Vertaling van " verfassungsvertrag aufgenommen wurde " (Duits → Nederlands) :

Obwohl er in den Vertrag von Lissabon nicht aufgenommen wurde, muss der im Verfassungsvertrag proklamierte Leitspruch „In Vielfalt geeint“ die Richtschnur für die Maßnahmen der Union im Bereich Bildung und Schutz unseres historischen Erbes sein.
Het devies uit het Grondwettelijk Verdrag "Eenheid in verscheidenheid" vormt weliswaar geen deel meer van het Verdrag van Lissabon, maar het moet voor de EU een baken zijn in haar pogingen de mensen op te voeden over ons historisch erfgoed en dit te beschermen.

9. begrüßt sehr, dass die Beseitigung der Armut, der es größte Bedeutung beimisst, als ein wesentliches Ziel der Entwicklungspolitik der EU in den Verfassungsvertrag aufgenommen wurde; ist der Auffassung, dass die Berücksichtigung der Millenniumsentwicklungsziele beim auswärtigen Handeln der Union in seiner Gesamtheit als Querschnittsaufgabe äußerst wichtig ist;
9. neemt met grote instemming kennis van het feit dat uitroeiing van de armoede in het Grondwetsverdrag is opgenomen als primaire doelstelling van het ontwikkelingsbeleid van de EU; acht mainstreaming van de millenniumdoelstellingen in het gehele externe optreden van de Unie van uitzonderlijk belang;

4. begrüßt die Tatsache, dass der Zugang Europas zum Weltraum als Ziel in den vom Konvent zur Zukunft der Union ausgearbeiteten Entwurf eines Verfassungsvertrags aufgenommen wurde, und hofft, dass diese Einbeziehung ein Aspekt der geteilten Zuständigkeiten der Union und der Mitgliedstaaten sein wird;
4. is verheugd over het feit dat de doelstelling van Europese toegang tot de ruimte is opgenomen in het ontwerp van het Constitutioneel Verdrag dat wordt opgesteld door de Conventie over de toekomst van Europa, en hoopt dat het deel zal uitmaken van de gedeelde bevoegdheden van de Unie en haar lidstaten;

16. nimmt zur Kenntnis, dass in den Verfassungsvertrag ein Passus über die Schaffung eines Europäischen Freiwilligenkorps für humanitäre Hilfe aufgenommen wurde, was ein eindeutiges Signal dafür ist, dass die Europäische Union im Bereich der Entwicklung Interesse zeigt; unterstreicht jedoch, dass die EU gefordert ist, der Festlegung der Modalitäten für den Einsatz des Korps besondere Aufmerksamkeit zu widmen und dafür zu sorgen, dass nur erfahrene Freiwillige sich daran beteiligen dürfen; bekundet seinen Standpunkt, dass diese Initiative den Prozess der Verbesserung der Qualität und des professionellen Vorgehens der in humanitären Krisensituationen eingesetzten Humanressourcen verstärken sollte, indem bereits vorhandene Ausbildungsprogramme in enger Zusammenarbeit mit den NRO vervollständigt werden, ein Register der verfügbaren Ressourcen erstellt wird und im Vorfeld ermittelte gute operationelle Praktiken verbreitet werden; fordert die Kommission auf, Durchführbarkeitsstudien im Hinblick auf die künftige Weiterentwicklung dieser Vorschrift durchzuführen; unterstreicht die Notwendigkeit, im Rahmen von gemeinsamen Abrüstungsmaßnahmen, humanitären Missionen, Aufgaben der Konfliktverhütung und der Erhaltung des Friedens sowie Frieden schaffenden Maßnahmen – wie in Artikel III-309 Absatz 1 dargelegt – den Unterschied zwischen zivilen und militärischen Umfeldern anzuerkennen;
16. neemt kennis van de in de Grondwet opgenomen bepaling over het opzetten van een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulp, hetgeen een duidelijk signaal is van de belangstelling van de Europese Unie voor ontwikkeling; wijst niettemin met nadruk op de uitdaging voor de EU, die speciale zorg en aandacht dient te besteden aan het vaststellen van de werkwijze van het korps en ervoor dient te zorgen dat alleen ervaren vrijwilligers aan het korps kunnen deelnemen; is van mening dat dit initiatief het proces van verbetering van de kwaliteit en professionaliteit van personeel dat bij humanitaire crises wordt ingezet dient te versterken via aanvulling van reeds beschikbare opleidingsprogramma's, nauwe samenwerking met NGO's, de opstelling van een register van beschikbare hulpbronnen en de verspreiding van vooraf geïdentificeerde goede operationele praktijken; verzoekt de Commissie haalbaarheidsstudies te verrichten in verband met de toekomstige ontwikkeling van deze bepaling; onderstreept de noodzaak van erkenning van het verschil tussen civiele en militaire aspecten bij gemeenschappelijke missies op het gebied van ontwapening, humanitaire missies, conflictpreventie en handhaving en herstel van vrede, zoals vastgelegd in artikel III-309, lid 1;

7. hält das vorgeschlagene Protokoll für unnötig, da die Gruppe bereits informell zusammentritt; fordert die Benennung eines einzigen Vertreters der Euro-Zone, um sicherzustellen, dass die Euro-Gruppe effizient arbeiten kann, um eine bessere Koordinierung der Wirtschafts- und Beschäftigungspolitiken zu erreichen; fordert einen Vorschlag, wie diese institutionelle Funktion am besten definiert werden kann, wobei eine Möglichkeit darin bestünde, diese Aufgabe einem Vizepräsidenten der Kommission zu übertragen, der auch der für Wirtschafts- und Währungsfragen zuständige Kommissar sein müsste und dem die Befugnis übertragen würde, als Vertreter der Euro-Zone zu handeln; vertritt die Auffassung, dass eine entsprechende Bestimmung in den künftigen Verfassungsvertrag aufgenommen werden sollte;
7. is van mening dat het voorgestelde protocol onnodig is, omdat de groep reeds op informele basis bijeenkomt; dringt erop aan één vertegenwoordiger van de eurozone aan te wijzen om te verzekeren dat de eurogroep doeltreffend kan functioneren teneinde te komen tot een betere coördinatie van het economisch en het werkgelegenheidsbeleid; dringt aan op indiening van een voorstel betreffende de wijze waarop deze institutionele rol het beste kan worden ingevuld, waarbij één mogelijkheid erin bestaat om deze rol een officieel karakter te geven in de persoon van een vice-voorzitter van de Commissie, die dan tegelijkertijd als commissaris bevoegd zou moeten zijn voor economische en monetaire zaken, en die de bevoegdheid krijgt om op te treden als vertegenwoordiger van de eurozone; is van oordeel dat een desbetreffende bepaling moet worden opgenomen in het toekomstige constitutionele Verdrag;