17. betont daher, dass die Höhe der vorgesehenen Mittel für Zahlungen statt 1,12 % des BNE der EU im Rahmen der aktuellen Finanziellen Vorausschau nur 0,95 % des BNE der EU ausmacht; stellt erneut fest, dass der Union dank der Eigenmittelobergrenze Mittel für Zahlungen in Höhe von bis zu 1,23 % des BNE zur Verfügung stehen;
17. onderstreept daarom dat dit bedrag aan betalingen neerkomt op slechts 0,95% van het bni van de EU, een verlaging ten opzichte van de 1,06% van het bni van de EU in de huidige financiële vooruitzichten; herinnert eraan dat de Unie op grond van het eigenmiddelenplafond betalingen in de begroting mag opnemen ter waarde van 1,23% van het bni van de EU;