Für das Jahr, in dem die Ehe oder das gesetzliche Zusammenwohnen durch Todesfall aufgelöst wird, kann der hinterbliebene Ehegatte, in Abweichung von Artikel 128 Absatz 1 Nr. 3, sich dafür entscheiden, dass eine Veranlagung gemäss den Bestimmungen von § 1 vorgenommen wird.
Voor het jaar van ontbinding van het huwelijk of de wettelijke samenwoning door overlijden, kan de overlevende echtgenoot, in afwijking van artikel 128, eerste lid, 3°, kiezen voor een aanslag gevestigd overeenkomstig de bepalingen van § 1.