Nach Artikel 23 Absatz 3 der Grundverordnung erfolgte die Prüfung, ob ein Umgehungstatbestand vorliegt, indem nacheinander untersucht wurde, ob sich das Handelsgefüge zwischen Drittstaaten und der Union ge
ändert hat, ob sich diese Veränderung aus einer Praxis, einem Fertigungsprozess oder einer Arbeit ergab, für die es außer der Einführung des Zolls keine hinreichende Begründung oder wirtschaftliche Rechtfertigung gab, ob Beweise für eine Schädigung vorlagen oder dafür, dass die Abhilfewirkung des Zolls im Hinblick auf die Preise
und/oder Mengen der gleichartigen Ware ...[+++] unterlaufen wurde, und ob die Subvention der eingeführten gleichartigen
Ware und/oder Teilen dieser
Ware weiterhin zugutekommt.
Overeenkomstig artikel 23, lid 3, van de basisverordening is beoordeeld of er sprake was van ontwijking, door achtereenvolgens na te gaan of zich een verandering in de structuur van het handelsverkeer had voorgedaan tussen derde landen en de Unie; of die verandering het gevolg was van praktijken, processen of werkzaamheden waarvoor, afgezien van de instelling van het recht, onvoldoende reden of economische rechtvaardiging bestond; of was bewezen dat er sprake was van schade of dat de corrigerende werking van het recht, gezien de prijzen en/of de hoeveelheden van het s
oortgelijk product, werd ondermijnd, alsook of het ingevoerde soortge
...[+++]lijke product en/of delen daarvan nog steeds worden gesubsidieerd.