(2) Weigert sich ein Beförderer, Reisevermittler oder Reiseveranstalter aus den in Absatz 1 angeführten Gründen, eine Reservierung vorzunehmen oder einen Fahrschein auszustellen oder auf sonstige Weise zur Verfügung zu stellen, so unternimmt er alle zumutbaren Anstrengungen, um die betreffende Person über eine annehmbare Beförderungsalternative mit einem Dienst des Beförderers zu unterrichten.
2. Indien op grond van lid 1 wordt geweigerd een boeking te aanvaarden of een vervoerbewijs af te geven of anderszins te verstrekken, doen de vervoerder, de reisagent en de touroperator redelijke inspanningen om de betrokkene te informeren over aanvaardbaar alternatief vervoer met een door de vervoerder verzorgde dienst.