19. besteht darauf, dass die EU-Hilfe im Falle von Naturkatastrophen oder von vom Menschen verursachten Katastrophen auf eine Unterstützung der lokalen Wirtschaft abzielen sollte, indem beispielsweise möglichst weitgehend in der jeweiligen Gegend oder Region erzeugte Nahrungsmittel gekauft werden und den Landwirten das Notwendige zur Verfügung gestellt wird;
19. dringt er op aan dat de EU-bijstand ingeval van natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen zoveel mogelijk gericht moet zijn op ondersteuning van de lokale economie, door lokaal of regionaal geproduceerde levensmiddelen aan te kopen en de boeren te voorzien van de nodige uitrusting;