Vertaling van " jedem schulträger eigenen merkmalen " (Duits → Nederlands) :

Obwohl die Gleichbehandlung der Unterrichtsanstalten als Prinzip gilt, schließt Artikel 24 § 4 der Verfassung eine unterschiedliche Behandlung nicht aus, unter der Bedingung, dass sie auf « den jedem Organisationsträger eigenen Merkmalen » gründet.
Hoewel de gelijke behandeling van onderwijsinstellingen het beginsel is, sluit artikel 24, § 4, van de Grondwet een verschil in behandeling niet uit, op voorwaarde dat dat gegrond is op « de eigen karakteristieken van iedere inrichtende macht ».

Obwohl die gleiche Behandlung der Schuleinrichtungen und der Personalmitglieder als Prinzip gilt, schliesst Artikel 24 § 4 der Verfassung eine unterschiedliche Behandlung nicht aus, unter der Bedingung, dass sie auf « den jedem Organisationsträger eigenen Merkmalen » gründet.
Hoewel de gelijke behandeling van onderwijsinstellingen en personeelsleden het beginsel is, sluit artikel 24, § 4, van de Grondwet een verschil in behandeling niet uit, op voorwaarde dat dat gegrond is op « de eigen karakteristieken van iedere inrichtende macht ».

Die Gleichbehandlung der Unterrichtseinrichtungen und der Personalmitglieder stellt zwar einen Grundsatz dar, doch Artikel 24 § 4 der Verfassung schliesst eine unterschiedliche Behandlung nicht aus, vorausgesetzt, dass diese auf « den jedem Organisationsträger eigenen Merkmalen » beruht.
Hoewel de gelijke behandeling van onderwijsinstellingen en personeelsleden het uitgangspunt is, sluit artikel 24, § 4, van de Grondwet een verschillende behandeling niet uit op voorwaarde dat die gegrond is op « de eigen karakteristieken van iedere inrichtende macht ».

In den Vorarbeiten zu Artikel 24 § 4 der Verfassung wird anhand eines Beispiels für einen objektiven Unterschied, der auf den jedem Schulträger eigenen Merkmalen gründet, auf die vertragliche Rechtsposition des Personals des freien Unterrichts verwiesen (Parl. Dok., Senat, ausserordentliche Sitzungsperiode, 1988, Nr. 100-1°/1, S. 6).
In de parlementaire voorbereiding van artikel 24, § 4, van de Grondwet wordt, bij wijze van voorbeeld van een objectief verschil dat gegrond is op de eigen karakteristieken van iedere inrichtende macht, verwezen naar de contractuele rechtspositie van het personeel van het vrij onderwijs (Parl. St., Senaat, B.Z., 1988, nr. 100-1°/1, p. 6).