Vertaling van " forschung thematisch flexibler sein " (Duits → Nederlands) :

69. fordert, dass die Zusammenarbeit in der Forschung (das derzeitige Kooperationsprogramm) weiterhin den Mittelpunkt des Rahmenprogramms bildet und Synergien gestärkt werden mit dem Ziel, die Wirkung und Verbreitung von Forschungsprojekten zu verstärken und zu beschleunigen, die in Zusammenarbeit mit innerhalb und außerhalb der EU tätigen Partnern von Weltruf erfolgen; ist der Auffassung, dass die Finanzierung der Zusammenarbeit in der Forschung thematisch flexibler sein sollte (weiter gefasste Aufforderungen) und nutzerfreundliche Finanzierungsregelungen beinhalten sollte, um herausragende Wissenschaftler gewinnen zu können und den Bedürfnissen sowohl großer Konsortien als auch kleinerer Gruppen gerecht zu werden; ist weiterhin der Auffassung, dass die gesamte Innovationskette von der Pionierforschung über große Pilotprojekte und -versuche abgedeckt werden sollte, gegebenenfalls mit zweckgebundenen Budgets für Sektoren, die eine strategische Vision zur Bewältigung gesellschaftlicher Herausforderungen mit langfristigen Investitionszyklen entwickelt haben;
69. dringt erop aan dat onderzoek in samenwerkingsverband (het huidige samenwerkingsprogramma) centraal blijft staan in het KP, om synergieën te versterken teneinde de resultaten van onderzoeksprojecten in samenwerking met partners van binnen of buiten de EU die internationaal hoog aangeschreven staan te verbeteren en te bespoedigen en te zorgen voor een betere en snellere verspreiding van die resultaten; is van mening dat bij de financiering van onderzoek in samenwerkingsverband een grotere thematische flexibiliteit moet worden betracht (ruimere inschrijvingsmogelijkheden) en gebruikersvriendelijke regels moeten worden gehanteerd, teneinde getalenteerde wetenschappers aan te trekken en in te spelen op de behoeften van zowel grote samenwerkingsverbanden als kleinere groepen; is van mening dat de hele innovatieketen moet worden bestreken, van verkennend onderzoek tot grootschalige proef- of demonstratieprojecten, en dat waar mogelijk specifieke afgeschermde begrotingen moeten worden vastgesteld voor sectoren die een strategische visie hebben ontwikkeld teneinde maatschappelijke problemen aan te pakken met behulp van langetermijninvesteringscycli;

18. fordert besser von den Mitgliedstaaten und den lokalen und regionalen Behörden abgestimmte öffentliche Investitionen und fordert außerdem ein stabileres Wirtschafts- und Regulierungsumfeld in der EU, das private Investitionen attraktiver macht, da es andernfalls nicht möglich sein wird, das Ziel, bis zum Jahr 2020 den Beitrag der Industrie zum BIP auf 20 % zu erhöhen, zu verwirklichen; unterstreicht, dass die Investitionen in der EU auf innovative Bereiche und thematische Prioritäten wie Forschung und Innovation oder Förderung von KMU und der CO2-armen Wirtschaft konzentriert werden müssen, damit mit den Investitionen die größtmögliche Wirkung mit Blick auf nachhaltiges Wirtschaftswachstum und die Schaffung von Arbeitsplätzen erzielt wird; unterstützt entschieden den Ansatz im Bereich Forschung und Innovation, der darauf abzielt, das Innovationsgefälle in der Union abzubauen, indem weniger entwickelte Regionen in die Lage versetzt werden, die in den führenden Regionen entwickelten innovativen Lösungen aufzunehmen, zu stärken und anzupassen; fordert außerdem eine zusätzliche Verdeutlichung und eine rasche Umsetzung des Konzepts der intelligenten Spezialisierung, dem das Potenzial innewohnt, das nachhaltige Wachstum der EU-Regionen zu steigern;
18. dringt aan op betere coördinatie van de overheidsinvesteringen door de lidstaten en plaatselijke en regionale overheden, en dringt tevens aan op een stabieler en beter regelgevingskader op nationaal en EU-niveau om de EU aantrekkelijker te maken voor met name particuliere investeringen, aangezien het anders onmogelijk is om het aandeel van de industrie in het bbp tegen 2020 op te voeren tot niet minder dan 20 %; onderstreept dat het belangrijk is om EU-investeringen te concentreren op innovatieve sectoren en thematische prioriteiten, zoals onderzoek en innovatie, steun aan kleine en middelgrote ondernemingen en de ontwikkeling van een koolstofarme economie, teneinde de effecten van de investeringen op de economische groei en de creatie van banen te maximaliseren; is krachtig voorstander van een benadering waarin OO gericht wordt op verkleining van de innovatiekloof binnen de Unie, doordat de minder begunstigde regio's de mogelijkheid krijgen om innovatieve oplossingen die in de vooroplopende regio's zijn ontwikkeld, over te nemen, aan te vullen en aan te passen; dringt ook aan op nadere verduidelijking en spoedige invulling van het "slimme specialisatie"-concept, dat het potentieel heeft om de duurzame groei van de EU-regio's aan te jagen;

35. betont, dass die zukünftige Atlantikstrategie auf den thematischen Säulen der Strategie Europa 2020 beruhen muss, weil es dadurch möglich sein wird, die thematischen Inhalte mit den sektorbezogenen Politikbereichen umfassend zu verknüpfen; vertritt in diesem Zusammenhang die Auffassung, dass die Ziele und die thematische Schwerpunktsetzung, die für die fünf im Gemeinsamen Strategierahmen der europäischen Kohäsionspolitik für die nächste Programmierungsperiode enthaltenen Fonds vorgeschlagen wurden, den Rahmen für den Aktionsplan bilden müssen; betont die Ziele ’Stärkung von Forschung, technologischer Entwicklung und Innovation’, ’Steigerung der Wettbewerbsfähigkeit von KMU’, ’Förderung des Übergangs zu einer emissionsarmen Wirtschaft’ und ’Förderung von Nachhaltigkeit im Verkehr und Beseitigung von Engpässen in wichtigen Netzinfrastrukturen’;
35. dringt erop aan dat de toekomstige Atlantische strategie gebaseerd is op de thematische pijlers van de Europa 2020-strategie, aangezien hierdoor de thematische inhoud op geïntegreerde wijze kan worden verbonden met het sectoraal beleid; is in dit verband van mening dat de voorgestelde doelstellingen en de thematische concentratie voor de vijf fondsen die zijn opgenomen in het gemeenschappelijk strategisch kader van het Europees cohesiebeleid voor de volgende programmeringsperiode, de pijlers van het actieplan moeten vormen; legt de nadruk op de doelstellingen ’versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie’, ’verbetering van het concurrentievermogen van het mkb’, ’steun voor de overgang naar een koolstofarme economie’ en ’bevordering van duurzaam vervoer en opheffing van knelpunten in centrale netwerkinfrastructuren’;