Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van " einführung einer unwiderlegbaren vermutung " (Duits → Nederlands) :

Die zweite Vorabentscheidungsfrage betrifft die Vereinbarkeit von Artikel 2 § 1 Nr. 1 letzter Satzteil des LASS-Gesetzes mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, « dahin ausgelegt, dass er es ermöglicht, auf unwiderlegbare Weise einen Unterschied einzuführen zwischen einerseits einer Kategorie von Selbständigen, für die keine (mögliche) Ausdehnung der Sozialversicherungsregelung für Arbeitnehmer vorgesehen ist und die somit notwendigerweise der sozia ...[+++]

De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van artikel 2, § 1, 1°, laatste zinsnede, van de RSZ-Wet, « in die zin geïnterpreteerd dat het toelaat, op onweerlegbare wijze, een onderscheid in te voeren tussen, enerzijds, een categorie van zelfstandigen voor wie geen (mogelijke) uitbreiding van het sociaalzekerheidsstelsel voor werknemers is voorzien en die dus noodzakelijkerwijze onder het sociaalzekerheidsrechtelijk stelsel voor de zelfstandigen vallen en, anderzijds een c ...[+++]


2. Verstößt Artikel 2 § 1 Nr. 1 letzter Satzteil des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, dahin ausgelegt, dass er es ermöglicht, auf unwiderlegbare Weise einen Unterschied einzuführen zwischen einerseits einer Kategorie von Selbständigen, für die keine (mögliche) Ausdehnung der Sozialversicherungsregelung für Arbeitneh ...[+++]

2. Schendt het artikel 2, § 1, 1°, laatste zinsnede van de Wet van 27 juni 1969 tot herziening van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet samen gelezen met het artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in die zin geïnterpreteerd dat het toelaat, op onweerlegbare wijze, een onderscheid in te voeren tussen, enerzijds, een categorie van zelfstandigen voor wie geen (mogelijke) uitbreiding van het sociaalzekerheidsstelsel voor werknemers is voorzien en die dus noodzakelijkerwijze onder het sociaalzekerheidsrechtelijk s ...[+++]


Die Vorabentscheidungsfrage betrifft die Vereinbarkeit der fraglichen Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern sie für eine bestimmte Kategorie von Geschäftsführern eine auf einer unwiderlegbaren Vermutung beruhende persönliche und gesamtschuldnerische Haftung einführe aufgrund des Umstandes, dass sie im Laufe des Zeitraums von fünf Jahren vor Verkündung des Konkurses bereits in mindestens zwei Konkursen, Liquidationen oder gleichartigen Verrichtungen verwickelt gewesen seien, während Geschäftsführer, die zur Bez ...[+++]

De prejudiciële vraag betreft de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij voor een bepaalde categorie van zaakvoerders een op een onweerlegbaar vermoeden gebaseerde persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid invoert wegens het gegeven dat zij in de loop van de periode van vijf jaar voorafgaand aan de faillietverklaring reeds betrokken zijn geweest bij minstens twee faillissementen, vereffeningen of soortgelijke operaties, terwijl de zaakvoerders die gehouden zijn tot het betalen van belastingschulden op grond van artikel 442quater van het WIB 1992 of van artikel 93un ...[+++]


« 1) Verstösst Artikel 22ter des Gesetzes vom 27. Juni 1969 [zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer] in der durch das Programmgesetz vom 27. Dezember 2004 abgeänderten Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem die auf allgemeine und absolute Weise erfolgte Einführung der unwiderlegbaren Vermutung der Vollzeitbeschäftigung dazu führt, dass zwei grundsätzlich verschiedene Kategorien von Arbeitgebern gleich behandelt werden, und zwar einerseits die Arbeitgeber, die die Sozialversicherungsbeiträge in Bezu ...[+++]

« 1) Schendt artikel 22ter van de wet van 27 juni 1969 [tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders], gewijzigd bij de programmawet van 27 december 2004, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het op een algemene en absolute wijze instellen van een onweerlegbaar vermoeden van voltijdse arbeid ertoe leidt twee fundamenteel verschillende categorieën van werkgevers op dezelfde manier te behandelen, namelijk, enerzijds, de werkgevers die de socialezekerheidsbijdragen op de daadwerkelijk gepresteerde uren hebben betaald, maar hebben nagelaten de toepasselijke bepaling ...[+++]


Allerdings steht das Unionsrecht einer unwiderlegbaren Vermutung entgegen, wonach der gemäß der Dublin–II–Verordnung als zuständig bestimmte Mitgliedstaat die Unionsgrundrechte beachtet.

