Der Kassationshof legt dem Hof die Frage vor, ob diese Bestimmungen mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sind, indem sie festlegen, dass der Rechtsuchende vor dem Appellationshof eine neue Beschwerde im Sinne dieser Artikel nur dann vorbringen kann, wenn er die darin vorgesehenen einschränkenden Bedingungen beachtet, wodurch ihm das Recht versagt wird, den Streitfall insgesamt einem Rechtsprechungsorgan im Sinne der Artikel 144 bis 146 der Verfassung vorzulegen.
Het Hof van Cassatie ondervraagt het Hof over de bestaanbaarheid van die bepalingen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij bepalen dat de rechtsonderhorige voor het hof van beroep alleen een nieuw bezwaar in de zin van die artikelen mag aanvoeren wanneer hij de daarin bepaalde beperkende voorwaarden in acht neemt, waardoor hem het recht wordt ontzegd het geschil in zijn geheel voor te leggen aan een rechtsinstantie in de zin van de artikelen 144 tot 146 van de Grondwet.