und 301; Pučki Prijatelj, 1912, Pazin, XIII, No 36, S. 291).
Uit talrijke geschreven bronnen blijkt dat het olieoverschot uit Cres in het midden en aan het einde van de 19e eeuw werd verkocht in de Kvarner-regio (Eco del Litorale Ungarico, 1843, Fiume, nr. 1, blz. 4; nr. 7, blz. 4; Giambattista Cubich, 1874, Notizie naturali e storiche sull’isola di Veglia, Triëste, blz. 149; Dragutin Hirc, 1891, Hrvatsko primorje, Zagreb, blz. 155 en 301; Pučki Prijatelj, 1912, Pazin, XIII, nr. 36, blz. 291).

9. ist besorgt angesichts von Berichten, dass Angehörigen christlicher Minderheiten kein Zugang zu Flüchtlingslagern in der Region gewährt wurde, mit der Begründung, dass sie eine zu große Gefahr für diese Lager darstellten; fordert die EU auf, sicherzustellen, dass ihre Entwicklungshilfe allen Minderheiten zugute kommt, die durch den Konflikt vertrieben wurden; ermuntert die EU, die Erfahrung und die guten funktionierenden Netzwerke der lokalen und regionalen Kirchen sowie die internationalen kirchlichen Hilfsorganisationen zu nutzen, um finanzielle und sonstige Hilfe zu leisten, damit sichergestellt ist, dass der Schutz und die Unterstützung durch EU-Hilfe allen Minderheiten zugute kommen;
9. uit zijn bezorgdheid over de meldingen betreffende christelijke minderheden die geen toegang krijgen tot vluchtelingenkampen in de streek omdat het daar voor hen te gevaarlijk zou zijn; vraagt de EU erop toe te zien dat haar ontwikkelingshulp op alle als gevolg van het conflict ontheemde minderheden gericht is; spoort de EU ertoe aan om bij de verstrekking van financiële en andere steun gebruik te maken van de ervaring en de ingeburgerde netwerken van plaatselijke en regionale kerken en internationale kerkelijke hulporganisaties, om ervoor te zorgen dat de Europese bescherming en steunverlening alle minderheden bereikt;

63. bedauert, dass in der Demokratischen Republik Kongo 1 350 000 Menschen vertrieben wurden, davon 850 000 in Nord-Kivu; unterstreicht erneut, dass dringend Maßnahmen in Form umfassender Ermittlungen ergriffen werden müssen, um diejenigen vor Gericht zu stellen, die für den Tod von etwa 150 Menschen durch die Hand der Rebellengruppe CNDP (Nationalkongress zur Verteidigung des Volkes) sowie von Mai-Mai-Milizen im November 2008 in Kiwanja verantwortlich sind; fordert die Regierungen der Demokratischen Republik Kongo und von Ruanda auf, die Friedensmission der Vereinten Nationen in der Demokratischen Republik Kongo (MONUC) bei der Erfüllung ihres Mandats zur Erhaltung des Friedens in der Region uneingeschränkt zu unterstützen und darauf hinzuarbeiten, dass die Zivilbevölkerung in der Region vor der Gewalt und den schweren Gräueltaten, wie sie bisher begangen wurden, geschützt wird; fordert den Rat und die Kommission des Weiteren auf, eine Untersuchung der gravierenden Verstöße gegen das humanitäre Völkerrecht, die täglich zu verzeichnen sind und auch Vergewaltigung, Hinrichtungen ohne Gerichtsverfahren sowie Folter umfassen, sowie die Notwendigkeit zu unterstützen, dass eine entschlossene Strategie der Europäischen Union umgesetzt wird, die dazu beitragen würde, Veränderungen in der Region zu bewirken;
63. betreurt dat de DRC 1 350 000 ontheemden telt, inclusief 850 000 in Noord-Kivu; wijst eens te meer op de noodzaak van dringende actie in de vorm van een volledig onderzoek gericht op de berechting van degenen die verantwoordelijk zijn voor de moord op naar schatting 150 mensen door het Nationale Congres voor de Verdediging van het Volk (CNDP) en Mai-Mai-strijders in Kiwanja in november 2008; verzoekt de regeringen van de DRC en Rwanda om toe te zeggen MONUC (de VN-missie in de DRC) volledig te zullen ondersteunen bij de uitvoering van haar vredeshandhavingsopdracht in de regio, en zich in te zetten voor het beschermen van de burgerbevolking in de regio tegen de gruweldaden en andere vormen van geweld die tot dusver zijn waargenomen; verzoekt voorts de Raad en de Commissie een onderzoek te ondersteunen naar de ernstige schendingen van het internationale humanitaire recht die dagelijks plaatsvinden, zoals verkrachting, buitengerechtelijke executies en foltering, en de noodzaak te erkennen van een krachtige EU-strategie voor het bevorderen van verandering in de regio;

61. bedauert, dass in der Demokratischen Republik Kongo 1 350 000 Menschen vertrieben wurden, davon 850 000 in Nord-Kivu; unterstreicht erneut, dass dringend Maßnahmen in Form umfassender Ermittlungen ergriffen werden müssen, um diejenigen vor Gericht zu stellen, die für den Tod von etwa 150 Menschen durch die Hand der Rebellengruppe CNDP (Nationalkongress zur Verteidigung des Volkes) sowie von Mai-Mai-Milizen im November 2008 in Kiwanja verantwortlich sind; fordert die Regierung der Demokratischen Republik Kongo und von Ruanda auf, die Friedensmission der Vereinten Nationen in der Demokratischen Republik Kongo (MONUC) bei der Erfüllung ihres Mandats zur Erhaltung des Friedens in der Region uneingeschränkt zu unterstützen und darauf hinzuarbeiten, dass die Zivilbevölkerung in der Region vor der Gewalt und den schweren Gräueltaten, wie sie bisher begangen wurden, geschützt wird; fordert den Rat und die Kommission des Weiteren auf, eine Untersuchung der gravierenden Verstöße gegen das humanitäre Völkerrecht, die täglich zu verzeichnen sind und auch Vergewaltigung, Hinrichtungen ohne Gerichtsverfahren sowie Folter umfassen, sowie die Notwendigkeit zu unterstützen, dass eine entschlossene Strategie der EU umgesetzt wird, die dazu beitragen würde, Veränderungen in der Region zu bewirken;
61. betreurt dat de DRC 1 350 000 ontheemden telt, inclusief 850 000 in Noord-Kivu; wijst eens te meer op de noodzaak van dringende actie in de vorm van een volledig onderzoek gericht op de berechting van degenen die verantwoordelijk zijn voor de moord op naar schatting 150 mensen door het Nationale Congres voor de Verdediging van het Volk (CNDP) en Mai-Mai-strijders in Kiwanja in november 2008; verzoekt de regeringen van de DRC en Rwanda om toe te zeggen MONUC (de VN-missie in de DRC) volledig te zullen ondersteunen bij de uitvoering van haar vredeshandhavingsopdracht in de regio, en zich in te zetten voor het beschermen van de burgerbevolking in de regio tegen de gruweldaden en andere vormen van geweld die tot dusver zijn waargenomen; verzoekt de Raad en de Commissie een onderzoek te ondersteunen naar de ernstige schendingen van het internationale humanitaire recht die dagelijks plaatsvinden, zoals verkrachting, buitengerechtelijke executies en foltering, en de noodzaak te erkennen van een krachtige EU-strategie voor het bevorderen van verandering in de regio;