Het Hof is echter van oordeel dat het Unierecht in de weg staat aan een onweerlegbaar vermoeden dat de op basis van de verordening verantwoordelijke lidstaat de grondrechten van de Europese Unie eerbiedigt.


« 1) Verstösst Artikel 22ter des Gesetzes vom 27hhhhqJuni 1969 [zur Revision des Erlassgesetzes vom 28hhhhqDezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer] in der durch das Programmgesetz vom 27hhhhqDezember 2004 abgeänderten Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem die auf allgemeine und absolute Weise erfolgte Einführung der unwiderlegbaren Vermutung der Vollzeitbeschäftigung dazu führt, dass zwei grundsätzlich verschiedene Kategorien von Arbeitgebern gleich behandelt werden, und zwar einerseits die Arbeitgeber, die die Sozialversicherungsbeiträg ...[+++]

« 1) Schendt artikel 22ter van de wet van 27 juni 1969 [tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders], gewijzigd bij de programmawet van 27 december 2004, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het op een algemene en absolute wijze instellen van een onweerlegbaar vermoeden van voltijdse arbeid ertoe leidt twee fundamenteel verschillende categorieën van werkgevers op dezelfde manier te behandelen, namelijk, enerzijds, de werkgevers die de socialezekerheidsbijdragen op de daadwerkelijk gepresteerde uren hebben betaald, maar hebben nagelaten de toepasselijke bepaling ...[+++]


Obwohl in der präjudiziellen Frage nicht präzisiert wird, zwischen welchen Personen die fragliche Bestimmung einen Behandlungsunterschied einführen würde, kann davon ausgegangen werden, dass die Frage sich auf den Vergleich zwischen den Versicherten, die nicht entschädigt werden, wenn sie ungeachtet einer Wiederaufbauklausel das versicherte Gut nicht zum Zwecke derselben Nutzung wiederaufbauen, und den in den Urteilen Nr. 26/95 vom 21. März 1995 und Nr. 147/2001 vom 20. November 2001 des Hofes erwähnten Kategorien von Personen, die aufgr ...[+++]

Hoewel in de prejudiciële vraag niet wordt gepreciseerd tussen welke personen de in het geding zijnde bepaling een verschil in behandeling zou teweegbrengen, kan worden aangenomen dat de vraag betrekking heeft op de vergelijking tussen de verzekerde die niet wordt vergoed wanneer hij in weerwil van een wederopbouwbeding het verzekerde goed niet voor hetzelfde gebruik wederopbouwt, en de in de arresten nr. 26/95 van 21 maart 1995 en nr. 147/2001 van 20 november 2001 van het Hof vermelde categorieën van personen, die van schadevergoeding worden uitgesloten op grond van een onweerlegbaar vermoeden van heimelijke verstandhouding of bedrog, u ...[+++]


« Das Bewohnen im Sinne des Dekrets kann zwar dazu führen, dass Abfälle anfallen, aber dies gilt nicht für das einfache Domizilieren, das nicht zwangsläufig zur Produktion von Abfällen führt; dass das Dekret aufgrund der Einführung einer unwiderlegbaren Vermutung, der zufolge Domizilieren gleichgesetzt wird mit Bewohnen, die Gleichheit der Bürger vor dem Gesetz zu verletzen und eine Diskriminierung unter ihnen zu beinhalten scheint».

« De in het decreet bedoelde bewoning kan weliswaar leiden tot het voortbrengen van afvalstoffen, maar zulks geldt niet voor de loutere domiciliëring, die er niet noodzakelijkerwijze toe leidt dat afvalstoffen worden voortgebracht; dat het decreet, door een onweerlegbaar vermoeden in te voeren volgens hetwelk domiciliëring bewoning is, de gelijkheid der burgers voor de wet lijkt aan te tasten en een discriminatie onder hen lijkt in te houden».


w