So wie der Europäische Gerichtshof in Bezug auf die Richtlinie festgestellt hat (Randnr. 58), gilt das Gesetz also auch für Personen, bei denen keinerlei Anhaltspunkt dafür besteht, dass ihr Verhalten in einem auch nur mittelbaren oder entfernten Zusammenhang mit den in dem angefochtenen Gesetz aufgelisteten Verstößen stehen könnte.
Net zoals het Hof van Justitie heeft vastgesteld met betrekking tot de richtlijn (punt 58), is de wet dus ook van toepassing op personen voor wie er geen enkele aanwijzing bestaat dat hun gedrag - zelfs maar indirect of van ver - een verband vertoont met de in de bestreden wet opgesomde inbreuken.