(16) Diese Verordnung sollte nicht das Recht der Mitgliedstaaten berühren, die von ihnen für nötig erachteten Anforderungen in den Bereichen Flächennutzung und Regionalplanung sowie im zur Gewährleistung von Umweltschutz und den Schutz von Gesundheit und Sicherheit von Personen beim Benutzen von Seilbahnen, insbesondere Arbeitnehmern und Betriebspersonal , festzulegen.
(16) Deze verordening mag geen afbreuk doen aan het recht van de lidstaten om de voorschriften te specificeren die zij nodig achten op het gebied van grondgebruik en ruimtelijke ordening, en met het oog op de bescherming van het milieu en van de gezondheid en veiligheid van personen, en met name de werknemers en het bedieningspersoneel , bij het gebruik van kabelbaaninstallaties.